OBA 100 jaar – Openbare Bibliotheek Amsterdam jubileert
Renzo Verwer getuigt van zijn liefde voor het instituut waar hijzelf ooit twee maanden werkte. OBA 100 jaar wordt onder andere gevierd met een jubileumboek.
De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) bestaat honderd jaar. Het is feest en er zijn vele activiteiten. Journalisten Joosje Lakmaker en Elke Veldkamp publiceerden onlangs het jubileumboek.
Amsterdammers en hun bibliotheek : OBA 1919-2019 staat vol mooie en minder mooie (maar wel goed vertelde) verhalen. Over bibliotheekdirecteuren, bibliothecarissen en klanten. Over de wijzigingen in collecties. Verhalen aangaande de feestelijke opening van het gebouw aan de Keizersgracht in 1919 en vestigingen in allerlei wijken. Zoals het filiaal Ganzenhoef in de Bijlmermeer waar het in de jaren tachtig te gevaarlijk werd.
Ook komt een OBA-bibliothecaris anno nu aan het woord die pleit voor boeken in het Arabisch, Turks enz. Ze vindt dat je eerst “je eigen taal goed moet beheersen om een nieuwe taal goed te leren spreken.” Daar wordt ook wel anders over gedacht in ook wetenschappelijke kringen.
Sowieso: eigen taal? Is dat dan niet Nederlands?
Maar de OBA gaat, na een tijdlang veel minder boeken in andere talen (Arabisch, Turks) te hebben aangeboden, ze weer aankopen. En ook weer activiteiten in andere talen houden. “Leert Nederland het nooit?” denk je dan. Zo houd je een onderklasse in stand. Een aparte taal en cultuur, onderwijs en mediaconsumptie zorgt ervoor dat mensen zich kunnen opsluiten in eigen kring; ook de directeur van het SCP stelt hoe werelden van moslims en niet-moslims uit elkaar gaan lopen.
De bibliotheek staat middenin de maatschappij. Het jubileumboek gaat ook uitgebreid in op fusies, op bezuinigingen en gevolgen, uitbreidingen en ‘nieuwe’ functies van de bibliotheek zoals studyshare, een initiatief van bibliothecaris Frank Verbeek. Hierbij studeren mensen onder toezicht in blokken van 3 x 45 minuten met daartussen verplicht 15 minuten pauze. Verbeek liet zich inspireren door filosoof Marli Huijer, die over Studyshare zei:
“We hebben discipline nodig, maar we willen het niet als gehoorzaamheid, en we willen ons ook niet altijd schuldig voelen. OBA StudyShare is een heel belangrijk initiatief om discipline op een nieuwe manier vorm te geven: we besteden het uit.”
Pragmatisme alom dus. Mooi.
Maar de bibliotheek kan daarin doorslaan, zoals we in het vervolg naar aanleiding van dit boek zullen zien.
Lakmaker, Joosje en Veldkamp, Elke – Amsterdammers en hun bibliotheek: OBA 1919-2019.
Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2019.
304 pagina’s
€19,99.
Bestellen kan hier.
Renzo Verwer werd opgeleid tot bibliothecaris aan de Frederik Muller Academie, en werkte ooit twee maanden in de OBA.
De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) bestaat honderd jaar. Het is feest en er zijn vele activiteiten. Journalisten Joosje Lakmaker en Elke Veldkamp publiceerden onlangs het jubileumboek. Hierboven mijn eerste beschouwing. De tweede richt zich op de plek die de OBA in Amsterdam inneemt en de functie die zij vervult.
Amsterdammers en hun bibliotheek : OBA 1919-2019 bevat bijzondere delen over het aanbod. Zo lezen we over de zogeheten ‘romankwestie’: Welke boeken zijn goed voor het volk en welke niet? De bibliotheek (en niet alleen de OBA, maar elke waar ook ter wereld) worstelt vaak met het evenwicht tussen boeken aanbieden voor amusement, en voor ‘geestelijke opbouw/volksopvoeding’.
Over de tijd na de oorlog staat in het jubileumboek:
“In de bibliotheek stonden geen detectives, geen razend populaire Karl May, Nick Carter en zelfs tot de jaren zestig geen Pietje Bell (Chr. van Abkoude).”
En Cissy van Marxveldt werd pas in 1950 na langdurige discussie aangeschaft. Lange tijd had de bieb een ‘gifkast’ – boeken die alleen op aanvraag en met instemming van de medewerker kon worden gelezen en geleend. Hierin stond bijvoorbeeld Een liefde van Lodewijk van Deyssel (1885) – dat is een boek openlijke bechrijvingen van vrouwelijke lusten; tientallen jaren later werd het nog steeds als aanstootgevend gezien.
Eind jaren zeventig werden stripboeken een tijd in de band gedaan. Het idee was dat kinderen daar niets van leerden… Bea Kee: “Totdat er een omslag in het denken kwam, het is belangrijk dát kinderen lezen, maakt niet uit wát.”
Extreme censuur vond plaats in de Tweede Wereldoorlog
De Openbare Leeszaal en Bibliotheek (een van de fusiepartners waaruit Openbare Bibliotheek Amsterdam is voortgekomen) speelde een dubieuze rol: boeken werden proactief van de planken gehaald uit angst dat de NSB de boel zou overnemen, en joods personeel werd ontslagen. De Nederlandse bibliotheken maakten het de bezetter wel héél makkelijk. Het bestuur van de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken deed al negen dagen na de bezetting een oproep boeken die ‘wrijving’ kunnen veroorzaken te verwijderen. En zo verdwenen boeken van joodse auteurs, en (mogelijk) anti-Duitse boeken, zelfs een titel van Vestdijk (Else Böhler: Duits dienstmeisje) moest eraan geloven. Amsterdam deed enthousiast mee.
De huidige directeur van de OBA Martin Berendse spreekt van een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Amsterdamse bibliotheek. Mooie woorden. Maar trekt hij er ook lering uit voor het nu?
Vorig jaar was er social-media ophef omtrent Sanne De Bakkers jeugdboek Suriname here we come. Volgens een lezeres bevatte het allerlei vooroordelen over Suriname – en inderdaad, dat klopt ook wel. Het boek werd vervolgens uit de OBA-vestiging Amsterdam-Zuidoost gehaald en verdween in de centrale vestiging van de open opstelling naar het magazijn. De bibliotheek stelde:
“Er is aanstoot genomen aan de inhoud van dit (reis)verhaal voor kinderen over Suriname en enkele passages werden gedeeld op Facebook en Twitter. Op sociale media vragen mensen zich af waarom de OBA dit boek (nog) in haar collectie heeft. Na overleg met diverse betrokkenen wil de OBA graag inhoudelijk reageren. We betreuren het dat dit kinderboek bij zoveel mensen negatieve emoties heeft opgeroepen en hebben begrepen dat de schrijver en haar uitgever inmiddels afstand van het boek hebben genomen. Daarom hebben we besloten om dit jeugdboek uit onze vestigingen te halen. De OBA is namelijk een ontmoetingsplaats voor de diversiteit aan talen en culturen in de stad en heeft aandacht voor actuele maatschappelijke thema’s”
Maar wat nu, vroeg ik me af, wanneer een groep mensen zich aan een koran stoort, aan Gerard Reve of aan een boek van Robert Vuijsje over negerinnen? Worden die boeken dan ook verwijderd?
Buigt de bibliotheek niet veel te makkelijk voor de knokploegen der sociale media? Komt zo haar functie als verspreider van informatie, ook controversiële informatie niet in het geding?
Wilt u meer over deze kwestie, én over het thema bibliotheken/boekhandels en recente censuur weten? Leest de bundel Diversiteit, identiteit en de ‘cultural wars’, die in augustus of september van dit jaar verschijnt.
Diversiteit, identiteit en de ‘cultural wars’ / Red. Paul Cliteur, Perry Pierik. Uitgeverij Aspekt, 2019. Met bijdragen van onder andere Wim van Rooy, Esther van Fenema, Sid Lukkassen, Paul Cliteur en Renzo Verwer.
Dit essay werd eerder in twee delen (1,2) gepubliceerd op het Blog van Renzo Verwer
Prachtig te zien hoe alle ‘duistere’ periodes uit de Bibliotheek, over het verwijderen van bepaalde titels, het censureren van inhoud, enz. gepaard ging met drogredenen, die exact nu worden toegepast op het in de pas lopen met de denkwijze van de elites en islamieten vrij baan geven boeken te laten verwijderen.
Leerzaam en zorgelijk.