DE WERELD NU

Is filosoferen hetzelfde als trollen?

trollen

In gaan tegen heersende overtuigingen wordt maar al te vaak betiteld als trollen. Maar is voor filosoferen niet eenzelfde attitude vereist? Alexander van Gouwen analyseerde zijn eigen botsingen.

Begin 2017 heb ik niet veel aandacht aan Twitter of blogs gegeven, omdat ik ervoor in de plaats reacties leverde eerst op de site van historicus Jona Lendering en daarna op Sargasso (waar Jona ook een auteur is). Inmiddels ben ik op beide sites geband waarbij Sargasso als reden heeft opgegeven dat ik een ‘trol’ ben.

Nu is dat ‘trol’-ding voor mij nog altijd een wat onduidelijk begrip. Maar voor ik daar iets over zeg, eerst iets over mijn ervaringen op die twee – erg linkse – websites en hoe mijn pessimisme over de toekomst is gegroeid. Wat ik interessant vond aan Jona Lendering en Sargasso is dat we hier te maken hebben met zogenaamde intellectuelen, in ieder geval academici, aan de (uiterst) linkse kant van het politieke spectrum die als zodanig de elite van Nederland vertegenwoordigen. Ik hoopte met hen de dialoog te kunnen voeren om zodoende uit de impasse c.q. polarisatie tussen elite en volk/populisten te kunnen komen. Maar ik werd teleurgesteld.

Het standpunt van Jona en de andere auteurs van Sargasso is heel simpel en ‘klassiek’: feiten zijn feiten, wij als academici zijn professioneel getrainde waarheidszoekers, net als de gevestigde media en politici, zodat wij weten hoe het zit terwijl het volk eigenlijk niks weet en vanuit zijn onwetendheid gemakkelijk wordt misleid door leugenaars als Trump en Wilders die daarop hun politiek succes baseren. Jona acht het daarom van groot belang dat het wetenschappelijk werk toegankelijk voor de massa wordt, want dan kan de massa kennis nemen van de echte feiten in plaats van de leugens van de populisten en kan de massa aldus ‘weerbaar’ worden voor de populistische rattenvangers. Zo twitterde Jona onlangs over Baudet op een wijze die zijn minachting voor zelfs populistische collega-academici verraadt: “Otherwise, he is (as I strongly suspect) talking about things he does not fully comprehend.”. Het idee is steevast dat kennis leidt tot de juiste, dat is linkse, opvattingen, zodat bij elke niet-linkse academicus (zeldzaam als de zwarte zwaan) de vraag wordt opgeworpen hoe die zijn diploma/bul heeft kunnen ontvangen.

Ik vind dat standpunt (‘massa wordt misleid door populistische leugenaars en wij linkse serieuze wetenschappers weten het beter’) arrogant, intellectueel lui (er is immers geen echt begrip voor het gedrag van de massa) en zelfs extreem-rechts in de zin dat het regelrecht reactionair is: er spreekt een verlangen uit naar de premoderne en predemocratische tijd waarin de massa nog moest zwijgen en de adel de macht stevig in handen had. Jona bevindt zich meer in het bijzonder in de tijd van de Verlichting, dus de 18e eeuw, in de zin dat hij wel hoopt dat de massa ooit voldoende opgeleid zal zijn om over zijn eigen lot te kunnen beschikken maar hij stelt vast dat die tijd nog niet daar is. Al is de massa ten heden dage beter opgeleid dan ooit tevoren, zolang die massa achter Trump, Wilders of Brexit aanloopt is zij zonneklaar nog niet goed genoeg opgeleid en dient de elite de absolute macht te behouden (en ondertussen moet de massa terug naar school).

Dat maakt mensen als Jona en eigenlijk zo’n beetje alle wetenschappers in mijn ogen pseudo-intellectuelen: ze denken het alleen maar beter te weten op grond van hun academische vorming maar ontberen het echte inzicht of zelfs maar interesse in wat de massa beweegt. Ze zijn zelf net zo kortzichtig als de massa die ze verachten.

Zoals Hegel al benadrukte: wetenschappers laten zich leiden door de ratio met het beginsel van non-contradictie als zijn eerste wet, maar het intellect (van de intellectueel) verbindt en overstijgt tegenstellingen. Vandaar dan ook dat het heilige verbond van wetenschap en linkse politiek helemaal niet verbindt maar de samenleving juist polariseert. Ze achten zichzelf overigens niet de elite want links en ‘dus’ kritisch, maar voor zover ze de macht bekritiseren komen ze nooit verder dan het formuleren van een zeer beperkte antithese (bij wijze van het GroenLinks-standpunt tegenover het VVD-standpunt) zonder ooit een fundamentele kritiek te leveren of zelfs maar een synthese te leveren wat de taak van een echte intellectueel zou moeten zijn.

Linkse academici achten zich simpelweg intellectueel omdat ze zich tegenover de macht (met name tegenover de VVD) kunnen positioneren maar ze begrijpen niet eens de positie van de VVD, zodat ze niet beide posities – these en antithese – begrijpen, fundamenteel bekritiseren en omvatten in een echte ‘neutrale’ positie bij wijze van synthese die zo ook de (steeds gewelddadiger wordende) polarisatie overstijgt. Sowieso is hun denken over waarheid en politiek hopeloos naïef – een echte intellectueel volstrekt onwaardig – en in plaats van dat ik dat voor de zoveelste keer in mijn eigen woorden vertel, verwijs ik kortheidshalve naar dit uitstekend artikeltje van socioloog Swinkel in de NRC.

Nu ben ik dus laatstelijk op Sargasso geband omdat ik zou ‘trollen’. Wat ik daarvan kan begrijpen is dat ik niet op hun ‘level’ discussieerde c.q. niet hun spelregels volgde. De hoofdspelregel lijkt te zijn dat men in een discussie elkaar probeert te corrigeren op de feiten, hetgeen natuurlijk sowieso de expertise van wetenschappers is. De een weet veel over het desbetreffende onderwerp, maar de ander weet er nog net iets meer van en kan aldus de eerste overtroeven. Dat spel speelde ik niet mee: ik benaderde de kwesties filosofisch en liet bijvoorbeeld de ideologische inkadering en de politieke interpretatie van hun ‘feiten’ zien (zie nogmaals dat artikel van Swinkel over de relevantie daarvan).

Maar dat metaniveau verstoort hun wijze van discussiëren. In die zin begrijp ik inderdaad dat ik ‘trol’: ik stel als het ware het spel zelf dat zij spelen im Frage. Wel doet dat de vraag opkomen of dan niet eigenlijk de hele filosofie – als de reflectie op hoe wij denken en handelen en die dus per definitie het metastandpunt inneemt – in wezen slechts een oefening in trollen is. Het is nu eenmaal de taak van de filosoof c.q. de kritische rationalist om precies de fundamenten van alle kennis im Frage te stellen. Kloppen de uitgangspunten wel? Zijn dit de enige of juiste spelregels? En was dan eigenlijk Socrates, die de Atheners zo woedend maakte met zijn ontregelende en ondermijnende vragen dat hij zelfs de doodstraf ervoor kreeg, dan niet de grootste trol uit de geschiedenis? De scheidslijn tussen filosoferen en wat men tegenwoordig ‘trollen’ noemt lijkt bijzonder dun en misschien wel de beste analyse c.q. bewoording van wat trollen wel en niet is, is dit buitengewoon goed in de stijl van Aristoteles geschreven stukje.

To be or not to be a troll
Gelet op die ‘Aristotelische’ definitie ben ik geen trol om de reden dat ik discussies niet verstoor om het verstoren zelf: ik zoek juist de dialoog en een oplossing voor de huidige crisis, welke crisis er overigens zelf precies hierin bestaat dat ook de populisten het spel niet volgens de spelregels van de elite spelen (zie opnieuw het artikel van Swinkel voor uitleg)! De spelregels van de politieke elite zijn daarbij dezelfde spelregels als die linkse wetenschappers als die van Sargasso hanteren: feiten zijn feiten en wie de meeste feiten kan leveren wint de discussie. Populisten zoals Trump die – in de woorden van Swinkel – de waarheid liegen en laten zien dat in de politiek zelfs de waarheid politiek is, zijn in de ogen van de elite aldus de trollen van de politiek.

Het zijn echter geen trollen. We leven simpelweg niet meer in de Koude Oorlog die toen in wezen reeds een postideologische strijd was in de zin dat het liberalisme en het socialisme beide progressieve ideologieën zijn met dezelfde doelen voor ogen: men was het alleen maar oneens hoe men die doelen kan bereiken. Oost en West begrepen elkaar heel goed en interpreteerden de feiten grofweg op dezelfde manier zodat er een gemeenschappelijk speelveld was waarop men elkaar beconcurreerde, ook in de meest competitieve zin. En daarom kunnen de gevestigde politieke partijen zoals de VVD en de PvdA/GroenLinks prima met elkaar regeren.

Maar meer dan ooit hebben de termen ‘links’ en ‘rechts’ weer betekenis gekregen in de zin dat nu weer twee politieke paradigma’s tegenover elkaar staan die elkaar helemaal niet begrijpen omdat ze de feiten verschillend interpreteren en fundamenteel anders denken over politiek bedrijven: dat is dus niet de ‘tegenstelling’ van de Koude Oorlog tussen VVD en PvdA/GroenLinks, maar die tussen gevestigde ‘linkse’ politiek (waartoe ook de VVD behoort) en de ‘rechtse’ populisten (hoe links hun agenda soms ook is). Het nieuwe ‘rechts’ speelt het spel dan ook niet eens volgens de spelregels die ‘links’ als de nieuwe gevestigde orde hanteert, hetgeen de elite en linkse mensen tot totale verbijstering brengt.

Een echte intellectueel zal echter niet verbijsterd zijn: het kenmerk van de echte intellectueel is dat hij buiten een paradigma kan denken – dat paradigma van buiten dus op een metaniveau kan bezien (een echte intellectueel benadert zaken filosofisch) – en in onze tijd dus de wereld ook kan zien vanuit populistische blik. De huidige elite kan dat niet, sterker nog: men wil het niet eens, zo gevangen zit men in dat eigen paradigma en zo superieur voelt men zich boven de ander. Men acht het niet nodig om de populistische onvrede te begrijpen. Het volk moet zich maar aanpassen aan de spelregels en het paradigma van de elite (en de goede Jona wil daarbij best dat volk helpen door echte ‘kennis’ bij het volk te krijgen).

Illusionisme
Maar die superioriteit is een illusie. In de eerste plaats is het een intellectuele illusie, omdat de elite niet buiten het eigen paradigma kan denken. Maar in de tweede plaats is het daarom ook een politieke illusie: als de elite uit echte intellectuelen zou bestaan met aldus per definitie een omvattende visie zou er nog een argument te maken zijn waarom een aristocratie beter is dan een democratie maar omdat de huidige elite uit nep-intellectuelen bestaat, zijn die nep-intellectuelen ook elite-onwaardig en zullen ze worden afgezet. De huidige elite bestaat niet uit aristocraten maar uit plebejers die toevallig hebben gestudeerd: zij trappen daarom naar het volk c.q. de populisten omdat zij voor zichzelf en hun omgeving willen laten zien dat zij het lage volk – hun afkomst – zijn ontgroeid.

Hoe dan ook, mij is inmiddels duidelijk dat de elite niet tot enige dialoog bereid is. Blijkbaar denkt de elite dat het deze strijd kan winnen in de politieke arena door simpelweg alsmaar de populist met de ‘feiten’ om de oren te slaan (zoals eerder Melkert meende Fortuyn te kunnen laten afgaan met zijn ‘waar zijn uw voetnoten, professor?’). Maar het artikel van Swinkel laat zien dat dat intellectueel onjuist is. Hoe het afliep met Melkert en Fortuyn laat zien dat het ook politiek onjuist is.

De elite toont zich zelfs onbegrijpelijk dom door doof te zijn voor alle kritiek en te geloven dat dezelfde middelen opeens andere resultaten zullen voortbrengen, dan wel dat – mocht het zelfs tot een burgeroorlog voeren – zij die oorlog zouden kunnen winnen. Rutte zou zeggen als hij namens de populisten sprak: ‘wij zijn met meer’. Deze Aziatische jongen in de VS die zich tegen de elite richt geeft terecht aan dat de elite zich wel machtig en onaantastbaar waant maar dat zij in werkelijkheid zwak is en het ‘rechtse’ deel van het volk – dat de meerderheid vormt (en zeker in de VS ook veel wapens heeft) – gewoonweg nodig heeft:

De elite maakt dan ook een historische blunder door arrogant te blijven en iedereen met een andere visie als ‘trol’ te bannen c.q. diskwalificeren. Omdat de dialoog echter niet tot stand komt en de elite koppig en met oogkleppen op zelfs op een burgeroorlog afstevent, heb ik besloten om meer afstand te gaan nemen van de politiek. Ik ben er klaar mee; de huidige domme polarisatie is niet aan mij besteed. De tijd van praten lijkt voorbij en ik kijk wel vanaf de zijlijn naar het spektakel dat zich lijkt te gaan ontvouwen.

Filosofische disclaimer (en verantwoording)
Ik ben me ervan bewust dat de termen ‘synthese’ en ‘paradigma’ onverenigbaar zijn en ik gebruik ze hier dan ook niet helemaal in de betekenis die ze in de filosofie hebben. Het bekende dialectische schema these-antithese-synthese is in wezen een oud filosofisch idee: alles impliceert zijn ontkenning (alles brengt zijn tegendeel voort) en de synthese is de opstijging naar de Absolute Eenheid (God) waaruit alles dus ook alle tegenstellingen ontspringen. Het is de taak van de filosoof om naar dat Ene op te stijgen door omgekeerd uit de tegenstellingen de eenheid te vinden. Het is cruciaal dat de antithese volgt uit de these, want anders is er geen eenheid.

Het concept van het paradigma is geïnspireerd door de Gestaltpsychologie, bekend van de dubbelzinnige plaatjes waarbij je bijvoorbeeld een konijn ziet dan wel een eend, maar zeker niet allebei tegelijk. Het paradigma staat zo haaks op het idee van these-antithese: de eend volgt niet uit het konijn dus het konijn omvat niet de eend (zoals de dialectiek zou vereisen) maar het is het een of het ander waarbij het interessante is dat degene die het konijn ziet niet de eend ziet en vice versa.

Dat maakt het concept bruikbaar om de politieke ‘filterbubbels’ waar je tegenwoordig veel over hoort fundamenteler te problematiseren: degene die in de linkse ‘filterbubbel’ zit ziet iets heel anders dan degene die in de rechtse ‘filterbubbel’ zit, ook al wordt beiden dezelfde feiten (hetzelfde plaatje) gepresenteerd (en omgekeerd hanteren ze ook nog verschillende definities voor dezelfde begrippen zoals ‘democratie’ hetgeen de Toren van Babel compleet maakt). Reeds de Stoïcijnen leerden dat we pas iets zien als we begrijpen wat we zien dus als we een begrip kunnen toevoegen aan de waarneming, hetgeen op hetzelfde neer komt als Kant’s beroemde uitspraak ‘Aanschouwingen zonder begrippen zijn blind’.

De Stoïcijnen reageerden met hun kennisleer op de meer strikt empiristische Epicuristen, die meenden dat ‘waarnemingen waar zijn’ (voorafgaan aan begrippen) en laat nu precies ook onze wetenschappers in die naïeve empiristische traditie staan: daarom menen onze wetenschappers dat een discussie kan worden beslist door feiten te geven. Maar mensen in verschillende politieke ‘filterbubbels’ zien iets heel anders bij dezelfde feiten zodat meer of minder feiten het meningsverschil niet zullen oplossen. Het is echter de taak van de filosoof om daarop te wijzen en om een brug te slaan tussen de twee ‘paradigma’s’ of ‘filterbubbels’ door uit de paradigma’s te stappen en erop te reflecteren (in plaats van in één paradigma te blijven zitten), hetgeen ik met de synthese bedoel en die dus via de kritische reflectie op in ieder geval de dominante, dat is de linkse, filterbubbel verloopt, hetgeen ik op Sargasso heb proberen te doen.

Nog een filosofisch nawoord
Wat we van de zogenaamde Aristoteles in bovenstaande link kunnen leren is dat het verschil tussen Socrates en de trol is dat Socrates oprecht was, dus geen dingen zei die hij niet meende, terwijl de trol allerlei dingen zegt die hij niet meent maar slechts zegt om de ander te ontregelen en in verwarring te brengen. Nu is dat contrast natuurlijk niet helemaal waar: Kierkegaard schreef z’n hele doctorale thesis over Socrates’ beroemde ironie, nu zeker ook Socrates helemaal niet oprecht was in z’n pretentie van onwetendheid.

Omgekeerd zoekt ook de trol altijd wel naar de waarheid en sowieso roept de definitie van ‘trol’ de vraag op of de trol niet moet worden gevierd. De trol is in ieder geval typisch modern in zijn ontregelen om het ontregelen zelf: de moderniteit is in wezen een continuüm van crises en revoluties doordat elke zekerheid en elk fundament wordt ondermijnd. De typisch moderne ideologie van het socialisme is zo beschouwd slechts de politieke versie van de typisch moderne nar of trol waarin het bovenal gaat om de maatschappij fundamenteel te vernietigen opdat er een nieuwe maatschappij kan worden opgebouwd waaraan niets aan het toeval of kwaadaardige krachten wordt overgelaten maar alles bewust zo wordt ingericht dat iedereen maximaal gelukkig wordt.

Mogelijk moeten we de oorsprong van de trol als onoprechte spreker toch ook in de oudheid zoeken en dan met name in de wiskunde. Bij Plato zien we vrij snel een breuk met Socrates en diens methode en ideeën optreden ten gunste van de methode en ideeën van de Pythagoreërs. Qua methode zien we daardoor allereerst de aan meetkundigen ontleende methodiek van hypothese optreden: je neemt willekeurig wat aan om dan de gevolgen ervan te onderzoeken (en in ‘Politeia’ betoogt Plato dat precies daarom de dialecticus het laatste woord moet hebben, want de wiskunde levert ons zeg maar slechts mogelijke werelden en niet de noodzakelijke wereld die de dialecticus moet vinden). Ook gebruikt Plato in zijn duizelingwekkende ‘Parmenides’ volop de beroemde reductio ad absurdum die ook Parmenides’ school gebruikte en die het ultiem onoprechte startpunt neemt waarbij je datgene wat je wilt weerleggen aanneemt als waar om dan daar een ongerijmdheid uit af te leiden. In de wiskunde wordt deze ‘onoprechte’ methode zeer veel gebruikt (al wordt de methode verworpen door de intuïtionistische school van Brouwer).

Wellicht kun je zeggen dat de sofisten de retorische vorm van de wiskundige methode overnamen: het ging er niet meer om om de waarheid te vinden maar om het argument te winnen (gelijk krijgen in plaats van gelijk hebben), waarbij sofisten zich oefenden om stellingen te verdedigen waar geen mens, dus ook zijzelf niet, in kon geloven. Waar Parmenides door strikt logisch te redeneren had betoogd dat alles wat is één, ondeelbaar, eeuwig en onbeweeglijk is (waarbij zijn leerling Zeno de beroemde paradoxen op logische gronden leverde als dat de vliegende pijl niet kan bewegen en dat Achilles de slome schildpad nooit kan inhalen), beleefden de sofisten er plezier in om met eenzelfde dwingende logica Parmenides te ondermijnen en te betogen dat er niets is (Gorgias) of dat alles onwaarheid is (Xeniades).

Socrates verafschuwde de sofisten met hun intellectuele spelletjes c.q. getrol (zoals hij ook de wiskunde verafschuwde); Plato was wel geïnteresseerd en kundig in de wiskunde alsmede de sofisterij maar probeerde een ankerpunt te vinden die de redeneringen aan de werkelijkheid zou binden. Toch zou met name Plato’s school uiteindelijk een school van academische sceptici voortbrengen die conform Socrates’ traditie elke doctrine en elke opvatting zocht te weerleggen. Interessant in ons verband is dat de belangrijkste tegenstanders van de sceptici, de stoïcijnen, de sceptici van onoprechtheid beschuldigden. Hoe kun je handelen als je niets voor waar neemt? In onze tijd wordt vaak het ad hominem-argument tegen relativisten ingebracht: als alles relatief is dan is ook dat maar relatief. De sceptici waren zelf sowieso bedreven in de ad hominem-argumentatie, hetgeen immers ook de werkwijze van Socrates was en die kan worden opgevat als een soort retorische of polemische versie van de reductio ad absurdum: je laat de ander zichzelf als het ware klem lullen zonder je eigen standpunt prijs te geven.

Kenmerkend voor de moderniteit is in zekere zin de nieuwe heiligenstatus van Socrates. Socrates als ontregelende rebel die zo het pad vrijmaakte voor de moderne revolutie, maar vooral ook als scepticus en leek. Socrates schreef niets, laat staan dikke boeken, en pretendeerde ook niet iets te weten: hij werd zo de moderne antiheld – de filosofische Don Quichot – na de bombastische kenniskastelen die de middeleeuwse theologen en andere geleerden hadden opgetrokken. Socrates had alleen zijn gezonde verstand en daarmee liet hij zien dat de koning – de geleerde – geen kleren droeg.

Met Socrates kon de opkomende burgerij zich identificeren. Er ontstond ook een belangwekkend pact met het christendom (maar uitdrukkelijk buiten de kerk als institutie om): het scepticisme, dat werd herontdekt en via Plato’s academie ook naar Socrates terug voerde, was een instant-succes vanaf de vroege moderniteit, resulterend in een moderne gerichtheid op kennisleer (kunnen wij iets weten en wat is dat dan?) en een rechtvaardiging van het geloof (in de woorden van Kant: “ik moest het weten opheffen om plaats te maken voor het geloof”). Maar bovenal leverde het scepticisme een herwaardering van oprechtheid: als je niets kunt weten over de buitenwereld of wat is dan resteert er nog slechts de deugd van eerlijk zijn over wat je denkt.

Dat paste perfect in de christelijke traditie van martelaarschap (je geloof zelfs in het aangezicht van de dood niet verloochenen) en biecht (je meest duistere gedachten openbaren in het licht om je ziel te reinigen). Socrates was de oude meester van oprechtheid, zelfs van het martelaarschap omdat Socrates de dood verkoos boven het verloochenen van zichzelf en zijn idealen.

Socrates als moderne held verklaart zo de moderne weerzin tegen de trol: niet voor niets meent iedereen van Plato te hebben geleerd dat Socrates deugde en dat Socrates’ opponenten, de sofisten die Plato ‘kapot’ schreef en die kunnen gelden als de oertrollen, helemaal niet deugden. Maar dat is uiteraard slechts Plato’s ‘hyperreligieuze’ visie die van de humanistische, al te menselijke, sofisten af moest om naar God (het Ene/Absolute) te kunnen opstijgen: bv. Nietzsche verdedigt de sofisten en is zelf wellicht de grote neosofist. Met instemming citeert Nietzsche Pilatus die tegen Jezus (“Ik ben de Waarheid”) had gezegd: “Ach, wat is waarheid?”. Ook de sofisten ondermijnden de heilige zoektocht naar de Waarheid: “de mens is de maat van alle dingen” (Protagoras).

Misschien hebben Nietzsche en de sofisten gelijk: misschien is er geen Waarheid maar kunnen we slechts interpretaties leveren naar onze eigen maatstaven en reeds gevormde ideeën. Misschien stroomt de werkelijkheid als Heraclitus’ rivier en glipt zij ons altijd weer door de vingers. Misschien is de sofisterij een oprechtere zoektocht naar waarheid dan Socrates’ geveinsde onwetendheid. Misschien is het getrol van sofisten – het durven in gaan tegen het religieuze instinct om in De Waarheid te geloven – een oprechtere intellectuele onderneming dan de vermeende opklimming naar God c.q. de Waarheid.


Dit essay verscheen eerder op Geband van Joop, waar in de reacties ook nog een woedend debat plaats vond over de hier geanalyseerde gebeurtenissen.

Meer over trollen vindt u hier.

6 reacties

  1. Raymond Peil schreef:

    Mooi artikel, met een fraaie weergave van het ‘debat’ zoals links het voert ;=)

  2. Anonymous schreef:

    Kritisch denken leidt tot op lange tenen trappen. Personen confronteren met hun eigen hypocrisie, hun eigen falen om hun zogenaamde principiele standpunten op alles toe te passen, wordt niet op prijs gesteld en leidt tot censuur, verbanning, beschimping, stigmatisering en noem maar op.

    Voorbeelden te over. Neem een uitspraak waarin het woord albino’s (witten) voorkomt, en vervang dat door woorden als: negers, Joden of transseksuelen. De wereld is te klein dan, veroordelingen als racist je deel. Dus hun opgelegde uitspraak is de ultieme waarheid, en geen racisme, maar omgekeerd is het wel racisme.

    Vaccinatie zou verplicht moeten zijn, want volksgezondheid en anders levenslang opsluiten die weigeraars en medische zorg ontzeggen. Dus uit naam van volksgezondheid iemands lichamelijke onschendbaarheid (waarom is dat ooit in Verdragen bekrachtigd?) aan de kant gooien, en ze anders de basis van jouw standpunt (volksgezondheid) ontzeggen. Hoe zit dat dan met gewelddadige veelplegers die de gezondheid van diversen geweld aan doen (verkrachting, neersteken, in groepsverband in elkaar trappen), die dan ook levenslang opsluiten?
    Niet zeggen dat je geen experimenteel medicijn (het is geen vaccin, maar een soort van koorts verlagend middel zoals bij griep, want je blijft besmettelijk) ingespoten wilt krijgen, want het is super veilig. Als je dan aanstipt dat er bewezen alternatieve behandelmethoden zijn, met middelen die al jaren toegediend worden (en aanzienlijk goedkoper zijn), die uiterst succesvol worden toegepast in allerlei landen, dan klets je uit je nek (dus die landen doen iets niet goed, maar hebben wel betere resultaten dan wij). En als je aanstipt dat die veronderstelde veiligheid gebaseerd is op het overslaan van cruciale stappen en een afgerafelde procedure, net zoiets als denken dat je met 9 vrouwen in 1 maand een baby kan krijgen, dan zijn de rapen gaar.

    Avondklok en andere maatregelen uit naam van volksgezondheid, terwijl dat het averechtse effect heeft, maar dat is dan de schuld van dat kleine percentage dat niet luistert. Maar als het grootste deel wel luistert, dan zou dat toch flink verschil moeten maken? Of gaan de niet luisteraars de straten op om door iedere brievenbus te hoesten of zo?

    Klimaat, milieu, energietransitie. We moeten wel want de aarde warmt anders op (en dan gaan we allemaal dood), en de grondstoffen raken op. Dus gaat hier alles omgegooid worden (voor een marginaal effect ergens in 2050 of daaromtrent), terwijl er elders kolencentrales als paddenstoelen uit de grond schieten. Verbranden we bomen (die een verkoelend effect hebben), vliegen miljarden de grens over om nooit meer terug te komen (hebben we dat geld niet nodig voor die oh zo noodzakelijke transitie?), wordt de natuur massaal geweld aan gedaan (zonnepanelen en windmolens hebben veel land nodig), worden die oprakende grondstoffen nog sneller en massaler omgezet is niet recyclebare dingen, zijn kerncentrales bij voorbaat uitgesloten, verbannen we boeren (zodat we ons eten met dieselvrachtwagens uit verre landen moeten halen), willen we nog steeds miljoenen uit de armoede halen (zodat hun “footprint” gigantisch stijgt), en veranderen we een betrouwbaar energienet in een onbetrouwbaar energienet, waardoor steeds meer mensen dieselgeneratoren en soortgelijk zullen gaan aanschaffen.

    Samen komen we eruit, dus stigmatiseren we tegenstanders, maken ze monddood en pakken hun broodwinning af. Passen de wet toe op basis van wensdenken en politieke voorkeur. De ene staat binnen dagen op Opsporing Verzocht en gaat gelijk de cel in, de andere pas na maanden, en als die al gepakt wordt krijgt die een fopstrafje, of een goed gesprek. Samen is ambtenaren en subsidieslurpers die volle pond doorbetaald worden, zelfs extra krijgen (want ze hebben het zo zwaar), terwijl zij die dat geld opbrengen op een houtje mogen bijten, want ja, we moeten allemaal offers maken.

    Diversiteit. Oftewel het doordrukken van de standpunten van een minieme minderheid op de overgrote meerderheid. Op basis van dat je respect, schuld en berouw, moet tonen richting die steeds meer eisende minderheid, die ook nog zwaar gesubsidieerd en voorgetrokken wordt, die duidelijk geen respect heeft voor de meerderheid. De ene groep op basis van huidskleur, geloof, geslacht, of seksuele voorkeur, voortrekken is geen discriminatie, discriminatie is wat een ieder doet die het daar niet mee eens is (ook als uw huidskleur, geloof, geslacht, of seksuele voorkeur, wel in de doelgroep valt, want dan bent u een ongeinformeerde volger en telt uw mening niet). Dus dezelfde regels op verschillende manieren toegepast. Op basis van een oneerlijk verhaal geld aftroggelen wordt ook wel oplichting genoemd.

    Corruptie en fraude. Is waar je de kleine burger op pakt (tenzij die tot een groep behoort die niet aangepakt wordt) en zwaar voor straft, niet hele organisaties die dat tot hun bedrijfscultuur gemaakt hebben (zorgcowboys, inburgeringsinstituten, belastingdienst, enz), dan gaan ze daar naar kijken.

    Kunst en cultuur. Het is volkomen logisch dat miljoenen aan gemeenschapsgeld daaraan worden besteed, want daklozen zijn ook cultuur. En mochten kinderen daar de dupe van worden, dan pakken we die (deels) af, in plaats van dat gezin als geheel te helpen. Al tijden leegstaande panden ombouwen naar opvang? Niet nodig, dat is te structureel voor zo’n tijdelijk probleem.

    Cancel culture. Is iets waartoe de ene partij volkomen gerechtvaardigd in is, na de ander ergens onterecht van beschuldigd te hebben (wat gelijk staat aan een terechte veroordeling), maar een grove schending van iemands rechten (en dient te vuur en te zwaard bestreden te worden) als het andersom is.

    Censuur. Staan voor vrijheid van meningsuiting, tenzij die meningsuiting je niet aanstaat, dan verwijder je die.

    Fascisme. Desnoods met geweld je wil opleggen aan anderen. Bijvoorbeeld als een tegenstander je tegenspreekt, of met feiten komt die jouw boute uitspraak onderuit haalt. Het in georganiseerd verband levens en bezit van (onschuldige) anderen vernielen, omdat weer anderen niet doen wat jij wilt, is anti-fascisme en dient toegejuigd te worden, en zeker niet bestraft.

    Opruiing. Anderen oproepen tot het plegen van misdaden. Bijvoorbeeld als een tegenstander zegt dat je vreedzaam moet demonstreren, of je ongenoegen uiten over regeringsbesluiten. Oproepen uit eigen kamp die klinken als opruiing zijn geen opruiing, maar woordkunst. Of zijn bewust verdraaide woorden door het andere kamp, met geen ander doel dan ons in een kwaad daglicht te stellen, en daarom moet dat andere kamp op alle mogelijke manieren bestreden worden, uitgeroeid worden zelf (is woordkunst).

    Racisme. Doe wat ik zeg, niet wat ik zelf doe, anders ben jij een racist.

    Wetenschap. Datgene wat mij aanstaat en, omdat het wetenschap is, niet tegengesproken mag worden. De rest is klinkklare onzin, zeker als een eerder aangehaald artikel volledig onderuit wordt gehaald door andere wetenschappers. Dat zou verboden moeten worden.

    Nieuws. Datgene wat mij aanstaat, en daarom door iedereen herhaald moet worden. Andere geluiden zijn geen nieuws, maar propaganda.

  3. Jan de Jong schreef:

    Hoed ons voor de ‘hoog opgeleiden’. Opgeleid waarin in ’s hemelsnaam. Ik heb meer vertrouwen in het gezonde verstand van een degelijke timmerman of loodgieter.

  4. Cool Pete schreef:

    Prachtig artikel.
    Maar geef de modieuze ‘linkse’ intellektuelen, die niet tegen kritisch denken kunnen,
    niet te veel eer.

    @Anaonymous : subliem.
    Laatst gaf Sassen van Elsloo deze cartoon weer :
    The left :
    Everything I don’t like must be forbidden.
    Everything I like, is a human right, and must be paid for by others.
    @Jan de Jong : zo is het. Zeg ik ook altijd.

    “Trollen” is gewoon de zoveelste misleidende en verdacht-makende term, om elke kritiek af te serveren.
    Idem : “des-informatie”, “haat-spraak”, “populisme”, “ontkenner”, enz, enz, enz.

  5. Neef Jansen schreef:

    Ik ken geen valser, haatdragender, volop drogredenen toepassend, zo mogelijk censuur toepassend, karaktermoord plegend, scheldwoorden toevoegend, de andersdenkende steeds denigrerend bejegend, volk dan wat je aantreft in de linkse kerk als het gaat om bijvoorbeeld het Klimaat, de Islam, de massa-immigratie en de EU. En ik heb al zeker 30 jaar discussies met deze mensen. Verder zijn ze best wel aardig. Sociaal. Menslievend. Begaan met het milieu. Maar juist die genoemde onderwerpen, als je daar al te lang kritisch over blijft doorzagen, dan krijg je ze helemaal boven op de kast. Het is dan net of je met een sekte te maken hebt. Oh oh, alles is hartstikke leuk, maar kom niet aan de Absolute Waarheid. Te vinden in de NRC en dergelijke. NPO. Groen Links.

  6. kaaskop schreef:

    1000 mensen 1000 meningen ………………………..
    Het gaat er niet om wie gelijk HEEFT , het gaat er om wie gelijk KRIJGT !
    Ik wil een NEXIT en De-iSSlamisering , en het boeit me geen ruk of dat rechtvaardig , dan
    wel de juiste wens is , IK WIL DAT , punt .
    Ik wil mijn zin doordouwen dus ik stem PVV en jij – linkswappie – kunt doodvallen .