Toeslagenaffaire – analyse – alsnog gelijk gekregen
Een van de eerste dingen die we constateerden toen de Toeslagenaffaire los brak, was dat er twee kanten aan zaten. Maar over de precedentkant van de zaak zwegen zowel media als politiek – boter die nu in stromen van hun hoofd smelt.
Over de precedentkant[1] van de Toeslagenaffaire werd stilte in acht genomen. Dat werd als kies tegenover de slachtoffers gezien. Dat het onvermijdelijk toch ter tafel moest komen maakt die stilte in retrospect echter ook uitermate onkies.
De enquête
Tijdens de enquête in de Kamer wordt nu door de Belastingdienst gewezen naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) als aanjager van de strenge controles. Maar aangezien SZW niet met de uitvoering was belast, zijn de uitwassen die door de massahysterie binnen de Belastingdienst werden aangejaagd vanzelfsprekend nog steeds alleen de Belastingdienst aan te rekenen.
Dit is precies wat ik in maart al beredeneerde. Dat een oud-topambtenaar bereid was dit toe te lichten is een meevaller, want eerder ging men vanuit SZW al in de tegenaanval. Het is tevens een verschil tussen een verantwoordelijke die al weg is, en iemand die er nog zit. Mevrouw van Tuyll, huidig topambtenaar:
.. reageerde op (oud-) ambtenaren van de Belastingdienst, die gisteren in hun verhoren zeiden dat ze door SZW gedwongen werden om hard op te treden tegen ouders.
Men gaf niet de opdracht, maar eiste wel resultaten? Onder omstandigheden als deze is het verschil weinig meer dan wie de handtekening zet. En inderdaad, ook dat besef ontbrak:
“Wij hadden niet het beeld dat we opdracht hadden gegeven voor een fraudejacht”, zei Van Tuyll. Speciale teams van de Belastingdienst (CAF-teams) verzamelden volgens haar op extreme manier bewijzen voor fraude.
Verder geïllustreerd door:
In de zomer van 2019 wilde toenmalig staatssecretaris Snel van Financiën een eerste groep gedupeerde ouders compenseren, maar dat sneuvelde na bezwaren van onder meer het ministerie van Sociale Zaken.
Met nog als uitsmijter (in een iets andere context):
Uit de verschillende verhoren is op te maken dat dit kwam door een gebrek aan communicatie en onduidelijke verantwoordelijkheden tussen de ministeries van Financiën en Sociale Zaken.
Zoals ik in mijn inleiding al constateerde; dat is allemaal waar, maar het is maar het halve verhaal. Wat we hier zien zijn twee ambtelijke organisaties die a) de noodzaak van ingrijpen zien en b) scherp in de gaten houden bij wie de zwarte piet uiteindelijk belanden zal.
Dat dat ondertussen de slachtoffers van de heksenjacht niet helpt is al even duidelijk, en daarop zoomt de staatsomroep dan ook prompt in. Met heel begrijpelijke emoties overigens±
Geëmotioneerd en met een mengeling van hoop en ergernis. Zo kijken gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire naar de verhoren van directeuren van de Belastingdienst. Vandaag, op de derde dag van de hoorzittingen, werd Gerard Blankestijn ondervraagd. Hij was directeur Toeslagen bij de Belastingdienst van 2011 tot 2018.
Analyse
Dat het beleid en de uitvoering bij twee verschillende ministeries lag had zowel na- als voordelen. De nadelen zien we nu, het voordeel is dat er geen ontwikkeling was dat een door de politiek ingezet beleid door de ambtelijke praktijk evolueerde naar iets dat nooit was bedoeld.
Dat dat nu toch gebeurde – in een heel andere vorm dan iemand zich had kunnen voorstellen – is een blinde vlek bij de uitvoerders geweest. Overigens óók een variant op Befehl ist Befehl, en damn the consequences. Daarvoor is de Belastingdienst – ongeacht haar vingerwijzen – wel degelijk zelf verantwoordelijk. Maar het illustreert tevens dat men iemand aan het hoofd had moeten stellen met een sterk moreel besef en een rechte, onbuigzame ruggengraat. Of men dergelijke mensen in de huidige ambtelijke organisaties snel zal zien komen boven drijven lijkt echter weinig waarschijnlijk.
Conclusie
Feitelijk zijn oorzaak en gevolg van de Toeslagenaffaire een tamelijk eenvoudig proces geweest. De massahysterie die bij de Belastingdienst werd gegenereerd is leerzaam, want het toont wat een gevolgen een te dociele bemensing van ambtelijke organisatie tot gevolg heeft (ik zal u de vergelijkende keiharde Godwins besparen). Dat er een enquête nodig was om dat boven tafel te krijgen signaleert echter dat je het niet los kunt zien van de heersende politieke (media)cultuur in Nederland.
Maar die les zal zeker niet worden getrokken door de enquêtecommissie.
- Ook wel bekend als de Bulgarenfraude.
Meer over de Toeslagenaffaire en onze commentaren vindt u hier op Veren of Lood.
Wat mij opvalt in dit hele verhaal is dat er met geen woord meer gesproken wordt over de aard van de groepen van fraudeplegers waar het allemaal om begonnen was. Een ander vraagstuk is natuurlijk of het opzadelen van de belastingdienst met het toebedelen van gemeenschapsgleden aan begunstigden wel een goed idee is. Hoe verhoudt deze aanpak zich met allerlei andere vormen van decentralisatie. En tot slot, nu we toch over decentralisatie spreken, zijn dit toeslagensysteem en deze fraudeaanpak niet één van de vele voorbeelden van rucksichtlose bezuinigingswoede van Rutte 1 en 2. Interessant is ook om te zien hoe in individuele gevallen dit alles heeft uitgewerkt. Bepaalde groepen mensen worden door de bezuinigingswoede onevenredig geraakt, waarna onder Rutte 3 de bezuinigde gelden weer worden uitgegeven, maar aan heel andere groepen. Het gaat daarbij om meer dan een paar verongelijkte allochtonen die dachten de belastingdienst te kunnen flessen en nu door de racismekaart te trekken denken daar onderuit te komen. En ja, er zitten natuurlijk ook niet-allochtonen tussen. Het is een soepzootje. We moeten verder bedenken dat de tijd dat de overheid kon vertrouwen op de burger om een algemene regeling op een soepele manier te laten uitvoeren zonder al te veel misbruik definitief voorbij is. Dat is wat bedoeld wordt bedoeld met het verdwijnen van sociaal kapitaal door allerleid invloeden op de samenleving. Tot slot nog een opmerking over dat Befehl ist Befehl. Daar zou ik tegenover willen stellen dat betreffende ambtenaren er toch van uit mogen gaan dat de rechtsstaat zo is ingericht dat er oplossingen komen mocht er iets serieus fout gaan.