Bij de dood van Jules Deelder
De dood van Jules Deelder doet me meer dan die van veel literatoren die me al op de middelbare school ergerden.
Het eerste dat door mijn hoofd schoot toen ik er vanmorgen een berichtje over zag was:
Deelder is dood
Net als Poot.
Niet heel geïnspireerd [1]. Maar wat moet je zeggen als monumenten sterven en het gruis er over schrijft?
Een donker pak, het haar strak achterover gekamd, een donkere vlinderzonnebril en een klein sikje: de vandaag overleden Jules Deelder was een opvallende verschijning. Recht voor zijn raap en in rap Rotterdams had hij altijd zijn woordje klaar.
Deelder was jazz, drugs en Sparta, niet noodzakelijk in die volgorde. Maar van elk was een regelmatige dosis vereist. Wat dat betreft heb ik het altijd bijzonder geestig gevonden dat hij zich voor de Robijn-reclame had laten strikken – alsof hij nog niet genoeg waspoeder via zijn neus had geconsumeerd om niet blind te kunnen zeggen hoe werkzaam een wasmiddel was. Ook de Legner-reclame paste wonderwel bij hem. Als propagandist voor schoonmaakmiddelen had hij dus zijn weerga niet.
De sombere uitstraling van Jules Deelder had iets van een handelsmerk, maar dat is een te gekunstelde benadering. Ook in het echt was hij een kraai die rondscharrelde en de wereld met zijn kleine oogjes observeerde. Soms kwam je hem in de trein tegen (in de tijd dat ik die nog wel eens gebruikte) van of naar Rotterdam. Maar zelfs als hij niet als Deelder gekleed was gegaan was zijn aura genoeg geweest hem te verraden. De nachtburgemeester op tournee, je voelde het als je hem in het gangpad passeerde.
Over de edele dichtkunst was Deelder echter bloedserieus. Mijn mooiste herinnering was dat hij bij mijn studentenclub langs kwam om een optreden te zien van Hagenaar Bart Chabot en Rotterdammer Casper van den Berg (vzmh). Voor Chabot was dat het eerste optreden in bijna een jaar, na een keelaandoening (toch deed hij het zonder microfoon of zanginstallatie, die we vergeten waren te bestellen). Desondanks gingen de heren onder het genot van enige forse limonadeglazen Four Roses met een beetje tonic na afloop direct uitgebreid in ons halletje het optreden staan recenseren. Over de vraag in hoeverre Bart de afgelopen maanden aan kracht had ingeboet. Langslopende studenten werden eenvoudig genegeerd, hoewel sommige mensen vroegen of hij inderdaad…
Inderdaad.
Een mooi moment en een mooie herinnering.
- Voor wie het niet snapte; het bon mot wil dat de dichter Poot op zijn grafsteen liet beitelen: Hier ligt Poot, hij is dood. Dat is overigens apocrief, er stonden gewoon zijn naam en enige jaartallen.
Jules Deelder was in ieder geval, een van de weinige originelen.
En hield zich gelukkig niet bezig met “politiek”,
maar met kunst : muziek, dichtkunst, voetbal[kunst].
Rest in peace.
Voor een cynicus was hij zeer innemend.
Waar ik qua tekst onmiddellijk moet denken is dat verhaal over de Amsterdammers met hun goede hart: het moest alleen aan een touw op hun rug hangen, zodat de honden erbij konden.
Bizar dat Rob Jetten een gedicht van hem wist op te sporen waarin Deelder overkomt als een ‘vanzelfsprekend kinderloze’ halve islamofiel.
“beren jagen in Canada” (YouTube ofzo) het zal me eeuwig bijblijven.
Moge hij rusten in vrede.
Het opmerkelijkst vond ik toch het optreden van de ‘apolitieke’ Deelder op het afscheidsfeest van Rotterdams burgemeester en VVD icoon Ivo Opstelten in 2008, ik meen niet alleen door Deelder liefkozend “Oppie” genoemd.
Geen donder
Geen klote
Geen Deelder.
Een groot aucteur is van ons heen gegaan.
Helaas komt ook aan alle goede dingen ooit een einde.
Nog even nagenieten dan. Deze over het verkeer is werkelijk amusant. https://www.youtube.com/watch?v=sClZlMXGBzo
Oh hoe vergeefs / des doelmans hand / zich strekte naar de bal / die een minuut voor tijd / de Duitse doellijn kruiste / zij die vielen / rezen juichend uit hun graf, Juni ’88 Rechten van bovenstaande tekst berusten bij de rechthebbenden