DE WERELD NU

Alexandra’s Reis – 17 –

Alexandra's Reis

Het is 24 september 2014. De e-mail uitwisseling tussen Alexandra en Merlijn waaiert verder uit. In een Servisch kroeg verslikt Alexandra zich bijna tegelijkertijd daarin en in een lokaal gerecht.

Jan Hus en een portie Moravische hummus

Alexandra had plaatsgenomen achter het bureautje in haar hotelkamer, een van de meest luxueuze van Hotel Royal. Na vijf dagen werd het wel tijd om een nieuw bericht te sturen aan Merlijn, maar hoewel ze meer dan voldoende stof had om over te schrijven, kon ze niet goed op gang komen.
Ze begreep wel waarom ze juist in de laatste nacht van haar verblijf in Boedapest over haar moeder had gedroomd. De aanleiding daarvoor was gemakkelijk aan te wijzen: het veertienjarige meisje dat haar moeder verloor. De avond ervoor was dat, in het restaurant van het hotel aan het tafeltje naast het hare, enige tijd het onderwerp van gesprek geweest. Dat ze weer terug moest denken aan die droom op het moment dat ze op het stuk van de M75 kwam, nog in Boedapest, waar links en rechts doorzichtige schermen zorgen voor een beetje minder autoherrie in de woonwijken erachter, lag ook voor de hand: de verkeersdrukte en het vinden van de juiste route eisten daar niet meer haar volledige aandacht op. Waarom de droom haar zo zwaar had geraakt: dat was een heel ander verhaal.
Van de afhaallocatie van de huurauto tot Hotel Royal in Senta was het minder dan 250 km rijden geweest, maar ze had vanwege de opspelende emoties een tussenstop ingelast bij een wegrestaurant. De beklemming die ze ervoer leek letterlijk op haar hartspier te werken en opwellende tranen belemmerden haar het zicht op de weg.
Ze had geen zin om haar correspondentievriend, nou ja vriend, kon je hiervoor het losse woord correspondent gebruiken?, iets te schrijven over de lange doodsstrijd en het overlijden van haar moeder toen ze zelf veertien was.
De telefoongesprekken die ze had gevoerd in het wegrestaurant hadden haar goed gedaan. Ze had haar studievriendin, haar verloofde en haar vader ook precies in de goede volgorde aan de lijn gekregen. Sophie had haar in Nederland vaak geholpen met praktische zaken, maar op het vlak van relaties en emoties lagen de verhoudingen omgekeerd: dan was Alexandra degene die hulp bood, was zij degene die een beetje moederde over haar iets jongere vriendin. Nu had Alexandra haar bij uitzondering bijna openlijk gevraagd om emotionele ondersteuning en was gebleken dat Sophie uitstekend in staat was om die te geven. Het leek wel of dit voor haar ook een praktische aangelegenheid betrof, zo gemakkelijk en trefzeker had ze geholpen om de zaken op een rijtje te krijgen. In de droom had haar moeder haar beschuldigd, maar dat droompersonage was natuurlijk geboetseerd uit de klei van haar eigen schuldbewustzijn. Het gevoel van schuld over het feit dat het haar destijds, in de loop van de maanden, steeds moeilijker was gevallen om te moederen over haar moeder. En over haar vader!
Misschien kwam het wel door de grote spiegel. Tegen de muur waar het bureautje tegenaan stond. Haar eigen gezicht zo dichtbij. Terwijl ze probeerde de onderwerpen op een rijtje te zetten waarover ze Merlijn wilde schrijven, moest schrijven, gingen haar gedachten voortdurend terug naar de gebeurtenissen van die ochtend en naar haar moeder. Zou ze er toch iets over opnemen in haar e-mail aan die Nederlander met zijn paternalistische en provocatieve trekjes?
Toen ze eenmaal de eerste regels had, kwam de rest vanzelf.

Hallo Merlijn,
Vanmorgen ben ik weggereden uit Boedapest. Het is te ingewikkeld om uit te leggen maar als gevolg van een droom over mijn overleden moeder, kwam ik onderweg naar Zenta (of Senta, zoals ze het hier vaker aanduiden) in een bijzonder wegrestaurant. Van enige afstand zag het eruit als een chauffeursrestaurant, en dat was het ook, maar binnen bleek het daarnaast ook nog een hotel te zijn. Een met een beetje jugendstilachtig interieur. Het glas-in-lood in het plafond deed me denken aan restaurant Broers in Utrecht waar ik een paar keer was met een studievriendin. In Wenen en Boedapest heb ik natuurlijk ook veel gezien dat aan “Art Nouveau” doet denken. Hotel Royal waar ik nu zit, is zowel van binnen als van buiten daarin uitgevoerd. Tegenover deze bouwstijl, als je het zo mag noemen, sta ik ongeveer zoals tegenover de muziekstijl jazz: afhankelijk van de uitvoering en mijn stemming zit mijn oordeel tussen “mooi, bijzonder”, “helemaal niks” of zelfs: “nogal irritant”.
Toen ik hier arriveerde kwam ik gelijk in een goede stemming. Geveldecoraties op muren in zachte kleuren geven met het juiste zonlicht een beetje zo een idee van marsepein. Heel mooi soms.
Vriendelijke mensen ook.
Direct bij de receptie hangt een reusachtig schilderij. Op het eerste gezicht lijkt het een abstract stuk, maar dan zie je dat het een afbeelding is van een groot soort eendagsvliegen. En dan heel groot afgebeeld. Deze insecten zorgen voor een natuurfenomeen dat tegenwoordig voor meer bekendheid van het dorp zorgt dan de slag van 11 september! In juni komen ze binnen een paar dagen met miljoenen tegelijk in het volwassen stadium; waarna ze gaan vliegen en zich voortplanten. Dit wordt “het bloesemen van de Tisza” genoemd. En Tisza is dus dezelfde rivier waarin in 1697 letterlijk tienduizenden soldaten van het Ottomaanse leger verdronken. In de grote eetzaal hangen schilderijen die gemaakt zijn door dezelfde kunstenaars als van die vliegen en die hebben de veldslag als onderwerp! De doeken zijn ongeveer even groot en zijn ook bijna helemaal in zwart-wit uitgevoerd, met alleen wat bruintinten. Ze doen denken aan dat beroemde schilderij van Picasso van de bombardementen op Guernica.
Bij Wikipedia vond ik bij het lemma over de slag een afbeelding van een ander schilderij. Van de hand van Ferenc Eisenhut, een van de meest geroemde schilders van die streek. Dat schilderij is ontzaglijk groot. Veel groter dan dit in het hotel. Zelfs nog een stuk groter dan bijvoorbeeld de Nachtwacht van Rembrandt. Ook voordat daar een stuk van afgesneden werd. Het is eigenlijk best vreemd dat ik tijdens mijn studie nog nooit iets over deze Eisenhut gehoord had. (Of ben ik het weer snel vergeten?) En het eerste schilderij waar hij aandacht mee trok heette, je gelooft het niet: “Heilung durch den Koran in Beirut”. Eisenhut reisde meerdere keren naar het Ottomaanse rijk en nog verder naar het oosten. Hij ging dood aan een ziekte die hij opliep in een gebied dat nu in Oezbekistan ligt. Mensen loven zijn werk omdat het zo precies weergeeft wat hij zag in het Ottomaanse rijk.
Ik vind het niet prettig om zijn werk te bekijken. Het is wel knap uitgevoerd, maar er zit ook iets akelig romantiserend, exotiserends in. Ik maak hier geen typefout: met een “x”, niet met een “r”. Hij heeft verschillende werken gemaakt waarop haremvrouwen worden afgebeeld. Hij vestigt sterk de aandacht op hun naaktheid. Zelfs op een schilderij waarop twee vrouwen helemaal naakt zijn afgebeeld, met hun voeten in een blok hout geketend – het heeft ook iets met “straf” in de titel – liggen ze er nog op een speciale manier bij. Ik denk dat “bevallig” daar het juiste woord voor is. Mijn aandacht gaat vooral naar de donkere mannen dicht in de buurt van die vrouwen op die verschillende schilderijen: dat zullen wel die beroemde eunuchs zijn. Of zeg je dan ‘beruchte’?
Mijn bezoek aan het monument dat aan de slag is gewijd, was een akelige ervaring. Het ding zelf vond ik lelijk. Eerst dacht ik dat het tamelijk nieuw was – dat zou interessant zijn, in verband met een mogelijke link naar een symbolische betekenis van de aanslagen op de VS in 2001 – maar het is al in 1942 gemaakt. Zelfs het waarschijnlijk voor kinderen bedoelde houten bouwsel ernaast, heeft een erg sombere uitstraling.
En ik werd uitgescholden.
Volgens mij omdat ik een hoofddoek droeg. Een die blijkbaar herkend werd als islamitisch, want flink wat vrouwen die hier wonen, vooral oudere, dragen ook een hoofddoek. Het was op een bepaalde manier extra dreigend omdat ik niets verstond van wat de man naar me riep. Een andere man kalmeerde hem. Hij riep ook iets naar mij. Hem kon ik ook niet verstaan. Het kon een soort verontschuldiging zijn.
Daarna ben ik naar de uitzichttoren naast het stadhuis geweest die tevens museum is. Ook gewijd aan de Slag-om-Senta. Vanuit mijn hotel kan ik stadhuis en toren zien staan. Ik heb daar na de rondleiding lang met de gids gesproken. Ook over die bedreiging. Die man vertelde heel wat over Servië en wijde omgeving dat ik nog niet wist. Hij zei dat die schreeuwende man wel een Servische vluchteling kon zijn uit Bosnië-Herzegovina. Hij beweerde dat aan het einde van de twintigste eeuw de eerste grootschalige gruwelijkheden in Bosnië juist kwamen van de moslims en gericht waren tegen de Serven. En hij kwam met een hele geschiedenisles over Servië. Senta ligt in de provincie Vojvodina. Nadat de Habsburgers het hadden opgegeven om het woongebied van de Serven nog te verdedigen tegen de Ottomanen, vluchtten veel Serven daarnaartoe. Wanneer je die verhalen over de Balkan hoort of leest, dan krijg je de indruk dat de bewoners beschouwd werden als een soort buffers. In het verhaal van die man zaten veel opmerkingen over verraad en verlies. Dat deed me denken aan wat Hiwa mij heeft verteld over de geschiedenis van de Koerden. Dat maakt het voor mij gemakkelijker om wat sympathie te voelen voor de Serven.
Die gids was bijzonder negatief over de Hongaren. In Hongarije had ik op verschillende plaatsen borden gezien met een vreemde kaart met het woord “Összetartozunk” erbij. Die gids vertelde dat die borden dus van die rechts-extremisten zijn: Jobbik en andere groepen. Hij vergeleek ze met nazi’s. Hij vertelde ook wat over het Merelveld waar ik morgen naartoe ga.
Het herdenken van die slag om het Merelveld is dus niet helemaal te vergelijken met dat van de slag om Karbala, tussen de soennieten en sjiieten: de Serven verloren wel van de Ottomanen, zoals de sjiieten verloren van de soennieten, maar in 1389 verloren allebei de legers op dat “veld” het grootste deel van hun soldaten en beide militaire leiders stierven ook. Mijn indruk is dat de Serven niet zozeer hun nederlaag herdenken, maar meer wat zij beschouwen als het verraad door de rest van Europa. Ik wist niet dat het woord Kosovo (dat nu de naam is van een land) in de Servische taal verwijst naar datzelfde Merelveld. Dat hele gebied heeft voor sommige Serven echt een speciale betekenis voor hun natie. In de loop van de tijd zijn er steeds meer Albanezen komen wonen en de Serven zouden daar juist slachtoffer van etnische zuiveringen zijn geweest. Hoe meer de mensen zich daar met het verleden bezighouden, des te explosiever wordt het er, vrees ik.
Helaas ben ik nog vergeten te vragen of het museum sinds 2001 meer bezoekers krijgt. Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af hoeveel musea er gewijd zijn aan één enkele veldslag uit het verleden.
Ik ben benieuwd of ik ook nog meer te weten zal komen over hoe dat zit met de rol van de Albanezen op de Balkan, in verband met die Ali Pasha die jij eerder noemde. Dat boek over hem van die Hongaar, Jokai, heb ik gelijk gedownload toen je het tipte. Gratis. Echt een bijzonder persoon die Ali. Wanneer ik het Merelveld heb bezocht, ga ik langs zijn oude vesting in Tepelenë – dat is in het tegenwoordige Albanië – daarna naar zijn mausoleum in Ioannina dat in het huidige Griekenland ligt en dan via Athene naar Istanboel.
Vriendelijke groeten,
Alexandra,
24 september, Senta, Servië

Ze twijfelde lang voordat ze op de verzendknop tikte. Vooral van dat stuk over Servië kon Merlijn weer munitie maken. Ze had ook niets geschreven over de twijfels die zijn vorige bericht hadden opgeroepen. Dat zou ook wel erg lastig zijn. Aanslagen die honderden levens kostten vergeleek hij met een boete van een paar honderd euro: het had haar doen denken aan psychopathie. Niet echt een onderwerp om met de man zelf over te corresponderen. Terwijl ze haar bericht, na het versturen, nog eens herlas, ontving ze een e-mail van Jeff. Hij meldde dat hij samen met Rob naar Malta zou gaan. Hij schreef ook over de reis van Maya en haar bezoek aan Islamabad in Pakistan. Even overwoog ze hierover nog iets na te sturen aan Merlijn.
Toen ze de volgende dag Merlijns antwoord las, tijdens een tussenstop op de route naar het Merelveld, bleek uit zijn post scriptum dat Jeff hetzelfde of een vergelijkbaar bericht ook aan Merlijn gestuurd had. Het was een onbetekenend detail in zijn lange, lange bericht.
Ze las het in een eetgelegenheid in het noorden van de stad Niš. Een donkere kroeg. Dat was ook de letterlijke vertaling van de naam ervan. De gids in het museum in Senta had haar het adres gegeven. Zonder die tip was ze hier nooit terechtgekomen.
De vissoep was sneller opgediend dan ze had verwacht. Ze had haar tablet niet opgeborgen, maar rechtop gezet en het hele verhaal gelezen terwijl ze at.

Hallo Alexandra,
Wat een interessant verslag. Voordat ik wat inhoudelijke aanvullingen en reacties geef, kom ik, zoals beloofd, terug op de kwestie katholieken vs protestanten. Bedankt dat je me er toe hebt aangespoord om dit nu eens heel kort op te schrijven. Het was voor mezelf ook erg nuttig. Behalve met de kwestie soennieten vs sjiieten maak ik ook een vergelijking met christendom vs islam.
Wanneer je in grote lijnen iets schrijft of zegt over godsdiensten, is het goed om te beginnen met vast te stellen dat alle godsdiensten zaken hebben overgenomen van oudere godsdiensten en denkscholen. Soms zie je dat duidelijk terug in de geschriften van dat nieuwe gedachtegoed, soms niet.
Het concept ‘zoon van God’ bijvoorbeeld. Dat is echt een kernbegrip binnen het christendom, maar dat concept was al te vinden in verschillende oudere godsdiensten in andere delen van de wereld. Die schatplichtigheid wordt vrijwel nooit benoemd. Dat ligt anders met hoe het christendom voortkomt uit joodse tradities. Even goed – of juist daardoor? – is het christendom gedurende bijna haar volledige geschiedenis doordrenkt geweest van haat tegen Joden. De dood van Jezus werd de Joden als volk aangewreven. Maar intussen worden de joodse wortels van het christendom onderkend door iedereen die zich ooit serieus verdiept heeft in het onderwerp. In het Nieuwe Testament zelf komt die link expliciet en uitgebreid aan de orde.
Je bent vast wel bekend met die indeling van de christelijke Bijbel in een Oud en een Nieuw Testament. Dat OT heeft een grote overlap met de Torah van de Joden. Daarin vind je onder andere de teksten van en over Mozes. Mozes is echt dé man van de strenge en precieze geboden. Een van de akeligste joodse personages die voorkomen in het Oude Testament. Èn de vaakst genoemde persoon in de Koran.
Het belangrijkste deel van het Nieuwe Testament is het levensverhaal van Jezus Christus, verteld door vier verschillende auteurs. Volgens die verhalen ging Jezus in tegen het dogmatisme, tegen de letterknechten. Als hij in debat ging was dat vooral met de zogenaamde farizeeërs: de fundamentalisten van zijn tijd, zeg maar; de ‘scholars’. Een tweede grote verandering was dat de leer van Christus niet meer alleen voor Joden bedoeld was.
In het OT en in de teksten van joodse “schriftgeleerden” is Jahweh, of God, nog heel erg van het geweld en de oorlog, maar Jezus predikte liefde, ook voor andersdenkenden. Wanneer je het hebt over protestanten, reformatie of hervorming, moet je dus in het achterhoofd houden dat het christendom zelf eigenlijk al begon als een hervorming. Ook de leer van Mohammed kun je opvatten als een hervorming. Uit de tekst van de Koran blijkt dat dat in ieder geval de opvatting van de auteur van die tekst is. De Koran staat stijf van de waarschuwingen voor wie niet luistert naar profeten. Veel van die profeten waren joods. Ook in de rest van de tekst vind je op veel plaatsen tekenen van een verwarde en verwarrende houding tegenover de joodse leer en het joodse volk. De Koran wijst de Joden (en de Christenen) erop dat ze zich niet goed houden aan de eisen die hun eigen god aan hen zou hebben gesteld! Op andere plaatsen worden de Joden dan weer als de ultieme vijanden aangewezen. Tegen die achtergrond en in het licht van de geopolitieke ontwikkelingen is het meest ironische aspect van de Koran dat het boek zich duidelijk uitspreekt ten gunste van een Joodse staat!
Met de grote nadruk in de Koran op de – Arabische – taal van het boek, lijkt het soms of deze “nieuwe godsdienst” bedoeld was als een soort “conservatief-jodendom-maar-dan-voor–Arabieren”.
Mohammed was de tegenpool van Jezus. De man uit Nazareth of Bethlehem wilde het jodendom menselijker maken en geschikt voor ieder mens: Jood of niet-Jood. De man uit Mekka of Medina wilde terug naar een dogmatische en krijgslustige leer: godsdienst als middel om de hele mensheid (weer) in te delen in twee elkaar vijandige groepen, zijn eigen volgelingen tegenover de rest van de wereld.
Het stenigen van overspeligen is het perfecte leerstuk waarmee je de verhouding tussen jodendom, christendom en islam kunt illustreren.
Die geweldsgeile straf kom je als eerste tegen in de joodse theorie.

Hoezo moest dit een verhaal voorstellen over protestanten en katholieken? Wat hij schreef kwam niet over als onzin, maar het kostte Alexandra de nodige inspanning om verder te lezen.

In de praktijk was het onder Joden ten tijde van Mohammed uitgebannen en een van de bekendste uitspraken van Jezus gaat er ook over: ‘Hij die zonder zonden is, werpe de eerste steen’. Iedere westerling van boven de 35 kent die zin. Mohammed voerde dat stenigen juist weer in.
Maar dan toch naar de protestanten en katholieken.
De begrippen hervorming en reformatie verwijzen meestal naar bewegingen in Europa in de periode van de veertiende tot de zestiende of zeventiende eeuw. Gelijk na de dood van Jezus werd er echter ook al over van alles en nog wat fel gediscussieerd en werd het nieuwe geloof op verschillende manieren in praktijk gebracht. De discussies gingen vaak, maar niet uitsluitend, over de institutionalisering en de gezagsverhoudingen binnen de godsdienst als organisatie. Er kwam een “Oost-West-schisma” en later een “Westers schisma” en dat waren niet de enige en niet de eerste.
Zo had je lang voor die veertiende eeuw gnostici in allerlei soorten: een beetje te vergelijken met soefi’s. Uit een zo’n stroming kwam het manicheïsme voort dat later weer leidde tot het bogomilisme. Ik hoorde zelf nog maar kort geleden voor het eerst van deze stroming. Hij bestaat ook niet meer. De bogomielen waren niet alleen volstrekt overtuigd van het bestaan van een god en een duivel: ze kwamen op het idee dat de hele wereld, al het materiële, geschapen was door de duivel! Ik zou dat wel het summum van godsdienstwaanzinnige zelfhaat willen noemen. Die bogomielen zaten in de gebieden waar jij nu doorheen reist!
Onder Joden wordt sinds mensenheugenis fel gediscussieerd over werkelijk alles. Daar heb je ook wel die idiote trend van de een die beter weet dan de ander wat hun god wil – eigenlijk zelf een beetje god is dus –maar in hun duizenden jaren geschiedenis was er niet zo heel veel moord en doodslag onderling. Voor een echte massaslachting moet je in de tijd terug naar Mozes. Daar heb je hem weer!
In de 14e eeuw kwam dan het ‘protestantisme’ op gang. In Engeland onder aanvoering van Wycliffe, in Tsjechië was Jan Hus de grote man. Wycliffe zorgde voor een vertaling van de Bijbel. Vele eeuwen was het lezen, en dus ook het interpreteren ervan, voorbehouden geweest aan een elite: de mensen die het Latijn beheersten. Een zekere overeenkomst met ontwikkelingen in de wereld van de islam van nú: steeds meer puberende en/of verongelijkte, jonge moslims gaan zelf de basisdocumenten lezen. Toen kreeg je de Bijbel in de eigen taal, nu heb je haatpredikers op internet met hun nostalgische verlangen naar de eerste eeuw sinds Mohammeds vlucht naar en wraak in en vanuit Medina.
In de vijftiende en zestiende eeuw gingen Calvijn en Luther tekeer tegen de leiding van de katholieke kerk. De stand van de moraal in die kerk was wat je noemt “ten hemel schreiend”. Exemplarisch was het fenomeen van de zogenaamde aflaten. Geïnstitutionaliseerde corruptie: als je geld gaf aan de kerk zou God je na je dood korter straffen!
Die Jan Hus is, historisch gezien, interessanter dan Calvijn en Luther. Vooral vanwege zijn dood. Hij werd onder valse voorwendsels naar een vergadering gelokt. Een concilie heet zo’n bijeenkomst met bisschoppen en dergelijke. Op die concilies waren eerder wel besluiten genomen die tot veel bloedvergieten leidden, maar dit was een nieuw dieptepunt: Hus kwam er als het ware voor ‘dialoog’ en terwijl het concilie nog aan de gang was – het duurde vele weken – werd hij ter dood veroordeeld en levend verbrand.
Op datzelfde concilie van Konstanz slaagde de katholieken erin om een einde te breien aan de tijd van de drie concurrerende pausen.
Het waren barre tijden. Echt heel bar. In een paar jaar tijd, begin veertiende eeuw stierven in Europa tientallen miljoenen mensen aan de pest. Echt een tijd om bange en depressieve mensen te trakteren op theorieën over het einde der tijden en “straf van God”. En voor het oplaaien van jodenhaat. De Joden deden wat meer aan hygiëne en stierven daardoor op minder grote schaal dan de christenen. En kregen daarom de schuld van de uitbraak van de zwarte dood.
Naast die bekende hervormers had je nog allerlei kloosterorden en sektes met zowel mooie als bizarre ideeën en praktijken.
En voor wat betreft de vermenging van kerkelijke en wereldlijke macht moest het ergste toen nog komen: de Dertigjarige Oorlog die onder andere aan miljoenen Duitsers het leven kostte. Begin zeventiende eeuw. Coalities werden gesloten tussen katholieke en protestantse landen tegen andere katholieke en protestantse landen. Uiteindelijk afgesloten met de Vrede van Westfalen, door velen beschouwd als cruciale aanzet voor die scheiding van kerkelijke en wereldlijke macht in Europa.
Die oorlog – het was eigenlijk een serie oorlogen – is enigszins vergelijkbaar met de oorlogen tussen soennieten en sjiieten: in beide gevallen is van een onderliggende religieuze kwestie gewoon geen sprake. Maar of een vergelijkbare vrede denkbaar is?
Daar waar de soennieten de (absolute) macht hebben is de oppositie vaak sjiietisch en andersom. Die vermenging van godsdienst en staat kent in de praktijk verschillende varianten en bijna nergens hebben de godsdienstwaanzinnigen de totále macht. En helaas, hier kan echt geen misverstand over bestaan: die verstrengeling is niet iets wat mensen er later bij hebben gehaald maar juist een hoeksteen van de leer van Mohammed.
In die zin zijn die conflicten dan weer niet te vergelijken met die tussen katholieken en protestanten. Direct na de dood van Mohammed was er één allesoverheersende ‘geloofsvraag’: wie is de baas. De baas over alles. Van de gedachten van mensen tot de manier waarop ze naar de WC horen te gaan. De soennitische en sjiietische beschrijvingen van de onderlinge strijd die uitbrak in het mohammedaanse jaar 10, het jaar van de complete vermenging van godsdienst en politiek, verschillen wel sterk van elkaar, maar van geen van beide stromingen hoor je zelfs maar een suggestie dat het om iets anders dan die machtsvraag zou gaan.
Vriendelijke groeten,
Merlijn,
25 september, Hotel Phoenicia, Malta
PS: Van Jeff hoorde ik dat Maya de Vries – dat jonge meisje op de schrijfcursus, geboren in Bangladesh – nu daadwerkelijk in Pakistan zit. Geen fijn land. Zeker voor vrouwen niet. Ze was op een politiebureau ontboden vanwege vragen die ze had gesteld. Die hielden verband met de spanningen tussen India en Pakistan, met name de nucleaire spanningen van 1998.
In een e-mail aan haar heb ik haar onder andere wat geschreven over de geschiedenis van Pakistan, India en Bangladesh. Ook over weinig bekende aspecten van de onafhankelijkheidsoorlog van Bangladesh. Ik twijfel een beetje of ik dat wel had moeten doen. Achteraf heb ik het gevoel dat ze nog te jong is om die narigheid onder ogen te kunnen zien. Op de cursus had ik haar ook al aangeraden om het boek “Schaamte” te lezen van Taslima Nasrin. Had jij wel eens gehoord van dat boek of die schrijfster?
PPS: Ik neem aan dat je – met het oog op de veiligheid – niet via Mitrovica naar het Merelveld reist. Misschien is het verstandig in Kosovo juist wel een hoofddoek te dragen.

Ze had de hele tekst in een keer uitgelezen. Ja, hij had haar van te voren gewaarschuwd, maar ze voelde zich toch overvallen. Verraden bijna.
Had hij nu eigenlijk gewoon zijn masker van “wetenschapper” laten vallen? Of was dit nu atheïsme in de meest pure vorm? Voor een overtuigde atheïst was hij dan weer erg positief over het katholicisme. Begripvol. Vergevingsgezind toch in ieder geval. Ze dacht terug aan een eerdere e-mail waarin zij hèm erop gewezen had dat men zich in de islamitische wereld gewoonweg geen voorstelling kan en/of wil maken van atheïsme. Dat was natuurlijk helemaal geen nieuws geweest voor hem, begreep ze nu. Onwillekeurig moest ze denken aan een nieuwsbericht van een of twee jaar eerder over de Saoedi’s. Dat ze atheïsme officieel tot vorm van terrorisme hadden verklaard. Was dat ingegeven door angst voor verhalen zoals dit epistel van Merlijn?
Het tussenzinnetje “zelf een beetje god dus” bleef na-echoën. Wie waren in Merlijns ogen allemaal godsdienstwaanzinnig?

De vriendelijke, besnorde ober – de eigenaar? – bracht haar de “Moravische Urbenes”. Het heette een salade te zijn, maar het zag er uit als hummus. Een smeerbare brei. Gelukkig was het haar met behulp van gebarentaal en een enkel Duits woord gelukt om er brood bij te bestellen. Het leek erop dat de man met het aanraken van zijn gezicht en wijzen naar het hare, commentaar gaf op de verandering in haar stemming. Ze probeerde maar niet uit te leggen waar die omslag vandaan kwam. Ze begreep het zelf nauwelijks.
Even was de neiging opgekomen in een keer terug te rijden naar Boedapest en van daaruit rechtstreeks naar Istanboel te vliegen. De Balkan verder te laten voor wat die was: onvoorspelbaar, een mengsel van vriendelijkheid en meedogenloosheid. Inderdaad volop bezig met verlies en verraad. Verongelijkt. En vooral ondoorgrondelijk. Zoals die Merlijn zelf.
Toen ze een eerste hap nam van de hummus, had ze zichzelf al weer tot de orde geroepen. Ze had zich te veel laten leiden door zijn suggesties, misschien. Haar eigen schuld. De boodschap die hij overbracht met zijn laatste bericht, deed niets af aan het feit dat het een goed idee was geweest om hierheen te reizen. Ze stond ook nog steeds achter het thema van hun correspondentie.
Had hij dit allemaal net even uitgezocht en geschreven? Of had hij het allang klaarliggen en het beste moment afgewacht om het aan haar te sturen?
Hij had helemáál niet gereageerd op haar verslag. Eigenlijk alleen in dat tweede post scriptum. En dat kon je ook lezen als sarcasme.
Moravië en eten. De enige link die ze had gelegd was via een recept voor suikertaart dat ze ooit geprobeerd had. Aardappelpuree in het deeg. De aanslag op haar tong kwam door die foutieve associatie nog harder aan. Ze nam een paar grote slokken water. De ober was in twee stappen bij haar. Zijn gebarentaal was nu heel duidelijk: niet drinken, brood eten. Hij stopte het nog net niet in haar mond. Wat ze voor paprikasnippers gehouden had, bleken flinke stukken rode peper. De tranen biggelden over haar wangen. Ze schoot in de lach. Het was een bevrijdende lach, zij het met een hysterische ondertoon. De Serviër glimlachte maar wat naar haar. Hij snapte er nu echt helemaal niets meer van. Arabieren!

Toen ze klaar was met huilen en lachen en nog wat urbenes gegeten had, nu dun uitgesmeerd op stukjes brood, kreeg ze het idee dat ze de e-mail opnieuw moest lezen. Hij was toch wel erg goed geïnformeerd. Maar wat was zijn agenda? Welk deel van zijn verhalen was provocatie? Wie was die man?
Ze ging het bericht niet opnieuw lezen. Ze zou het negeren. Hij had ten slotte ook niet echt gereageerd op háár bericht. Focussen op het vervolg van haar reis. Eerst op de bezienswaardigheden die verband hielden met de slag om het Merelveld.