DE WERELD NU

EUEUEUEUUUUuuuuuuuuhhhHH!!

Wat mij aan de EU wellicht nog het meest tegen is gaan staan, is de drang alles en nog wat gelijk te willen schakelen. De bedilzucht. Vanuit het Europese Parlement (EP) golft een onafgebroken stroom oekazes, wijzigingen, aanwijzingen en uniformeringsbesluiten over de EU-lidstaten heen, alles in een poging om er op termijn één geheel van te smeden. Noodzakelijk geacht, om een gemeenschappelijk gevoel van verbondenheid met de nieuwe superstaat te kweken. Dat men door de gehanteerde pennestreken tegelijkertijd eeuwenoude tradities probeert weg te poetsen, ontbeert overduidelijk het besef hoe diep dergelijke tradities in de Europese samenleving geworteld zijn.

Echter, de wijze waarop de verschillende Europese volkeren zich van elkaar onderscheiden voelen, wordt door de eurofederalisten beschouwd als een toekomstige bron van tweespalt, en daarom iets, dat bestreden moet worden. Angstig wordt voortdurend de mantra gebruikt, dat de EU moet voorkomen dat er ooit in Europa nog oorlog uitbreekt. Eerder lijkt het mij een recept voor toekomstige onrust en opstandigheid, de geforceerde eenwording van het Joegoslavische kruitvat die maarschalk Tito na 1945 bewerkstelligde heeft het tenslotte ook maar een jaar of 35 volgehouden.

Het is een heilloze weg, de verschillen tussen de Europese volkeren te willen ontkennen. Vooral ook, omdat die stroom maatregeltjes van het EP, waaraan het geregeld aan alle ratio ontbreekt – wilde men niet ooit in de toekomst vierkante komkommers verplicht stellen? – de Europese bevolking bij voortduring met de neus door het feit haalt, dat het elders bllijkbaar anders geregeld is. Maar dat zij, als onderdaan, zich maar dienen aan te passen. Netzomin als dat mensen zich wensen te onderwerpen aan iets als een multiculturele samenleving als men daar niet omgevraagd heeft – en de toegevoegde elementen hebben daar klaarblijkelijk evenmin veel belangstelling voor – wil Jean-Klöt de gemiddelde Europeaan zich aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid die rondom hem in zijn vertrouwde omgeving nu wordt gecreëerd. Als dit alles één gevolg heeft, is dat het aldus het nationale bewustzijn van de Europese volkeren stimuleert.

En dat wordt dan allemaal maar besloten door mensen, die in de vrije natuur vermoedelijk allang door de wilde dieren zouden zijn opgegeten.

Gisteravond reageerde RTL-journalist Mathijs Bouman bij Knevel & Van den Brink als door een wesp gestoken toen Arie Slob (CU) hem betitelde als ‘eurofiel’. Hij was not amused, en ervoer het als een belediging. En al bedoelde Slob het duidelijk niet zo, het tekent de schuldgevoelens die blijkbaar ook bij D66’ers sluimeren als het om hun obsessieve liefde voor Europa en de Europese eenwording gaat.

Niet alleen moet Europa blijkbaar één worden, en dan ook nog met een judeo-christelijke islamcultuur, ook voor de staatkundig gegroeide verhoudingen hebben EU en EP geen greintje respect. Dat ik mezelf op mijn oude dag steeds meer ga betrappen op nationalistische gevoelens stuit me eigenlijk tegen de borst, maar dat ik niet de enige ben stelt dan  wel weer wat gerust.

De EU is niet gebouwd op een dringend verlangen van de Europese volkeren naar eenwording, maar toch vooral op hun honger naar keiharde euro’s. Nu die euro’s niet langer keihard blijken, zien we dat de liefde voor een federalistisch Europa niet diep zit. De Grieken laten dat op dit moment mogelijk het duidelijkst zien: ze willen niet uit de eurozone (omdat ze denken dat zolang ze daarin zitten, de Europese subsidies zullen blijven stromen – simplus simplificus), maar zijn absoluut niet bereid er ook een bijdrage aan te leveren – en een analyse van het gedrag van hun regering sinds 1996 (toen tot invoering van de euro – ook in Griekenland – besloten werd) bewijst, dat zij dat ook nooit van plan zijn geweest. Zij knikten slechts zolang hun ruif gevuld bleef.

Mutatis mutandis dringt bij de Noord-Europese volkeren langzaam maar onweerstaanbaar het besef door, dat men in Zuid-Europa op de stranden getolereerd wordt, zolang daarvoor goed geld wordt neergelegd. Dat een paar weken terug een bejaarde Nederlandse toerist door een meute dolle Grieken werd afgetuigd, was daarvan een mooi voorbeeld. En dan was hun enige excuus, dat ze dachten dat de man een Duitser was, maar ook een Nederlander was een prima object om de economische frustratie op af te reageren.

Ondanks alle mooie woorden als ‘geen euro naar Griekenland’ (dixit Mark Rutte in 2010), is men in stilte dan toch bezig een transferunie op te tuigen, omdat de invoering van Eurobonds (of iets dergelijks – vele wegen leiden naar de hel) het federalistische ideaal zou kunnen redden. Amerikaanse economen krijgen daarvan in hun artikelen soms gewoon de slappe lach, evenals van de constructie en vooral de waarborgen waarop de euro werd gefundeerd. Wat hun dan weer het lachen doet vergaan, is dat door de verstrengeling van speciaal de Amerikaane banken met de Europese economieën, de Europese crisis bij de naderende melt-down ook de USA mee zal slepen in een economische val van ongekende proporties.

Desalniettemin schaam je je dood als je dergelijke artikelen leest. Want hoe nationaal georiënteerd ook, ondanks alles ben je toch ook Europeaan. Al was het maar omdat je er op aangesproken wordt.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.