USA, titulatuur, adeldom
Adeldom associëren we bepaald niet met de USA. Toch is dat een illusie die langzaamaan desintegreert. Er groeit in het land van de onbegrensde mogelijkheden een behoefte de sociale standing met titeltjes en al duidelijk te maken eer iemand zich kon afvragen of….
In Nederland associëren we Adeldom vooral met erfelijke titeltjes. Dat komt mede doordat we in dit land nog nauwelijks adel hebben, en wie zich zo noemen kan stamt maar al te vaak uit eeuwen terug gaande geslachten van boerse grootgrondbezitters uit het oosten van Nederland, gemengd met de nazaten van stadsbestuurders uit de 18e eeuw die zich na de terugkeer van de Oranjes in 1815 plotseling jonkheer of baron mochten noemen. Dit was een noodmaatregel om ook Noord-Nederland een adel te geven die zich kon meten met die van de Zuidelijke Nederlanden, waarmee ons land toen tezamen het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden vormde (tot 1830). De toenmalige Eerste Kamer werd door de koning gevuld met edellieden, en hij wilde er graag voldoende uit het noorden in kunnen benoemen.
Eigenlijk snappen wij er dus niets van, van adel.
Europese adel – Merovingen en Karolingen
Amerikanen ook niet. Maar die snappen evenmin hoe adel ontstaat, en dat is waarover ik het hier hebben ga. Want de beweging naar een adeldom is in de USA wel degelijk waarneembaar, al heet het anders en zal het zich niet vergelijkbaar met de Europese titelmanie ontwikkelen. De keizer van het Romeinse rijk werd keizer omdat het koningschap ideologisch besmet was geraakt in Rome. Dat deed niets af aan een vergelijkbare machtsuitoefening. De kaart, niet het gebied, zogezegd. Titels zijn alleen functioneel als iedereen begrijpt wat ze betekenen.
De Europese adel kwam voort uit de elite van de Germaanse stammen die het Romeinse rijk in de 5e eeuw overspoelden en uiteindelijk deden oplossen. Maar een ontwikkelde titulatuur met gedocumenteerd voorgeslacht was er niet. Bepaalde families hadden een claim op het koningschap (vaak verbonden aan een mythische afstamming van Odin of Wodan – overigens namen voor dezelfde god). De Franse Merovingen waren er het beste voorbeeld van, en het kostte de Karolingen (het geslacht van Karel de Grote) nog veel moeite uiteindelijk ook het Franse koningschap te verwerven. Karel de Grote legde uiteindelijk de basis van de Franse adel door zijn systeem van bestuurders te sieren met de titels graven en markgraven (graaf van een grensprovincie). Aangezien Karel het grootste deel van het West-Europese vasteland bestierde, werd het systeem ook vrijwel in alle westerse landen identiek overgeleverd. Die bestuurlijke titels werden gaande de 9e en 10e eeuw erfelijk, zoals ook het bestuur over de regio’s die zij beheersten erfelijk werd – zie de analogie met de Merovingen en Karolingen.
Het Amerikaanse perspectief
Hoe moeten we dat zien in Amerikaans perspectief? Het is een sluipend proces geweest, maar het is al een aardig aantal jaren in ontwikkeling, zodat het nu herkenbaar begint te worden voor wat het is. Mijn eerste kennismaking er mee was toen mijn Amerikaanse oom vertelde dat hij voor de president had mogen optreden (hij was artiest). Ik was als kind erg onder de indruk, tot hij me vertelde dat het ging om Gerald Ford, die toen al enige tijd geen president meer was. Maar de aanspreektitel blijft voor zo’n man zijn hele leven een voorrecht. Dat heeft zich ontwikkelt, en wie zich de debatten tussen Amerikaanse politici herinnert weet dat ze allen worden aangesproken met de hoogste functie die ze eerder in de Amerikaanse cursus honorum (hier zie je ook een analogie met het systeem zoals de Romeinse bestuurselite dat gebruikte, die zichzelf ook een voortdurend verder teruggaand voorgeslacht aan mat) hebben hebben vervuld. Hillary Clinton werd tijdens de debatten met Trump voortdurend aangesproken met Madam Secretary (van Secretary of State, de 3e hoogste Amerikaanse functie. Eerder was ze ook senator, maar dat is een treetje lager). Oud-burgemeesters worden ook nog steeds aangesproken met Mayor zus-en-zo. Oud-gouverneurs idem dito, evenals oud-senatoren. Het veld van de Democratische kandidaten zit er vol mee.
Dat benadrukt alles tezamen eens te meer hoe bijzonder het was dat een outsider als Donald Trump – die nooit tevoren een formeel ambt vervulde eer hij tot president gekozen werd – het hoogste ambt in één sprong wist te bereiken. Maar de rest van zijn leven zal hij worden aangesproken met Mr. President. Alle ideologische gelijkheid ten spijt: dit is de wijze waarop de elite binnen een staat zichzelf met de jaren onderscheiden gaat van de geregeerden. Het is een autonoom proces dat voorbijgaat aan goede bedoelingen. En over een paar honderd jaar, wie weet? De fundamenten van toekomstige adeldom worden in de USA nu gelegd. Een interessante gewaarwording als je het zien wilt.
USA het huidige Imperium Romanum. Klopt als een bus.
De adel was ooit een soort elite gebaseerd op prestaties. De stamleider was de leider simpelweg omdat hij de krachtigste, machtigste man was die hen aanvoerde tijdens de jacht en tijdens oorlog. Oftewel, de typische alpha van een groep. Datzelfde gold voor zijn directe vertouwelingen, zijn fanatiekste volgers.
Dat men het van daaruit opbouwde en ‘koning’ noemde veranderde verder niet heel veel aan het leiderschap. De koning was nog steeds degeen die de troepen aanvoerde en ook werkelijk op het slagveld de leiding had. Leuk om dan wat ‘titels’ te verzinnen voor zijn getrouwen. Naarmate de omvang toenam kon 1 man het niet meer doen, je kunt iet overal tegelijk zijn. Een hertog was dan ook net zo goed een krijgsheer.
Dat is waar het idee van adel is ontstaan: de leiding over een gemeenschap. En dat is lang niet altijd erfelijk geweest. Uiteraard had de zoon van een stamleider betere kansen omdat hij nu eenmaal in betere omstandigheden opgroeide, maar feitelijk was het in primitieve tijden mogelijk om door prestatie je eigen positie te verbeteren. Feitelijk niets anders dan ‘de beste man op de beste plaats’. Iets waar veel moderne mensen van gruwen, omdat iedereen zogenaamd gelijk zou zijn.
Het hele idee van overerfbare titels is wat mij betreft dan ook onzin en iets waar men zsm van af moet.
@ Pascal
Ja, inclusief de binnenvallende barbaren. Van steeds meer kanten.
Interesting – I didn”t know about the necessity to create a North-Holland nobility in a hurry. We Yankes did, in the later 19th and early 20th century have a kind of Adelheit, based on military titles awarded to scores of thousands in the Civil War, in which 2 or 3 million men suddenly came under arms, and many were made officers, even generals, without military training. You may notice in our Western movies how often the gentry in western towns have military titles like Colonel, Captain, even General (villains and heroes alike) – and these ranks were used even in big cities. Again, in the Spanish American war, hundreds of thousands suddenly joined the ranks — But in 1930s and 1940s movies, you might notice that characters who use these titles are often buffoons or blowhards, or are regarded as oldfashioned. Such a small proportion of our million men WWI army saw action, or even went overseas, that it might have made the custom ridiculous — and certainly no WWII veteran who was an officer ever used it, unless he was an asshole.
Howeer we do have a tradition of a nonprofessional diplomatic corps, with major donors appointed to quite important Embassies, and minor donors appointed to minor Embassies, which makes the title of Ambassador much cherished – and awarded to Secretaries of State, like Mme Clinton, and also undersecretaries of State, and perhaps even their deputies. I always address the one former Undersecretary of State I know well as “Excellency.”
Anyone interested in Yank snobbery must read one story of John O’Hara, called “The Graven Image.”
Hannibal should note that while mayors are called “his Honor” or “her Honor,” it is often shortened, now in every big city, to the way that Chicago newspapers always referred humorously, or fearfully, to the elder Mayor Daley: “hizzoner.”
@Tommie
De barbaren waren o.a. Germanen; zoals jij en ik.
Dat Batavieren tot de trouwste bondgenoten behoorden van de ‘rare jongens die Romeinen’ net als in de huidige tijd is opmerkelijk.
Rome verklaarde iedereen die geen Romein was tot barbaar; zelfs bondgenoten. En dat vanuit een patriarchale en uiterst competitieve geldingsdrang maatschappij waar veel meer slaven waren dan meesters; de senatoriale klasse en de equites, Grondbezit was exclusief aan hen voorbehouden (en grondbezit was tot aan de indust. revolutie de hoogste vorm van bezit), geregeld via de wet.
Wat heeft jouw voorkeur Tommie; een beschaafde barbaar of een barbaarse beschaving?
@Sam
That’s an interesting one, the use of those military titles. I’d forgotten completely, but the Brits used it similarly, at least from the end of the 19th century until shortly after WW1, when there were too many survivors of the trenches to be practical. Even the surviving nobility prefered their wartime ranks above their formal noble ranks to be adressed for some time. But it certainly was some kind of distinction in use by the adventureres active in the African colonization and the Boer wars.
Even then, it was a way to establish social advancement in some way for the otherwise noneties, although often a quite dubious one indeed. UK-literature between 1900 up till about 1935 often used it derogatory. It did not reappear after 1945. Still, the mechanism is similar nevertheless. In more modern books it can occasionally be noticed again.