Nederlands vergeten oorlogen – Fries-Frankische oorlogen
Nederlands Vergeten oorlogen zijn vaak deel van een groter verband. Zoals de Fries-Frankische oorlogen in de 8e eeuw dat waren, als een zijtoneel van de expansie van de Frankische Karolingen.
De oorlogen die de Franken in Noord-Nederland hebben gevoerd was voor hen een zijtoneel, maar voor de toenmalige elite belangrijk als een manier zich te manifesteren. Dat was in het sterk vervallen Frankische rijk van de vroege 8e eeuw door de bijzondere staatshuishouding een noodzaak geworden.
Het Frankische rijk was tot grote bloei gekomen onder de dynastie van de Merovingen, die tijdens de Volksverhuizingen eerst België en Noord-Frankrijk tot hun gebied maakten, en vervolgens in de nadagen van de Romeinse aanwezigheid langzaamaan Frankrijk veroverden.
Maar in de 7e eeuw leverde de familie der Merovingen nog wel een hoop koningen, maar geen staatslieden van formaat meer. De macht in het Frankenrijk was verschoven naar hun hofmeiers (vergelijk met het Japanse shogunaat). De Merovingische koningen heersten vaak maar over een klein deel van het rijk, En zo waren er geregeld drie of vier koningen (Over deelgebieden als Austrasië, Neustrië, Aquitanië en Bourgondië) tegelijk. Gaandeweg verloren deze door hun aanvankelijke onderlinge strijd elke macht, aangezien een succesvolle burgeroorlog vereiste dat ze hun aanhangers rijkelijk beloonden. Uit hun eigen zak, die zo geheel leeg raakte. De adel die rijkelijk werd beloond groeide daardoor in macht, en begonnen de Frankische staat over te nemen. De belangrijkste hofmeiers waren de Karolingen, genoemd naar de wel bekende Karel Martel, die uit oudere nobele families stamde. Maar hun eerste grote persoonlijkheid die de macht stevig in handen nam was Pepijn van Herstal, die eind 7e eeuw de friezen al bedwong, evenals hun legendarische koning Radboud. Die gaf aanvankelijk redelijk partij, al moest hij een deel van zijn gebied afstaan.
Tussen 688 en 695 leed hij een aantal nederlagen tegen de Frankische hofmeier Pepijn van Herstal, onder andere in de slag bij Dorestad. Halverwege de negentiger jaren sloten Radboud en Pepijn vrede, waarbij Radboud afstand deed van Fresia citerior, het grondgebied tussen de Oude Rijn en het Zwin.
Pepijns zoon Karel Martel versloeg niet alleen de Moren bij Poitiers, maar trok na opvolging van Pepijn van Herstal als hofmeier (714) naar Friesland om direct na de consolidatie van zijn macht ook de friezen tot meer gehoorzaamheid te dwingen. Martel ging in 717 naar het noorden en na de dood van Radboud (719) brak het Friese verzet, al duurde het nog tot 772 eer de laatste delen van de Friese landen door de Franken werden veroverd.
In 734 at the Battle of the Boarn the Frisians were defeated and the Franks annexed the Frisian lands between the Vlie and the Lauwers. Only the Frisians east of theLauwers remained independent. In 772 they lost their independence as well.
De laatste Friese poging de eigen onafhankelijkheid te herwinnen werd in 793 door Karel de Grote onderdrukt, en dat was het voorlopige einde er van tot de Vikingtijden het centrale gezag in het Frankische rijk deden desintegreren. Voor Karel de Grote was de verovering van het gebied der Saksen in Duitsland van een hogere prioriteit.
Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.