Achter de politieke horizon
Er wordt wel gezegd dat politici niet verder kijken dan de volgende verkiezingen. Ik wilde dat ik zo optimistisch zijn kon.
De Nederlandse politiek is een fraai voorbeeld van de kortzichtigheid van moderne politici. In Nederland regeert een kabinet dat in haar regeerakkoord eigenlijk vastlegde dat de samenstellende partijen elk de exclusieve bevoegdheid kregen op een paar terreinen – binnen daarvoor afgesproken normen. Verder zou men wel zien, en god moest de greep maar zegenen.
Onsamenhangend
Dat totale gebrek aan samenhang is kenmerkend gevolg van de kortzichtigheid van de deelnemende partijen. In hun blinde paniek voor de onbegrijpelijkheid van de tijd waarin wij leven, besloten ze dat een meerderheid – elke meerderheid eigenlijk – in het parlement het enige doel moest zijn dat hen zou zalven als de aangewezenen om het land te regeren. Met als enige richtpunt dat ons land in de eerste helft van 2016 het roulerend voorzitterschap van de EU vervullen mocht. Voorwaar een droom van ambtelijk formalisme, aangezien het vooral een eervol baantje is waarvan het belang sinds lang terug loopt door de versterking van zowel de EC als de instelling van een voorzitter – nu Tusk, voorheen Van Rompuy.
Zodoende dat we nu al een jaar zitten met een kabinet dat met de duimen draait, en daarmee zeer vermoedelijk nog een jaar zal doorgaan tot de verkiezingen in maart 2017 ons allen uit dit lijden verlossen. Want alle nieuw opdoemende problemen waarvoor het kabinet zich in de afgelopen periode sinds 2012 zag gesteld, bleken stevige conflicten tussen de coalitiepartners te geven. Zodat slechts voor halfwas-oplossingen werd gekozen, die het land op lange termijn weinig goed zullen doen.
EU
Het enige waarover beide partijen het zo ongeveer wèl eens zijn is de EU. Zo lijkt het althans. Veelzeggend is natuurlijk dat Rutte in Brussel als scepticus wordt gezien. Vooral zegt dat trouwens veel over de stemming die in ons land heerst. Het standpunt van Rutte, dat de EU niet mag worden aangetast omdat het zoveel goeds doet, is zowel ontegenzeglijk waar als een hindernis voor ontwikkelingen in de goede richting. Ook de aanpak van het kabinet van het GeenPeil-referendum is daarvan een voorbeeld.
Als een stel Manke Nelissen gaan VVD en PvdA op de finish af. Of beter gezegd: nadert de finish hèn. Want naar hun eigen gevoel zijn ze er nog niet klaar voor, voor verkiezingen. De kans dat het kabinet nog voor de finish struikelt lijkt eerder logisch dan te vermijden – men wil de kiezer graag laten zien van de andere partij nog afstand te hebben genomen – maar vóór men binnen de range is waarbij de verkiezingen niet vooruit worden gehaald, hoeven we nergens op te rekenen. Dat houdt in dat het vanaf Prinsjesdag spannend wordt.
Niets is helemaal zeker, maar de val van het kabinet zou heel wel plaats kunnen vinden tijdens de Algemene Beschouwingen dit jaar.
Elke 4 jaar (vaak sneller) mogen wij onze democratische stem voor Nederland uitbrengen. Maar elk jaar wordt steeds duidelijker dat er geen verschil meer zit uit de bestaande partijen. Er is geen links of rechts meer…geen Groen of Liberaal. Het is een eenheidsworst die de EU dient. Alles is geoorloofd. Zelfs liegen, verzwijgen en stelen kan ongestraft gedaan worden. Iedereen houdt iedereen zijn hand boven het hoofd. Even voor de bühne het vingertje omhoog (tenslotte verwacht de kiezer dit) en alles is vergeven.
De enige EU sceptische partij PVV staat er helemaal alleen (ja zelfs SGP is voor de pluche gegaan en VNL vertrouw ik niet) voor.