Chagrijn
Er zijn dagen dat ik me afvraag of ik op deze plek wel thuis hoor. Ik bedoel, is er niet een geschikter scribent om met een enorm zelfvoldaan chagrijnig gevoel een aantal bezopen zaken aan de kaak te stellen?
Neem nu de kameel (of dromedaris) uit dit verhaal. Deze beet zijn eigenaar gewoon het hoofd af nadat hij de hele dag in het zonnetje gezeten had. Zoiets zou ik nu nooit doen.
Bovendien is het zoveel werk om met je tanden de nek van zo’n vervelend mens door te zagen – zeker als je zulke onhandige tanden als een kameel hebt. Maar deze nam niet alleen de moeite, maar liet de dorpsbewoners bovendien zes uur lang emmeren om hem te kalmeren.
Een kameel moet in die buurt wel meer waard zijn dan een mensenleven. Zo ben ik er zeker van dat men in Europa ooit moordzuchtige dieren ter dood placht te brengen, na een waarachtig moordproces. Zo iets temt ons wilde dieren wel.
Maar in India blijkt zo’n dier voor sommigen dus te kostbaar om gerechtigheid te doen geschieden. O tempora, o mores!
Je moet er soms ook wèl wat voor doen.