Anoniem
In discussies – vooral, maar niet uitsluitend – op Twitter, flakkert bij tijd en wijle het anonimiteitsissue op. Mensen die worden aangevallen, en moeite hebben zich overtuigend te verdedigen, vallen niet zelden terug op de noodgreep: Ik debatteer niet met anonieme accounts.
Geen sterke verdediging. Vanzelfsprekend, er zijn niet veel mensen die bij hun geboorte de naam JuvenalisA7 meekregen, al dan niet met apenstaart. Ik ken er geen een, in ieder geval. Maar wat is anoniem eigenlijk, zeker op zo’n medium als Twitter?
Al weer een paar jaar geleden brak er een rel uit rond een Twitteraccount dat grove en racistische uitlatingen de wereld in slingerde, welke in hoog tempo werden opgepikt en geretweet door de schoolkrantredacteur van de universiteit, waaraan degene op wiens naam dat account stond studeerde. Heel snel bleek dat het ging om een personificatie, aangezien de echte persoon nooit iets met Twitter had gedaan.
Dit is een ernstig geval van wat je feitelijk kunt kenmerken als een omgekeerde anonimiteitskwestie. Identiteitsdiefstal kan voor het slachtoffer heel ernstige gevolgen hebben. Hoewel de politie er naar eigen zeggen werk van maakte, is er tot op heden weinig licht in deze zaak gekomen – al zijn de verdenkingen tegen de schoolkrantredacteur zowel zwaar als gerechtvaardigd. Ik haal het hier aan, om te illustreren hoe makkelijk je op Twitter met identiteiten kunt rommelen, en dat de gevolgen soms ernstig zijn.
Meestal echter – zoals in de inleiding al gememoreerd – is de kwestie andersom, en gaat het om mensen die onder een aangenomen of grappig bedoelde naam actief zijn. En op dit punt moeten we – voor het belang dat we aan anonimiteit hechten – al direct de bokken van de schapen scheiden, en ons concentreren op de schuwe mens onder ons. Wie langere tijd een bepaalde identiteit heeft op internet, wòrdt na een tijdje die identiteit. Het maakt dan absoluut niet uit of het hier gaat om de schuilnaam van Willem-Jan de Vries of Hendrik-Jan de Tuinman. Weliswaar niemand weet zo wie ze zijn, maar als je bij je geboorte een naam kreeg waarmee een groot deel van Nederland is behept, verbetert dat de identiteitsverwarring geenszins. Een opvallende nom-de-plume is dan een betere identificatie dan een anoniem uittreksel van het geboorteregister.
Iemand als @ZilteBotte is sinds jaar en dag bekend als Botte Hond – en hoe hij in het echte leven heet doet niet ter zake. De enige reden om dat te willen weten, is om zijn werkgever lastig te kunnen vallen met verhalen over hoe die vreselijke De Tuinman zich misdraagt op Twitter. Omdat hij niet politiek-correct zou zijn. Van dit onfrisse gedrag zijn een aantal voorbeelden bekend, en deze lijken me juist een prima rechtvaardiging van het gebruik van een pseudoniem.
Andere insteek: Hannibal heeft een paar jaar geleden zijn anonimiteit geofferd op het altaar van Twitter. Maar toevallig weet ik dat die bijnaam nooit een pseudoniem was, maar al veertig jaar zijn bijnaam is – sinds de lagere school. Hij reageert er op als je hem op straat naroept, en als schrijver is het zijn handelsmerk geworden. Een perfecte illustratie van hoe het ook kan werken. Uiteindelijk zijn bijnamen van oorsprong een methode om onderscheid te vergemakkelijken. Op de lagere school hadden we in mijn klas twee jongens die Erik heetten – zodat de bijnaam ‘Rooie’ voor een van hen niet te vermijden was.
Maar een pseudoniem is ook een extra muurtje tussen jezelf en de werkelijkheid. Veel schrijvers die onder pseudoniem werken, worden tijdens optredens min of meer die persoon. Het helpt hun privacy – echt – ook als iedereen weet hoe ze echt heten. Wat dat betreft zit het menselijk brein raar in elkaar. Als je Theodor Holman spreekt, sta je er maar zelden bewust bij stil dat je ook praat met Opheffer. Je weet het wel natuurlijk – maar daar ben je dan minder mee bezig. En ik maak me sterk dat het enorm scheelt in de manier waarop hij soms wordt aangesproken op de schrijfsels van zijn verschillende schrijfnamen.
Dit betoog doet verder niets af aan het feit dat mensen, die accounts aanmaken met de bedoeling eens uitgebreid te gaan trollen en schelden tegen wie ze maar willen, het hebben van anonimiteit een slechte naam geven. Dat luie journalisten, politici en opiniemakers – die er niet voor voelen antwoord te geven op pijnlijke vragen – daar misbruik van maken, is onvermijdelijk. Oneerlijk en frustrerend. Laat ze dan liever wegduiken, in plaats van moreel hoogstaand en belerend te acteren.
Maar in de toekomst kunt u ze in zo’n geval een link naar deze column geven.