De Zaak Jürgen Conings – een ander perspectief – deel 3 en Naschrift –
België volgde afgelopen maand ademloos de klopjacht op militair Jürgen Conings. Dit weekend vond men zijn lichaam. Wat hiervan te denken? Polemoloog Walter Claeys – ex-officier in het Belgische leger – zag iets anders dan de hysterische media.
Het brisante essay van Walter Claeys over de zaak Jürgen Conings verschijnt deze week (maandag, woensdag, vrijdag) in drie delen op Veren of Lood. Vandaag Deel 3, met een utgebreid Naschrift
Htet vervolg van de PTSS-soap
Met het ontslag van generaal Delcour valt in Defensie niet het doek over het PTSS-debacle. De militairen houden onder druk van de politieke omerta de bek in de pluimen maar geven het niet op.
In 2015 bleek Defensieminister Steven Vandeput (van N-VA, één van de twee flamingantenpartijen) bereid opnieuw werk te maken van een beleid rond de eerste stap in de depistage van PTSS, met name de decompressie, een periode tussen einde deelname aan een operatie en de thuiskomst van de militairen. PTSS “kon” immers een probleem zijn voor “sommige” militairen die terugkeren van risicovolle operaties in het buitenland, zo werd – voorzichtig – gecommuniceerd. Over de statistische verwachtingen werd niet gerept. U merkt het: zelfs met een N-VA-minister op Defensie wordt het volk niet gealarmeerd, maar, hij trachtte wel tegemoet te komen aan de bezorgdheid van het militair commando voor hun mensen.
Wat was Defensieminister Vandeput – die niet de beslissingen van partijgenoten die ooit Defensieminister waren, diende te ontzien: hij was de eerste N-VA’er ooit – dan wel van plan?
“De minister heeft bevestigd dat militairen die blootgesteld zijn aan kritische incidenten, zoals in het Noord-Afghaanse Kunduz, of militairen die Iraakse soldaten opleiden in de strijd tegen IS, individueel zullen gescreend worden op PTSS. Tegelijk bereidt de staf een proefproject voor om alle militairen na een buitenlandse opdracht onmiddellijk te screenen. Binnen een maand zal Defensie daarover communiceren”[28].
“Screenen”: dat klinkt als “actief depisteren”! De verwachtingen waren hooggespannen. Zou het waar zijn? Zou het establishment het rokje omkeren? Het militair commando hield de adem in…
Dat was 2015. In de pers valt daarna geen enkel spoor te vinden over de communicatie van Defensie omtrent het actief depisteren en behandelen van PTSS! In 2017 bloklettert hln.be wel: “Aantal oorlogsveteranen met posttraumatische stressstoornis neemt toe”[29]; helaas ging dat niet over het Belgisch leger maar over andere legers. Toch valt er m.i. uit de communicatie wel iets te leren, met name: “Bovendien toont het onderzoek voor het eerst aan dat het risico voor PTSS minder groot is bij militairen in oorlogsgebied. Pas wanneer ze thuis zijn, lijkt het ‘gevaarlijk’ te worden”. De Vlaamse journalist die over de Britse studie bericht, stelt zich zelfs niet eens de vraag: “Hoe zit het met onze militairen?”. Laissez passer! Eens ze thuis zijn, is het probleem voor hun gezin…!
Het onderzoek naar PTSS, waarnaar het zo-even aangehaalde artikel op hln.be verwijst en dat in “The British Journal of Psychiatry”[30] werd gepubliceerd, zou ook uitwijzen dat: “Het leger verlaten is eigenlijk al een eerste symptoom van een posttraumatische stressstoornis legt een van de auteurs van de studie uit: “We zien dat militairen met geestelijke gezondheidsproblemen sneller het leger zullen verlaten”. Dat heeft Jürgen C., nochtans soldaat in hart en nieren, inderdaad gedaan.
Het plaatje klopt volledig.
En die extreemrechtse framing?
Voor mij en hopelijk ook voor de lezer is het duidelijk, maar regering, parlement en pers blijven hardnekkig wegkijken van de oorzaken die Jürgen C. tot handelen brachten en onderhouden het beeld van de terrorist Jürgen C. .
Qua verantwoordelijkheidszin kan dat tellen!
Andere verbanden worden dus wel – gretig – gelegd: “Jürgen C. was één jaar lang lid van Vlaams Belang”. In 2021 betaalde hij het lidgeld niet meer: blijkbaar vond hij in die partij niet de antwoorden die hij zocht op de vragen die hem tormenteren omtrent politieke en militaire verantwoordelijkheden met betrekking tot de oorzaken van zijn frustraties, die ten gevolge van zijn aandoening steeds grotere proporties aannamen.
Het Belgisch establishment wil de radicale politieke partij “Vlaams Belang” reeds jaren aan de burger “verkopen” als een te vermijden rechts-extremistische partij, en tracht nu Jürgen C. als “gevaarlijke rechts-extremist” afschilderen: een product van “Vlaams Belang” en van andere organisaties[31] die in essentie een zelfstandig Vlaanderen willen[32], een moorddadig “terrorist” dankzij het gedachtegoed van die partij en van die verenigingen.
Maar, wat wordt eigenlijk bedoeld met “extreem-rechts”? Ik citeer de definitie zoals opgesteld door het C-REX[33]: “Rechtsextremisme wordt gewoonlijk gedefinieerd als een specifieke ideologie die wordt gekenmerkt door ‘antidemocratisch verzet tegen gelijkheid’.” Daar stelt zich reeds een fundamenteel probleem: op Zwitserland na, is géén der zogenaamde “democratieën” echt democratisch; zij zijn bijgevolg in zekere mate antidemocratisch.
In wezen heerst in België een oligarchie, en niet het volk, maar: doet dat hier ter zake? Zeker, wanneer het gaat over politieke partijen, maar helemaal niet wanneer het gaat over Jürgen C., vermits die niet in het bezit is van al zijn redelijke vermogens, en dit dankzij het onverantwoordelijk handelen van de Staat (die nooit PTSS als verantwoording voor de eigen misstappen kan inroepen)!
En toch grijpt de framing van Jürgen C. plaats! Dààrom wordt de Vlaming door de regimepers dagelijks op één of twee “nieuwe feiten” – of “herkauwde feiten” omtrent de korporaal getrakteerd, zo ingekleed dat ze ethisch schokkend horen te zijn, en die het gewelddadig politiek extremisme van de man zouden moeten staven: ziet, hoe moreel ontaard dat flamingantisme wel is, dat dergelijk gespuis oplevert! Het wordt niet openlijk in exact die termen geformuleerd, maar aldus wordt het wel begrepen, wat de bedoeling is.
Volkomen onthutst komt Het Laatste Nieuws, de krant die weigert zich als “Vlaams” te identificeren, op 5 juni 2021 in de analyse van de jongste Grote Peiling naar kiesintenties tot de vaststelling:
“De Jürgen Conings-affaire lijkt Vlaams Belang niet te deren: met 26,1% van de kiezers blijft de partij van Tom Van Grieken met vlag en wimpel de grootste” en “Op verre afstand volgen een reeks ‘kabouterpartijen’; die bengelen rond de 10%”[34]. Om dan met onverhulde ontgoocheling te besluiten: “Met de zaak rond Jürgen Conings kwam de partij van Tom Van Grieken de laatste week nochtans in woelig water terecht…”.
Dat Jürgen C. door een deel van het volk op het schild gehesen wordt, “schokt” het establishment maar uiteraard zijn het “de burgers” die “helemaal fout” zijn, “fout” zoals in “extreemrechts” en “fascistisch”, en niet het establishment. Zo blijft het verzuipen van de Weimarrepubliek in het nationaalsocialistische moeras een telkens opnieuw erbij gesleurd alibi om bepaalde verzuchtingen van een grote groep mensen als “onethisch” te stigmatiseren, hierbij “vergetende” dat de “Weimardemocratie” zelf aan de basis lag van het verzuipen, samen met de harde eisen aan de Duitsers opgelegd in de Wapenstilstand, ondertekend in Compiègne (11 november 1918). Vandaag wordt zelfs elke betwisting van een regeringsbeslissing weggezet als een “extreemrechtse oprisping”. Dat doet vreselijk erg Wit-Russisch aan, me dunkt!
Dit schrijft de reporter van marianne.net online, op 26/05 (website van het Franse weekblad Marianne) over de enkele marsen die hier ter morele ondersteuning van Jürgen C. werden georganiseerd: “De virtuele steun werd omgezet in het echte leven door stille marsen voor de soldaat op zaterdag 22 en zondag 23 mei in Maasmechelen (Limburg), waar hij woonde. Volgens een aanwezige getuige bracht deze mobilisatie tussen de 150 en 200 mensen samen. ‘Mensen ontmoetten elkaar in een café.
De profielen waren heel verschillend. Er waren buren, die hem persoonlijk kenden, die vonden dat hij meestal onstabiel was, dat hij niemand had vermoord. Het was meer een kwestie van solidariteit van de buurt. Er waren ook soldaten die kritiek hadden op het feit dat er geen psychologische ondersteuning was toen ze terugkeerden van overzeese operaties, en ook daar denk ik dat het meer een solidariteitsuiting van het korps betrof’, vertelde een getuige die zaterdag op de plaats van het ongeluk was”.
Enkele bijkomende conclusies
Dat Jürgen C. getroffen is door PTSS, lijk mij een uitgemaakte zaak. De radicale verandering die hij onderging, en uitsluitend in die zin te verklaren. Dat het militair commando het bij het rechte eind had met in het Medische Component en in de Koninklijke Militaire School – een universiteit – PTSS via wetenschappelijke research en ook in de praktijk grondig georganiseerd aan te pakken, staat buiten kijf. Parlement en regering zijn langdurig in gebreke gebleven, uitsluitend om met gulle hand “het vredesdividend” uit te strooien.
Maar er is meer.
De verzamelde Vlaamse pers lijkt niet meer in staat nauwgezet verslag uit te brengen over feiten. De “vijfde macht”, de media, is verloederd. De gemiddelde verslaggever is een roddeltante geworden die feiten aanpast aan de visie van de overheid, aan zijn of haar eigen opinie of aan de veronderstelde verwachtingen van de lezer: die wil – zo denkt men op de redacties – zowel huiveren als genieten van wat sappig, pikant of smeuïg is terwijl het er hoegenaamd niet toe doet of het verhaal strookt met de werkelijkheid. Dat is, kort en bondig, de “verdagallemaaling”[35] van de pers.
In een democratie zouden de media hard hun best doen om het volk zo volledig en correct mogelijk te informeren; in een oligarchie steunen de media de machthebbers, en hun belangrijkste “spelers” maken zelf deel uit van het establishment. Dat zij samen met het establishment schaamteloos de mens Jürgen C. stap voor stap ontmenselijken door hem op hetzelfde niveau te plaatsen als een Breivik, is een regelrechte aanfluiting van de mensenrechten en van alle waarden die onze beschaving beweert voor te staan en te verdedigen.
Zou men de militaire overheid kunnen betichten van te veel schroom om de politieke onverantwoordelijkheden aan de kaak te stellen, dan valt die beschuldiging volkomen in het niet vergeleken met de volgehouden degoutante drijfjacht op een mens die naar alle waarschijnlijkheid door het schromelijk gebrek aan zorgzaamheid vanwege de Staat ziek is teruggekeerd uit missies in oorlogsgebied en onbehandeld is gebleven bij gebrek aan voorzorgsmaatregelen, waaronder het actief depisteren van PTSS-gevallen onder de veteranen.
Het niet behandelen van de aandoening heeft het verder verkankeren van het syndroom toegelaten en dit, m.i., niet enkel bij Jürgen C.! Als wij hier in België opgescheept zitten met een “affaire”, dan is het niet deze van “de extreem-rechtse terrorist Jürgen C.”, maar wel één die vergeleken kan worden met de “affaire Alfred Dreyfus” in het Frankrijk van eind 19de eeuw. Maar dan niet met het leger als antagonist!
Hoe zal deze affaire aflopen?
Welnu, naar mijn overtuiging mag die niet eindigen wanneer Jürgen C. levend wordt gevonden en in hechtenis genomen of neergeschoten, en ook niet wanneer zou blijken dat hij zelfmoord pleegde. Levend moet hij eindelijk de medische behandeling krijgen die hij verdient, dat is één. In functie van de medische bevindingen, dient hij voor de rechter te verschijnen. Maar hij niet alleen.
Want twee: een Waarheidscommissie, samengesteld uit experten zonder partijpolitieke adhesie, moet in het leven geroepen worden om heel de PTSS-deconfiture vanaf de jaren ’90 te onderzoeken, de politieke verantwoordelijkheden toe te wijzen en in de schoot van het leger een breed “Wiedergutmachung”-systeem uit te werken dat niet enkel toelaat de slachtoffers uit het verleden – en desgevallend hun gezin – intensief te behandelen en te vergoeden, maar ook in de toekomst alle PTSS-gevallen actief vanaf decompressieperiode te depisteren en te behandelen.
En drie: wat is geschied, mag nooit meer voorvallen. Daarom moet per parlement veel meer militairen horen. Dat zij geen stakingsrecht genieten, valt te verantwoorden, maar wat staat daar tegenover? Actueel niets. Daarover moet ernstig worden nagedacht… en daarna moet er gehandeld worden. Militairen zijn geen marionetten; het zijn mensen zoals gedefinieerd in de UVRM.
Pas dan is naar mijn mening de affaire afgelopen.
Naschrift Walter Claeys per 24 juni
Inmiddels is het stoffelijk overschot van Jürgen C. gevonden. Tussen het afsluiten van mijn essay en de communicatie omtrent het trieste lot van de zieke korporaal, werden nog enkele opmerkelijke feiten openbaar gemaakt en grepen er enkele opmerkelijke zaken plaats. Het lijkt mij nuttig om deze, ter afronding, te vermelden en van commentaar te voorzien, zeker omdat m.i. een onderzoek ten gronde door een onafhankelijke commissie van experten met volledige bevoegdheid onafwendbaar hoort te zijn.
Al zou het mij verbazen dat die er ooit komt.
Over de plek waar Jürgen Conings gevonden werd
Jürgen C. was een uitstekend getraind soldaat, al deed het establishment hard z’n best om via de pers de man als een zwakke soldaat maar tegelijkertijd zeer gevaarlijke terrorist af te schilderen, wat m.i. contradictorisch is. Het systematisch demoniseren van de korporaal is trouwens één van de opvallendste kenmerken van de case: die framing stoot tegen de borst.
In elk geval heeft hij, eens in het maquis, een tactisch basisprincipe toegepast dat hem werd aangeleerd, met name de handeling die reeds meer dan 2.000 jaar geleden door de grote Chinese veldheer Sun Tzu werd geformuleerd: zoek de hoogte op! Hij was zeer vertrouwd met het nochtans – naar Vlaamse normen – reusachtige terrein en analyseerde het in de loop der jaren met de ogen van een tacticus: zo is hij gevormd geworden.
In “De kunst van het Oorlogvoeren” adviseert Sun Tzu de militaire leiders omwille van een aantal tactische voordelen de vijand te verlokken vanuit een lagere positie aan te vallen: strijdend bergop vorderen is immers moeilijker. Zo biedt het bezet houden van “high ground” een uitkijkpunt met een 360° breed gezichts- en schootsveld, ook omdat aldus het waarnemen van beweging in het lager gelegen landschap en het mikken op doelen makkelijker is.
Het is dus niet toevallig dat hij zijn schuilplaats bovenop een talud en onder dichte varens zocht, met in de rug een makkelijk te beklimmen boom – een eik, naar verluidt – met beschuttend bladerdak van waaruit hij ongezien overzicht kon houden.
Nu zijn er twee hypothesen mogelijk:
- OF hij heeft inderdaad de hand aan zichzelf geslagen (wat ik heb verwacht),
- OF de grote “sweeps” van troepen op bataljonssterkte in lager gelegen terrein waren afleiding voor publiek, voor eventuele “handlangers” van de “terrorist” – men dacht blijkbaar “groot”: in termen van een extreemrechtse vijfde colonne – en van Jürgen C. zelf, en… een “sniper” heeft hem uitgeschakeld.
Deze gegevens zullen meerdere van de onderzoekpunten van de partijpolitiek onafhankelijke commissie moeten omvatten. In elk geval is het verbazingwekkend dat men niet de “high grounds” in het terrein heeft gelokaliseerd en doorzocht. Naar een verborgen, in het terrein getraind militair speuren alsof hij een burger ware die niet denkt in tactische termen, dat moet m.i. vraagtekens oproepen. Ook de aanwezigheid van militairen uit andere landen versterkt die vraagtekens: in de tweede hypothese, zal men niet durven rekenen op de eigen soldaten die een wapenbroeder moeten “uitschakelen” en doet men beroep op soldaten uit een ander leger die een “pernicieuze terrorist” komen elimineren.
Over het militair persoonlijk dossier van Jürgen Conings.
Tijdens de volledige loopbaan als militair bij het Belgisch leger, worden allerlei documenten in het persoonlijk dossier verzameld: brevetten, evaluatienota’s, resultaten van cursussen en testen, bedankings- of felicitatiebrieven, tuchtstraffen, bevorderingen, enzovoort. De administratieve steuneenheid van de eenheid bewaart deze documenten. Om bijvoorbeeld evaluatienota’s te kunnen interpreteren, moet men volledig vertrouwd zijn met de militaire cultuur. Zo is een middelmatige score in de realiteit “goed” (zoals aan de universiteit een 12/20 goed is). Al verloopt de militaire rekrutering reeds vele jaren moeizaam, toch is het resultaat na opleiding en training een geselecteerde groep, dus een groep met capaciteiten en potentieel.
Op 12 juni 2021 (zou dat kloppen?) zou de krant “De Morgen” naar eigen zeggen het persoonlijke legerdossier van Jürgen C. in handen hebben. Nochtans stelt het Art. 13 van de (Belgische) Tuchtwet uitdrukkelijk dat het verboden is om gegevens die geheim of vertrouwelijk zijn, openbaar te maken. Het zou daarenboven maar al te gek zijn dat de wet op de privacy inzake de persoonlijke gegevens voor elke burger zou gelden, maar niet voor militairen.
Het lijkt mij geen moeilijk juridisch probleem want voor zover ik weet, staat het in grote letters vermeld op de kaft van het dossier: “VERTROUWELIJK”. Het persoonlijk dossier is dus integraal vertrouwelijk, en kan slechts door betrokkene en door bevoegde personen worden geconsulteerd. “De Morgen” lijkt mij geen “bevoegde personen” te werk te stellen, al denken ze daar zelf van wel.
Arrogantie leidt tot ernstige fouten: het betreft hier immers geen informatie over de goede of de slechte werking van een overheidsdienst, wat valt onder de “openbaarheid van bestuur”, maar wel over een staatsburger, en dat valt onder de GDPR (General Data Protection Regulation), ook wel AVG – Algemene Verordening Gegevensbescherming – genoemd: de Europese privacyregeling. Deze wetgeving beheert en beschermt de persoonsgegevens van Europese burgers. Militairen inbegrepen.
Los van de vraag in welke mate de knullige interpretaties van en de globale, denigrerende “beoordeling” geproduceerd en gepubliceerd door “De Morgen” de goede naam van Jürgen C. schaadt, is er bovenal een onwettigheid begaan door de persoon die het vertrouwelijke dossier tegen alle regels in aan “De Morgen” heeft bezorgd. Daarnaast is er het feit dat “De Morgen” deze naar eigen inzichten “vertaald” heeft maar wel vertrouwelijke informatie tegen de wet in verspreidt. Het is niet omdat een militair geen stakingsrecht heeft en minder rechten en vrijheden geniet dan de doorsnee burger, dat een krant ongestraft diens burgerrechten mag schenden. Jürgen C. kan daar niet tegen optreden, want hij is er niet meer, maar dan moet het gerecht het maar doen, al dan niet ingevolge de acties van een onderzoekscommissie.
Die partijpolitiek onafhankelijke onderzoekscommissie zal bijgevolg moeten nagaan wie (en in wiens opdracht) het “persoonlijk dossier” van Jürgen C. aan “De Morgen” heeft overgemaakt, en waarom. Het systematisch demoniseren van betrokkene lijkt mij een voor de hand liggend objectief, maar waarom was dat doel zo prioritair? Indachtig de partijpolitieke machinaties in het nog steeds niet afgesloten dossier “Bende van Nijvel” en in de Dutrouxaffaire, is ook dàt een pertinente vraag.
Over de aanwezigheid van medicatie voor de behandeling van psychosen
Militairen die zes maanden of langer arbeiden in een fysiek en mentaal belastend regime in gevaarlijke omstandigheden en in een milieu dat vreemd en permanent bedreigend is, staan constant onder hoogspanning. Die druk is zeer zwaar en wanneer men dan geconfronteerd wordt met gruwel, kan dat psychische schade veroorzaken. Na WW2 en Korea waren er in westerse legers heel wat PTSS-gevallen, maar de aandoening was onbekend. Eén van de PTSS-vormen is wel op het eind van WW2 erkend geraakt, met name de oorlogsneurose genaamd shellshock. Heel wat alcoholverslavingen waren en zijn nog steeds een gevolg van PTSS; alcohol was lange tijd de enige “medicatie” die sociaal aanvaard – en verguisd – werd.
De term “decompressie” wordt gebruikt om een psychologisch concept te beschrijven, dat in militaire context verwijst naar een proces dat bedoeld is om het militair contingent dat terugkeert van uitzending in oorlogsgebied, in staat te stellen zich op een geleidelijke manier opnieuw aan te passen aan de thuisomgeving, met als doeleinden (1) de kans op een problematische psychologische re-integratie te verkleinen, (2) PTSS-gevallen actief te depisteren en (3) de behandeling ervan reeds op te starten.
Andere NATO-legers kennen reeds lang dergelijke programma’s. De Belgische politiek vond deze aanpak evenwel niet nodig voor de eigen militairen. Aan het publiek werd het project verkocht als “feesten in een luxehotel op Cyprus op kosten van de belastingbetaler” en dus werd het met beschaamde militaire kaken en politieke stille trom afgeblazen. Het plan van de legerleiding was diepmenselijk en verantwoordelijk, en verdiende allesbehalve beschaamde kaken; de houding van de politieke verantwoordelijken was ronduit verwerpelijk (tot op vandaag).
Het feit dat er in de bepakking van Jürgen C. medicatie werd gevonden die wordt voorgeschreven ter behandeling van psychosen, werd gretig via de pers verspreid. In principe valt dat onder het medisch geheim; waarom werd dat dan openbaar gemaakt? Was het met de bedoeling om de indruk te wekken dat de man “gewoon” gek was? De actuele minister van Landsverdediging heeft nochtans in zo beknopt mogelijke bewoordingen de mogelijkheid van PTSS radicaal afgewezen! Jürgen C. zou dan “gewoon” uit zichzelf, mogelijks door een cerebrale “constructiefout”, of misschien wel door de indoctrinaties vanwege “extreemrechtse” organisaties, psychotisch geworden zijn. Je houdt zo’n wreedaardige lichtzinnigheid niet voor mogelijk!
“Evident” leek mij de ontkenning door de actuele minister van Landsverdediging omtrent PTSS: dat sedert 2012 een decompressieperiode brutaal werd geweigerd en geridiculiseerd, zal door het establishment vooralsnog niet erkend worden als een zware fout! Ook dit gegeven zal dan de nauwgezette aandacht verdienen van de partijpolitiek onafhankelijke onderzoekscommissie: er is op grove wijze misbruik gemaakt van de beperktheid der rechten en vrijheden van de militairen en de gevolgen zijn vooralsnog niet te overzien.
Het zorgvuldigheidsbeginsel is immers een zelfstandig beginsel van “behoorlijk bestuur”; het stelt dat een overheid een besluit gewetensvol moet voorbereiden en nemen. Het beginsel vereist een correcte behandeling van de burger (ongeacht of die al dan niet een militair is), grondig en nauwgezet onderzoek van feiten en belangen en het correct volgen van de voorgeschreven procedures. Sedert 2012 worden de belangen van alle uitgezonden militairen bewust ernstig geschaad en Jürgen C. is één van de slachtoffers van die lichtvaardigheid, maar ook zijn partner en zijn kinderen zijn dat.
In het TIJDSCHRIFT VOOR PSYCHIATRIE 57(2015)8, 604-607 vindt de geïnteresseerde lezer (online) een interessante casebeschrijving onder de titel “Traumabehandeling bij patiënte met psychotische stoornis” door E.M. KOOPMANS, M.H. EENDEBAK, H. KNEGTERING, S. CASTELEIN. Ik citeer:
“De afgelopen jaren komt er steeds meer aandacht voor de interactie tussen het hebben van een psychose en een posttraumatische stressstoornis (PTSS). De PTSS wordt veelal niet gediagnosticeerd om uiteenlopende redenen. Traumatische levenservaringen worden niet standaard uitgevraagd in de diagnostiek met als gevolg dat men een aanwezige PTSS in de klinische praktijk niet altijd vaststelt. Indien men de diagnose wel heeft gesteld, wordt de patiënt veelal niet specifiek behandeld voor de PTSS-klachten, maar staat psychosebehandeling voorop. Tot voor kort dacht men dat het behandelen van een PTSS bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid gecontra-indiceerd was vanwege het mogelijk optreden van een psychotische decompensatie bij de herbeleving van het trauma (Read e.a. 2007). Om deze reden werden patiënten met een psychose en een PTSS dan ook uitgesloten van wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van PTSS-behandelingen (Bradley e.a. 2005; Spinazolla e.a. 2005)”.
Is dàt dan het geval geweest met Jürgen C.? In mijn essay heb ik aangetoond dat alle door de pers opgetekende verklaringen afgelegd door diverse personen over de gedragingen van Jürgen C. corresponderen met de kenmerkende gedragingen van een PTSS-patiënt. Nu is PTSS als een emotionele brandwonde in de derde graad en net als een echte brandwonde gaat die, indien er geen verzorging en behandeling geschiedt, ontsteken en etteren, en sterft het omliggende weefsel af.
Door de verzwakking van het organisme dientengevolge, wordt de patiënt gemakkelijker vatbaar voor andere[37] aandoeningen. Zo zal de PTSS-lijder ten gevolge van het psychisch equivalent van de aftakeling, gemakkelijker vatbaar zijn voor psychosen. Alleen, de patiënt beseft niet dat hij een zware psychische brandwonde opliep… Een brandwonde voel je niet enkel, maar zie je. De patiënt herkent bij zichzelf de PTSS niet.
De kernvragen luiden dus:
- heeft een militaire arts Jürgen C. onderzocht, of een civiele arts, en wat was de diagnose? Normaliter moet dat ook bij de civiele arts in het medisch dossier komen en is m.i. de militaire arts geïnformeerd…
- Werd de diagnose van PTSS bij Jürgen C. gesteld maar gaf de behandelende arts de voorkeur aan het behandelen van de vastgestelde psychosen middels medicatie, terwijl de PTSS werd genegeerd?
- Werd de diagnose en therapie inzake de psychosen in fine opgenomen in het militair medisch dossier van Jürgen C.? Zo ja, welk gevolg werd eraan gegeven en zo niet: hoe komt dat?
Het feit dat Jürgen C. verder zijn militaire taken vervulde, geeft de indruk dat de eenheidsarts (was er wel één?) niet op de hoogte was en bijgevolg de hoogste bevelhebber niet kon informeren omtrent mogelijke problemen. Ook dit verdient onderzoek: de decennialange gigantische financiële aderlating van het departement Defensie heeft een enorme impact gehad op gebied van personeel en materieel en het zou mij niet verbazen dat er in het Belgisch leger een chronisch tekort is aan geneesheren.
Elf ministers van Landsverdediging (vanaf Leo Delcroix) hebben in deze boter op het hoofd, maar dat geldt ook voor de parlementen die elk jaar de begroting voor Landsverdediging goedkeurden. Materieel kan dus niemand in het bijzonder de rekening gepresenteerd krijgen, maar het openlijk aan de kaak stellen van het enorme gebrek aan zorgvuldig en verantwoordelijk beslissen en handelen mag m.i. beslist worden geofficialiseerd.
Overigens zal de onderzoekscommissie ook moeten nagaan welke omvang de gevolgen aannemen van de door de politieke verantwoordelijken genomen beslissing om de decompressieperiode aan de terugkerende militairen te ontzeggen.
Over de inquisitie van Facebook
Op 26 juni 2021 meldden de media hetgeen ook HLN online publiceerde: “De vriendin van Jürgen Conings deelde het overlijdensbericht van haar vriend, maar werd daarvoor gestraft door Facebook. Haar account is voor 30 dagen geblokkeerd, omdat het bericht in strijd is tegen de richtlijnen van Facebook. De verantwoording van Facebook luidt: ‘Content, groepen en pagina’s die terroristen prijzen of steunen, zoals Jürgen C., zijn niet toegestaan op Facebook’.[38]”
Het is niet de eerste gigantische miskleun van Facebook in de zelfopgelegde inquisitiemissie van deze digitale muurkrant, maar in het geval van de vriendin van Jürgen C. werd de flater snel weer rechtgezet. De emotionele schade van de dame is evenwel niet hersteld met een simpel excuus, maar zij ving haar rouwproces aan en dat slorpt nu al haar energie op, dus pakt zij Facebook niet aan. Toch moet het inmiddels duidelijk zijn, dat Facebook zich – vermoedelijk – op basis van het pauselijk decreet Ad Abolendam (wat betekent: “Met het doel af te schaffen”), uitgevaardigd eind 12de eeuw door Paus Lucius III ter bestrijding van Joden en andere ketters, competenties aanmeet die het platform niet hoort te bezitten!
Facebook oordeelt blijkbaar zelf wie “terrorist” is, zoals Facebook ook oordeelt over de woordenschat van elke Facebookgebruiker (maar niet voor alle hier aangewende talen: in het Arabisch kun je ongehinderd schelden). Wij leven hopelijk nog steeds in een rechtstaat, en het is een rechter die hoort te oordelen over de juridische gepastheid van de woordenschat, zoals het een rechter hoort te zijn die een burger – degelijk onderbouwd – brandmerkt als “terrorist”.
Het is niet omdat de veiligheidsdiensten Jürgen C. als “potentiële terrorist” beschouwden, dat hij dat in werkelijkheid ook was! Facebook speelt dus zelf rechter en hanteert daarvoor een zelfgefabriceerd “wetboek” dat zich boven de Belgische Grondwet en wetten verheft. Als Facebook dat mag, dan mogen moslims ook hun Sharia boven onze Grondwet en wetten plaatsen en op hun terrein die afwijkende wetten doen gelden (quod non).
Art. 12 UVRM zegt: “Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft eenieder recht op bescherming door de wet.” Op de muurkrant die Facebook mij gratis aanbiedt (als verdienmodel), schrijf ik bijgevolg wat ik wil en voelt iemand zich in eer of goede naam aangetast, dan mag hij of zij mij voor de rechter brengen, maar niet voor de Facebook-Inquisitie, waarvan je trouwens zelden uitleg ad hoc krijgt en waarbij beroep tegen het vonnis niet mogelijk is. Zoals dat ook bij Torquemada het geval was.
Art. 19 UVRM zegt: “Eenieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.” Ik heb dus het recht op Facebook mijn mening over alles en iedereen in zelfgekozen bewoordingen te ventileren en de mening van anderen te vernemen. Stel u voor dat ook de aanbieder van een GSM[39]-abonnement onze gesprekken gaat afluisteren en beoordelen volgens een eigen standaard van regels!
Facebook moet bijgevolg ofwel zijn diensten hier niet meer aanbieden, ofwel ophouden met de foto’s van Zwarte Piet of de berichten omtrent de veronderstelde “terrorist” (die trouwens geen mens verwond heeft, laat staan vermoord) te verwijderen en de boodschappers middels uitsluiting of verbanning te straffen. Dit lijkt mij een kluif voor UNIA, vermits het mensenrechten betreft, maar ik vrees dat ook dàt een vrome wens zal blijven.
Over gelijkheid en verenigingsrecht
De standenmaatschappij is een samenleving waarin de bevolking in afzonderlijke standen is opgedeeld die elk hun eigen rechten en plichten hebben. Al in de middeleeuwen kende men hier drie standen: de geestelijkheid als eerste stand, de adel als tweede stand en de rest als derde stand. Hoe hoger de stand, hoe meer voorrechten en vrijheden. Naar verluidt is in onze samenleving de standenmaatschappij uitgeroeid: égalité is de regel! Maar is dat wel zo?
Op 22 juni 2021 verneem ik van HLN (papieren krant) dat de juridische problematiek inzake de seksuele “relatietjes” van bisschop Vangheluwe met minderjarige jongens verjaard is[40]. Vangheluwe werd wel ontslagen als bisschop, maar is nog steeds gedomicilieerd in Brugge bij het bisdom. In werkelijkheid verblijft hij “in het verborgene” (ergens in de Loirestreek, in een slotklooster). Zou dat misschien te maken hebben met het feit dat hij nog steeds priester is? Dit opent de mogelijkheid tot het formuleren van de hypothese dat hij dan nog altijd op de loonlijst prijkt en dus maandelijks een wedde ontvangt betaald door de Belgische belastingbetaler: 1730 euro netto.
Ook Jürgen C. is niet door een rechter veroordeeld als “terrorist”. Op 2 juni 2021 meldt het tijdschrift Knack: “Defensie heeft een procedure opgestart voor de ambtsopheffing van de voortvluchtige militair Jürgen Conings. Dat heeft minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) gezegd in de Kamer.” De uitbetaling van wedde en eventuele andere vergoedingen werd voor wat Jürgen C. betreft quasi-onmiddellijk stopgezet. Dus geen gratis verblijf in een slotklooster, en geen gratis onderhoud, en ook geen loon. Hij ware beter pastoor geworden.
Maar we leven niet in standenmaatschappij, verzekert ons de Grondwet in Art. 10: “Er is in de Staat geen onderscheid van standen”.
Laat ons niet uit het oog verliezen dat de Belgische “revolutie” van 1830 werd op poten gezet door de hoge clerus van de Rooms-Katholieke Kerk, de hoofdzakelijk Franstalige liberalen, en Frankrijk, dat trouwens zeer kort op de bal speelde en de betaalde gewapende huurlingen met hun meelopers snel verving door Franse reguliere troepen die België “bevrijdden” van de Nederlanders. Omwille van eeuwig verschuldigde dankbaarheid geniet de Rooms-Katholieke clerus van bijzondere voorrechten.
Jürgen C. wordt aangewreven dat hij (één heel jaar lang) lid was van de politieke partij Vlaams Belang. Dat was hij, gebruik makende van het grondwettelijk verzekerde verenigingsrecht. Is er een fundamenteel verschil tussen Vlaams Belang en de Rooms-Katholieke Kerk? Jawel, maar dan alludeer ik niet op het feit dat Flamingantisme in België geen erkende religie is en de Rooms-Katholieke Kerk wel, maar wel op het feit dat beide in hun strijd om politieke macht fouten hebben begaan, en dat die foutenlast voor de Rooms-Katholieke Kerk oneindig veel zwaarder en omvangrijker is dan deze van het Flamingantisme.
Als het establishment die foutenlast aanwrijft aan de politieke partij “Vlaams Belang” èn ook aan wie er lid van is, waarom wordt de foutenlast van de Rooms-Katholieke Kerk dan niet aangewreven aan elke gelovige, aan de clerus en aan de twee politieke partijen die hun wortels hebben in die religie?
Samengevat
Zowel in het essay als in dit naschrift, heb ik op basis van feiten een reeks bedenkingen geformuleerd, alsook een hoeveelheid vragen die m.i. nader onderzoek vergen. In de aanhef van dit Naschrift, betwijfelde ik of er ooit een partijpolitiek onafhankelijke onderzoekscommissie van experten zal worden gevormd die deze kwestie, die veel groter is dan enkel maar het drama van Jürgen C., zal onderzoeken, en besluiten en adviezen zal formuleren. Van zodra een partijpolitiek onafhankelijke instantie met een betekenisvolle macht tot stand komt, is het streven van elke partij om er minstens één “mannetje” (XX of XY) in geplaatst te krijgen.
Voor je het weet, bedisselen de politieke partijen met pionnen in de commissie onder elkaar wat er moet beslist en geadviseerd worden, en zorgen de “mannetjes” dat de bevelen prompt worden uitgevoerd. Elk politiek regime heeft zijn collaborateurs, terwijl in een ware democratie slechts de democratie gediend mag worden.
Maar, hoop doet leven.
De noten zijn doorgenummerd vanuit deel 1.
28 – Karolien Grosemans op 24 april 2015; website van N-VA.
29 – HLN online 08-10-18. Bron: BBC News
30 – HLN vergat te vermelden over welk onderzoek het precies gaat, namelijk dit.…
31 – Bijvoorbeeld: (vertaald uit het Frans): Jürgen C. “zou relaties onderhouden hebben met Knights of Flanders, een groep die in het kader van de covid-crisis op complottheorieën heeft gesurft”. Bron: Luxemburger Wort online, 6 juni 2021;
32 – Veel meer gebaseerd op emotie dan op rede, maar dat is het geval met zowat elke waarde die in de top van de persoonlijke waardenschaal prijkt.
33 – Center for Research on Extremism van het Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Oslo; citaat vertaald uit het Engels.
34 – De percentages betreffen de kiesintenties der Vlamingen. Ziehier in een notendop de federale uitslag van de Grote Peiling (juni 2021) in zetels: 25 Vlaams Belang, 20 N-VA (de andere veelvuldig verguisde flamigantenpartij), 18 PS (de Franse socialisten), 14 MR (de Franse liberalen), 12 PTB (de Franse communisten), 12 Ecolo (de Franse groenen), 11 Vooruit (de Vlaamse socialisten), 10 Open-VLD (Vlaamse liberalen), 9 CD&V (Vlaamse katholieken), 7 Groen (Vlaamse groenen), 5 CdH (Franse katholieken), 5 PVDA (Vlaamse communisten), 2 Défi (Front der Franssprekenden)
35 – Dag Allemaal is “het magazine waarin je alles verneemt over het reilen en zeilen van de Vlaamse sterren en de showbizz”. Oplage: 273.258 in 2018; in 2006 was dat nog 354.815; de tendens is dus “tanend”. Zo’n 5.300.000 volwassenen (ouder dan 18 dus) benaderen als het equivalent van het leespubliek van het betrokken magazine, is ronduit denigrerend.
36 – Op één – reeds in het essay vermelde – Defensieminister na…
37 Mij daarop baserende, was zelfdoding een optie en vermits de emotionele betrokkenheid van Jürgen C. nog functioneerde, lag zelfmoord meer voor de hand dan de moord op een viroloog of een groepje moslims.
38 – Eén van de eerste problemen ten gevolge van het afschaffen van de legerdienst was het tekort aan eenheidsartsen omdat het merendeel van die functies werd ingevuld door dienstplichtige geneesheren
39 – Mobieltje
40 – Eigenlijk is heel het dossier “Operatie Kelk” verjaard; een rechter heeft zich niet kunnen uitspreken, dus is er geen sprake van misdrijven.
De andere delen van dit essay vindt u onder deze link.
Heel belangrijk.
Jurgen Conings, R.I.P.,
is door geheime diensten bewerkt en
tot actie misleid; daarna is hij ge-executeerd.
Zelfs zijn weduwe werd van ‘social media’ verbannen.
Het doel was : “corona”-hype doordrukken, islam “beschermen”,
“extreem-rechts” vals beschuldigen.
Met veel dank voor de artikelen. Voor de overheid mag je wel het vuur uit je sloffen lopen en de hete kastanges uit het vuur halen. Heb je de overheid nodig, dan geeft zij niet thuis.
Ik ga voor uw hypothese 2:
OF de grote “sweeps” van troepen op bataljonssterkte in lager gelegen terrein waren afleiding voor publiek, voor eventuele “handlangers” van de “terrorist” – men dacht blijkbaar “groot”: in termen van een extreemrechtse vijfde colonne – en van Jürgen C. zelf, en… een “sniper” heeft hem uitgeschakeld.
Zullen we het ooit te weten komen? Schanmdalig dat de vriendin van sociale media is verbannen. Onze vrijheden zijn het laatste jaar schaamteloos ingeperkt!
En heel toevallig dat de burgemeester daar fietste en hem rook…. En dit trots in wereldkundig maakte. Het stinkt!
En nu mag de familie het lijk niet identificeren, wordt een autopsie verboden en MOET Jürgen gecremeerd worden.
Inderdaad, de overheid continueert de reeks verdachte handelingen: een expertise van het stoffelijk overschot door een onafhankelijke forensische specialist wordt geweigerd: dat lijkt mij een unicum in de Belgische rechtspraak. Zelfs het simpele openen van de bodybag om het lijk door de familie visueel te laten controleren (is het wel Jürgen C.?) wordt bot geweigerd. Dit geeft voedsel aan de hypothese van een “sniper” die Jürgen C. doodde. En dat allemaal om NIET verantwoordelijk gesteld te kunnen worden voor de niet-behandeling van de PTSS van Jürgen C.? Hoeveel zelfmoorden zijn er reeds geschied onder Belgische veteranen? De advocate van Jürgen C. lijkt mij geen doetje dat zomaar klakkeloos aanvaardt wat de overheid opdist. Dit verhaal is nog NIET ten einde, en hoe harder de overheid probeert er een punt achter te zetten, hoe meer vraagtekens rijzen. Bijzonder pijnlijk!
Het verbieden van lijk-schouwing en van onafhankelijke autopsie, en het verplichten crematie,
zijn bewijzen van een complot door de overheid.
Het is te bidden, dat er onafhankelijke advocaten zich hier in vastbijten.
“EU”-konstrukt wordt anders Vierte Reich.