Altijd maar verder, met de kudde mee
De Tweede Kamer had het gisteren over Europa. Het debat was bij vlagen vermakelijk, maar het niveau van de inhoud was bedroevend. De regering bleek zich niet de luxe van een eigen visie te hebben veroorloofd, en dat maakte dat het debat eigenlijk eindigde als een nachtkaars. Hetgeen ook de bedoeling van de regeringspartijen leek te zijn.
Het Europadebat gisteren in de Tweede Kamer was vooral een demonstratie van intellectueel onvermogen, gebrek aan overzicht en soms groteske incompetentie. Het zijn momenten dat de gedachte postvat dat het bezit van een eigen volksvertegenwoordiging inderdaad een zinloze zaak is, omdat de Kamer niet in staat blijkt te debatteren over principes zonder in partijpolitieke loopgraven te eindigen. En dan eindig je in een gezapigheid die slagzinnen oplevert als:
Europa, best wel belangrijk.
Kortom, het zal wel.
Voorafgaand aan het debat wa er enige opwinding ontstaan doordat het CDA een punt leek te gaan maken van het terughalen van bevoegdheden uit Brussel. Leek, want het ingeleverde lijstje stond op het niveau van een klas pubers die een petitie indient om de eigen schoolmelk te vervangen door een sinaasappel bij de lunch. In hoeverre een school zich moet bemoeien met de voedselinname bleef daarbij keurig buiten schot (iets waarmee de EU zich overigens inderdaad bemoeit).
De eerdere woorden van Buma impliceerden een grote schoonmaak in de Brusselse CDA-delegatie, en daarmee een ondergraving van wat de partijvoorzitter ongetwijfeld wensen zal. Dat werd al voor het debat half teruggetrokken, zodat de schoonmaak in de Brusselse CDA-burelen aan de kiezer zal worden overgelaten. En die kiezer zal van het debat gisteren evenmin het idee hebben gekregen dat de toekomst van het land bij het CDA in vertrouwde handen is. De klamme handjes van griezelpapen als Ernst Hirsch Ballin zijn uit de mode, en ik zie ze niet snel terugkomen. De deconfiture van Buma en zijn CDA ontnamen het debat zijn belangrijkste politieke landmijn: dat het CDA zou scoren ten koste van VVD en PvdA.
Het was mooi dat daarna de oppositie op de flanken (waartoe in dit verband ook D66 behoort) eensgezind probeerde aan het kabinet een visie te ontlokken, hoezeer zij ook onderling verdeeld is over de vraag waar naartoe het gaan moet en langs welke weg. En daarbij stuitte men opnieuw op een kabinet dat onderling over dergelijke vragen verdeeld is, en er eigenlijk niet over denken wil omdat het overtuigd lijkt van de historische onvermijdelijkheid van de koers richting Europa. Als dergelijke overtuigingen in de jaren 60 hadden overheerst waren wij nu nog steeds herstellend geweest van de gevolgen van 50 jaar totalitair communistisch bewind, in plaats van er via een parabool op af te koersen.
Daarmee werd gisteren opnieuw in essentie aangetoond, dat intellectueel debatteren met een imbeciel niet bevredigend is. En een Kamermeerderheid van 79 gekozenen gedroeg zich als uitgesproken imbeciel. Samsom zei: Europa! Zijlstra zei met veel omhaal: daarover moeten ze het in het kabinet maar eens worden. En het kabinet weet, dat als het eerst een standpunt inneemt, dat inbrengt in het Brussels overleg, het later irrelevant is dat de Kamer mogelijk dingen graag anders had gezien (en de publieke opinie? Hah!). Jammer, jammer, uw beurt is al voorbij. Het zou de Nederlandse onderhandelingspositie immers maar schaden als daarover tevoren gesproken was.
Het is de ultieme minachting voor het electoraat. Gisteravond na afloop accuraat verwoordt door premier Rutte:
“Als u een referendum wilt, richt u maar een politieke partij op.”
Oftewel, in goed oud-Haags: tief op, ik doe zoals het mij uitkomt: en zolang die 79 trekaapjes in de Kamer van mij afhankelijk zijn voor hun baantje, kunt u de kolere krijgen.
Je wenst het hem niet toe dat de gehele bevolking ooit ten volle gaat begrijpen hoezeer hij hen een oor aannaait. Nu niet, en later niet.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.