DE WERELD NU

Waarom Duitsland de gewekte verwachtingen terug in de doos wil doen

Er komt een extra-eurotop waar de regeringsleiders van de eurolanden het eens moeten worden over maatregelen om de kredietcrisis te bezweren, zo meldt de NOS. De extra top zal waarschijnlijk begin volgende week zijn.

Ook dit weekeinde is er een top, maar Frankrijk en Duitsland verwachten niet, dat het dan al lukt tot een akkoord over de te nemen crisismaatregelen te komen. Merkel en Sarkozy sprak elkaar gisteravond telefonisch. Merkozy is het er naar verluidt over eens, dat een “allesomvattend en ambitieus pakket” aan maatregelen moet worden genomen.

Wat wordt hiermee eigenlijk bedoeld?

Die extra top is nodig, omdat de dames en heren het in het geheel nog niet eens zijn. Die top van dit weekend afgelasten zou betekenen dat de markten hoogst wantrouwend zouden worden, dus komt men bij elkaar. Maar niet van harte, en bereiken zal men niets. Alleen al het feit, dat Merkozy verslag doet van hun onderlinge telefoongesprek is een signaal dat men het vooral heel druk heeft met wederzijdse massage, maar nog in geen velden of wegen aan een eerste stap naar besluiten toe komt. Vandaar ook opnieuw de plechtige verzekering vandaag, dat het allemaal ‘Recht’ zal komen. Yeah, right! Wat is zo’n top eigenlijk? Het is een bezegelingsritueel, niet minder, maar zeker niet méér! Men ziet elkaar, spreekt elkaar, kijkt elkaar nog eens goed in de ogen, en bevestigt vervolgens met handdruk en handtekening wat de ambtelijke toppen van de ministeries van de staten onderling hebben bekonkeld. Ook peilen de regeringsleiders elkaar over toekomstige stappen, en in welke richting die het meest perspectief kunnen bieden. Een top vertoont de meeste overeenkomsten met een netwerkgelegenheid. Nuttig, maar een opeenvolging van toppen signaleert een volkomen gebrek aan eensgezindheid. Wat het afgelopen half jaar feitelijk ook overtuigend illustreerde.

Wat is nodig voor de toekomstige koers van de EU? Als we dat op een rijtje zetten, begrijpt u beter waarom het zo lang duurt, en ook waarom u van de eerstkomende toppen niet al te veel hoeft te verwachten. Minstens 5 essentiële punten moeten worden geregeld, goéd geregeld, alvorens het doordraaiende circus van regeringsleiders, die elkaar in een voortdurende rondedans langs de media doen walsen, rust kan nemen.

 

1) De Griekse kredietcrisis moet voor eens en altijd worden gesmoord
2) Het EFSF-noodfonds moet sterk vergroot worden
3) De Europese grootbanken moeten worden verplicht hun kapitaal sterk te vergroten
4) De concurrentiekracht van de Zuid-Europese staten moet aanzienlijk worden vergroot
5) De economische bestuurbaarheid van de EU moet beter worden geregeld

Ad 1. – Eigenlijk spreekt dit voor zich, omdat het het meest in het oog springende probleem van de EU van het moment is. Desalniettemin is het niet het belangrijkste probleem, omdat de Griekse kredietcrisis eerst en vooral een symptoom van de gebreken in de constructie van de EU is. Dat is het afgelopen jaar ook wel gebleken. De maatregelen die tot nog toe werden genomen kenmerkten zich door hapsnap-beleid, dat de afgelopen tien jaar werkte, maar door het negeren van de onderliggende oorzaken nu niet langer met een doekje voor het bloeden kan worden afgedaan.

Ad 2. – Dat het EFSF-noodfonds moet worden vergroot, daarover is zijn de regeringsleiders het wel eens. Of het de verstandigste politiek is laat ik in dit overzicht verder buiten beschouwing, want daarover nadenken bezorgt Sarkozy zoveel hoofdpijn, dat afzien van het EFSF politiek onwerkelijk is. Welke omvang het moet krijgen om een kans van slagen te hebben, en hoever de lidstaten bereid zijn te gaan, is waarover men nu bakkeleit.

Ad 3. – De Europese banken dienen hun kapitaal te vergroten. Waar dit kapitaal precies vandaan moet komen is niet precies duidelijk, maar men zal het hard nodig hebben als het eerste default van Griekenland zich aandient. Dat dat zal komen wordt door vrijwel niemand nog ontkend, maar de omvang van de lawine, en wie precies zullen worden meegesleurd, is waarover men zich zorgen maakt. Ook hiervoor geldt, dat voor de regeringsleiders de omvang een belangrijker discussiepunt is dan de daad zelf.

Een mogelijke oplossing zou kunnen liggen in het omzetten van leningen van staten aan banken in aandelenkapitaal. De banken zijn daar tegen, maar meer dan een lobby kunnen ze er op dit moment niet tegenover zetten. Toch is dit een moeilijk punt, omdat a) dit neerkomt op de nationalisatie van een groot deel van de Europese bankensector. b) door het vergroten van het aandelenkapitaal de huidige bezitters van bankaandelen hun bezit navenant zien slinken, en de waarde verwateren. De klap wordt daardoor verlegd van de banken naar de aandeelhouders, zeer vaak pensioenfondsen en dergelijke. Dit komt deels neer op een verplaatsing van het probleem.

Ad 4. – Dit is een essentieel punt als men de EU heel wil houden. Door de grotere concurrentiekracht van de noordelijke staten (zoals grosso modo weerspiegeld in de respectievelijke creditratings) dreigt iedere oplossing uiteindelijk te stranden op de onmogelijkheid van de zuidelijke staten de steun door de noordelijke ooit terug te betalen of te compenseren. Mogelijk denkt de EU dit op te lossen door extra stimuleringsgelden vrij te maken voor de zuidelijke economieën, maar ook dit zal in de praktijk neerkomen op een Transferunie, waarbij Noord tot in lengte van dagen voor Zuid betalen moet.

Ad 5. – Om punt 4 een kans van slagen te geven, dient de EU in te kunnen grijpen bij de zwakke landen. De afgelopen tien, twintig jaar heeft men dit gedaan door de blik af te wenden als de zuidelijke landen via boekhoudkundige trucs en dergelijke zich een groter deel van de koek toe-eigenden dan waarop zij op basis van hun productiviteit recht hadden. Nu de markten daar geen genoegen meer mee nemen, en dat uiten door het opzeggen van het vertrouwen in de kredietwaardigheid van deze landen, ontkomt de EU er niet aan, deze landen onder curatele te stellen. Dat dit centraal moet gebeuren heeft iets onvermijdelijks – de goedschikse aanpak faalt immers al twintig jaar.

Voor bovenstaande zijn eigenlijk geen alternatieven voorhanden. Het sentiment in de meeste Europese landen is negatief over een totaal pakket als dit, niet in het minst doordat het immers veel verder gaat dan het veelgesmade Verdrag van Maastricht, wat in de ratificerende referenda pijnlijk duidelijk werd. Nu doordrukken betekent de afschaffing van de zeggenschap die de kleinere staten nu nog hebben in de EU, en daarmee van een afschaffing van de democratische controle van wat men in Brussel bekokstooft.

Dat het Europese Parlement een realistisch democratisch tegenwicht tegen de EU-commissie gelooft niemand die het reilen en zeilen van deze zelfingenomen federalisten heeft gevolgd. De fixatie op onbenullige kleine projecten en de surrealistische wijze waarop het EP zijn eigen budget wenste te verhogen in een tijd die zich daartoe op geen enkele wijze eigende zijn maar een topje van een ijsberg van wereldvreemdheid.

Wie bovenstaande overziet, kan niet anders dan concluderen dat we het punt van buigen of barsten akelig dicht genaderd zijn. Dat is ook, waarom vanuit Duitsland de laatste dagen geluiden zijn gehoord, dat we niet teveel van de komende toppen moeten verwachten. De Duitsers beseffen, dat de tijd niet rijp is voor een verdere samensmelting van de EU. Als de Europese bevolking al ooit die wens te kennen zal geven, is het beslist niet nu. Alom, ook in Duitsland, groeit het verzet.

Maar is er meer tijd voor afstel? Ik denk het niet. En als men dat toch proberen gaat, wat trouwens heel waarschijnlijk is, dan zal de ellende niet te overzien zijn.

De aankondigingen van Merkozy van de laatste weken zijn vooral bedoeld geweest om de markten rustig te houden. Dat werkte, té goed eigenlijk. De beurskoersen zijn redelijk opgelopen, en het resultaat dat er aan komt kan hen slechts teleurstellen. In Duitsland lijkt men te beseffen wat men mogelijk heeft aangericht met de al te positieve toon die de beurzen de laatste weken. vandaar die matigende, waarschuwende geluiden. Een diepe val na een teleurstellende aanpak van de crisis zou het stootje zijn dat ons in een nieuwe crisis doet belanden. Als daardoor bijvoorbeeld Spanje in onoverkomelijke problemen zou raken, heeft men veroorzaakt wat men juist probeerde te vermijden.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.