DE WERELD NU

Alexandra’s Reis – 1

Alexandra's Reis

De dag voor Eerste Kerstdag. In 2020. Ook een mooie dag om weer eens met iets heel anders te beginnen. Een faction-roman van Frans Groenendijk in feuilleton vorm: Alexandra’s Reis.

Vandaag alleen de Proloog. Eronder treft u een overzicht van de belangrijkste personages. Het geeft een zekere indicatie van wat u zoal kunt verwachten. Tot en met Nieuwjaarsdag zullen we er elke dag een stuk uit publiceren, daarna zullen de afleveringen vooral in het weekend verschijnen.

De auteur schrijft in een nawoord: “Weliswaar zijn bijna alle gebeurtenissen en alle handelende personages fictief, maar verder verwijst alles in dit boek naar harde realiteit of geschiedenis. Zodoende bevat het boek meer, nuttiger en betrouwbaarder informatie dan een jaargang van een gemiddelde krant. Ik houd wel van bescheidenheid, maar daarin kan men ook overdrijven.”

Veel lees- en leerplezier.

Proloog

Het treinstation bevindt zich aan de rand van de bebouwing. In het bos bijna. Verrassend voor een plaatsje dat goed beschouwd later kwam dan spoorlijn en station.
Een nauw, naargeestig tunneltje verbindt de perrons. Het heeft schreeuwerig gekleurde wanden en is bij de trappen voorzien van grote, metalen oppervlaktes die haar, in weerwil van de sterk spiegelende werking, een beetje doen denken aan papier-maché.
Geen stationsrestauratie vanzelfsprekend.
Het terras van het café even verderop, biedt uitzicht op een terrein dat tot de laatste vierkante meter vol lijkt te staan met hijskranen en voertuigen van een onwaarschijnlijke variëteit in soort, grootte en leeftijd. Gezellig.
‘De koffie is klaar’, leest Hannah onder de naam van de uitbater.
‘Maar hoe lang al?’, zou Pa zich hardop hebben afgevraagd.
Er is regen voorspeld, maar de zon schijnt nu nog volop. Er zit niemand buiten. Is de zaak eigenlijk wel open? Hoewel het etablissement volgens het bordje met openingstijden al tien minuten open zou moeten zijn, zit de deur nog op slot. Haar vader was nu ongetwijfeld begonnen over het risico van te lang warm gehouden koffie. Dat dat nu aanzienlijk kleiner zou zijn. En hij was doorgelopen naar het AC-restaurant dat net voorbij de snelweg moet liggen.
Hannah doet dat niet. Ze brengt haar gezicht nog wat dichter bij de ruit en ziet beweging binnen. Een dertiger met rossige baard. Beetje simpele uitvoering van Vincent van Gogh. Een door en door betrouwbare goedzak. Of een seriemoordenaar. Niet iets daartussenin. Hij heeft allebei zijn oren nog. Ze waagt het erop en tikt op het glas. Wanneer de Van Gogh look-a-like haar ziet, verdwijnt het misnoegen onmiddellijk van zijn gezicht. Hij aarzelt geen moment om de deur van het nachtslot te komen doen. Het verbaast haar niet. Ze behoort op haar veertigste nog steeds tot de categorie vrouwen die zelfs met kaalgeschoren hoofd en zonder make-up nog door heel veel mannen aantrekkelijk gevonden zou worden. Zelf is ze met haar zomerkapsel – halflang, sluik, kastanjebruin – niet helemaal tevreden.

De schrijfcursus waar Hannah Lorentz naar onderweg is, wordt gegeven op een bijzondere locatie. In een van de polders in het IJsselmeer. Als fenomeen door en door Nederlands. Zo dunbevolkt als Frankrijk en in dat landbouwgebied op de bodem van de Zuiderzee, dan weer in een stukje bos. Tegelijkertijd ook een totaal andere omgeving dus, dan waar groot- en kleinsteedse Nederlanders het leeuwendeel van hun leven in doorbrengen.

Ze heeft nog ruim een uur tot het geplande vertrek van de bus naar het cursus- annex kampeerterrein, maar die wachttijd is geen tegenvaller. Ze heeft zich welbewust laten leiden door een creatieve opwelling. Het vak waarin ze lesgeeft op de middelbare school heeft officieel creatief in de naam, maar in haar werk als schrijfster en schrijfcoach moest ze toch meer doen met impulsen die dat bijvoeglijk naamwoord waardig zijn, had ze bedacht. Het idee om een korte tussenstop in te lassen in ’t Harde was bij haar opgekomen toen ze met Hendrik, haar oudste zoon, de omgeving van het terrein en de reis ernaartoe verkende met behulp van Google Maps.
’t Harde. Een dorpje aan de rand van de Veluwe. Bible Belt. Unieke naam trouwens, met die losse t. Er woonde nog praktisch geen mens toen het plaatsje die merkwaardige naam kreeg. Destijds werd het gebied ook wel aangeduid als Het Harde en De Harde. De bekendheid en bijzondere associaties die het dorp aankleven, dankt het niet aan die naam, maar hebben te maken met vragen van oorlog en vrede. Hendrik was vooral opgetogen geweest toen hij ontdekte dat op de satellietfoto’s, op het hek om het militaire oefenterrein, zelfs het speciale prikkeldraad te onderscheiden was. Zo veel duidelijker dan de foto’s die generaal Colin Powell destijds aan de VN-veiligheidsraad liet zien, in het kader van zijn betoog over de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein. Volgens de verhalen zouden in ’t Harde ook van die wapens liggen of gelegen hebben.

Vincent blijkt eigenaar van Frankens Café. Terwijl hij bezig is met een primitief koffiezetapparaat, spant hij zich in om spraakzaam en welbespraakt over te komen. Hannah raakt er niet van onder de indruk. Het idee dat haar goedzak-inschatting juist was, wordt er alleen maar door versterkt. Seriemoordenaars zijn geslepener. Hoewel? Zouden psychopaten van het type Ted Bundy geen simpelheid kunnen veinzen? Maar dan: Franken is nauwelijks groter dan zijzelf en ze weet zichzelf in staat om razendsnel haar hakken een functie te geven waar het voorvoegsel stiletto- beter bij zou passen dan naald-.
Ze moest trouwens niet vergeten die dingen op tijd uit te doen. Jaren terug had ze een keer deelgenomen aan een cursus van de organisatie waarvoor ze nu als docent gaat optreden. Als het tegenzat stond ze straks met die hakken op een drassig grasveld. Erin dan eigenlijk.

Hannah heeft wel prettige herinneringen aan die eerdere cursusvakantie. Beeldende vormgeving. Ze had er kennisgemaakt met de fluweligheid van geschuurd hout. Dat had iets aards, bijna sensueels. Waarschijnlijk de reden dat ze het zich zo goed herinnerde. De kinderen waren toen ook mee. Het was vanzelfsprekend dat ze hun eigen tenten opzetten. Ze hadden zich destijds weinig zorgen gemaakt over teken. De naam van dat ongedierte riep toen wel walging op, maar je dacht niet gelijk aan de sluipende en slopende ziekte van Lyme. Een speciaal tekenpincet in de bagage en de discipline opbrengen twee keer per dag iedereen te controleren, volstonden. Deze keer is de bijbehorende veranda een extra overweging geweest om een tent te huren die al voor je is opgezet. Vanwege de overkapping van het buitenzitje vooral.

Ze is een tikje zenuwachtig nu ze voor deze organisatie voor het eerst de rol van docent gaat vervullen. Eigenlijk heeft ze te weinig energie gestoken in de voorbereiding, maar ze is niet bang dat de cursus daardoor inhoudelijk zal mislukken. Haar onzekerheid heeft te maken met het vooruitzicht dat ze erg veel tijd door gaat brengen met de cursisten. Moet ze beducht zijn voor de andere soort groepsdynamiek waar je mee te maken krijgt als je met volwassenen werkt? Veronderstelt de organisatie dat ze daar iets mee doet?

Franken brengt haar de bestelde koffie. En een plakje cake waar ze níet om heeft gevraagd. Hij maakt ook geen aanstalten om uit zichzelf een gepaste afstand te houden en ze moet dus optreden. Hem al te direct zijn plaats wijzen zou mogelijk niet alleen zíjn, maar ook haar eigen stemming bederven. Gelukkig valt haar oog op een bordje tegen de boog naast de toog: je kan bij Franken een achterzaaltje reserveren. Die informatie brengt haar op een idee voor een elegante uitweg. Door over het huren van de ruimte te beginnen herinnert ze hem eraan dat hij hier een zaak drijft. Het werkt wonderbaarlijk goed. De spanning lost helemaal op en zijn poging zakelijk over te komen, krijgt in haar ogen nu bijna iets kinderlijk-schattigs. Toch stemt dit succes haar niet ondubbelzinnig positief.
Het gevoel bekruipt haar dat ze bezig is met meer dan alleen een afleidingsmanoeuvre. Als voorgevoel klopt dat: drie maanden later zal ze voor de vroegtijdige reünie van de cursusgroep daadwerkelijk gebruikmaken van het zaaltje.

Belangrijkste personages
In volgorde van opkomst

  1. Hannah Lorentz
    Arnhem, Nederland. Docent creatieve vorming op een middelbare school, beeldend kunstenaar en schrijfcoach. Moeder van Hendrik, Björn en Jorien. In juli 2014 in Zeewolde, cursusleidster van personages 3, 4, 5 en 6 en van Joyce en haar dochter, het echtpaar Eest, Maria B., Merlijn T., José M., Joshua K., Loes F., Catharina G. en Tweede Kamerlid Louise Wilson.
  2. Glormu Vitale
    Mdina, Malta. Adjunct-commissaris recherche, politie Malta. Opvolger van en bevriend met personage 9. Direct leidinggevende van Yana Sant en Alejandro Tomasi.
  3. en
  4. Jeff Boot en Rob Schwartz
    Haarlem, Nederland. Respectievelijk ondernemer en katholiek en ambtenaar en moslim. Ze maken kennis met elkaar in Zeewolde tijdens de cursus van Hannah en reizen later samen naar Malta.
  5. Alexandra Meniem
    Egyptische. Den Haag, Nederland, later Heliopolis, Egypte. Kunsthistorica. Reist naar tien landen.
  6. Maya Chakravarti
    Utrecht, Nederland. Journaliste. Reist naar het Indiase subcontinent. Geboren in Bangladesh. Als dreumes geadopteerd door echtpaar de Vries.
  7. Wagdi Dukali
    Benghazi, Libië. Sjeik. Hoofd World Islamic Dawah Society.
  8. Mohamed Ali
    Benghazi, Libië. Zoon (= Ibn) van de adjudant van personage 7: Turgut Ali. Daarom ook wel aangeduid als Mohamed Ibn-Turgut.
  9. Joseph Mario Rebgha
    Msida, Malta. Voorganger van 2. Schuilnaam in Nederland: Zammit.
  10. Yasser Hotari
    Paola, Malta. Bijnaam: De Palestijn. Voorzitter moskeebestuur.
  11. Rodney Maxim
    Almere, Nederland. Bioloog. Partner Maria B.

Via deze link kunt u de andere delen (terug) vinden.

1 reactie

  1. Gerrit Joost schreef:

    Leest lekker, leuk. Grappige zijsprongen. Ben benieuwd naar het vervolg. Wel een raar bijeengeschraapt multi-divers zooitje cursisten.