Amerikaans krediet heeft een geloofwaardigheidsprobleem
Ratingbureau Fitch liet gisteravond laat nog een klein bommetje ontploffen: als het Amerikaanse Congres niet tijdig maatregelen weet te nemen om het wettelijke schuldenplafond te verhogen, dan zal dat gevolgen hebben voor de kredietrating.
Rond de jaarwisseling een paar weken terug werd weliswaar iets te laat – maar dan toch nog net op tijd – de Fiscal Cliff vermeden, maar toen schreef ik al, dat er een nog groter probleem aankomt. En dat is de noodzakelijke verhoging van het wettelijke schuldenplafond. Nog in augustus 2011 is daaromheen al een groot probleem geweest, maar de politieke verhoudingen tussen Republikeinen en Democraten hebben zich sindsdien nog verder verhard.
Fitch windt er geen doekjes om:
Arrears on such obligations would not constitute a default event from a sovereign rating perspective but very likely prompt a downgrade even as debt obligations continued to be met.
Waarom deze harde woorden? Omdat feitelijk de regering-Obama al tot de nek in de problemen zit, wat betreft het verbod om extra leningen af te sluiten. Dat schuldenplafond werd namelijk rond de jaarwisseling al bereikt. Het ministerie van Financiën (de Treasury) kan met allerlei technisch knip en plakwerk de problemen nog ongeveer twee maanden, maar vermoedelijk iets minder, voor zich uit schuiven. En dan gaan de deuren van de Amerikaanse overheid op slot, en stopt zij te functioneren. Het is in het verleden vaker gebeurd, maar dan in minder economisch complexe tijden.
De ironie is dat Fitch de Amerikaanse rating dan niet zou verlagen omdat zij denkt dat die overheid niet langer aan haar verplichtingen zal voldoen (terwijl daarvoor juist steeds meer aanleiding lijkt: de geldpers draait op volle toeren). De verlaging zou eerst en vooral een uitdrukking zijn van de onbetrouwbaarheid van de Amerikaanse overheid. We moeten niet vergeten, dat de kredietrating weliswaar het meest wordt gebruikt bij het bepalen van de hoogte van de te betalen schuldenrente van een land, maar dat het ook een indicatie is van de betrouwbaarheid als handelspartner. Kortom: hoe snel worden leveranciers al dan niet betaald.
Gezien de perikelen van de afgelopen jaren is een verlaging van de kredietwaardigheid van de USA niet heel vreemd, maar dat de belangrijkste munteenheid ter wereld zo diep is gezonken werkt toch wel vervreemdend. Dat vindt ook de Chinese overheid, die zich na het wegvallen van de euro als belangrijk alternatief voor de dollar, lijkt op te maken om met de Yuan die rol te gaan opeisen.
Niet zo heel vreemd.
China is al een paar jaar bezig goud aan te kopen in ruil voor de enorme berg steeds minder waard wordende dollars, die het land krijgt voor zijn exporten. Een grote goudreserve zal op termijn de Yuan steeds harder maken ten opzichte van de westerse munten, die thans haasje-over spelen in hun hardloopwedstrijd richting waardeloosheid. Velen verdenken de westerse centrale banken van het drukken van de goudprijs, en dat kan alleen door bestaande voorraden te verkopen. Maar als China echt wat wil op monetair gebied, zal ook haar economische verslaggeving minder onbetrouwbaar moeten worden.
De voortdurende strijd tussen de USA, de EU-staten en Japan om wie de meest waardeloze valuta heeft, zal in de komende jaren een stevige inflatie tot gevolg hebben. In de woorden van monetair econoom Edin Mujagic, de auteur van Geldmoord:
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.