Vervanging van elites
Revolutionairen hebben het graag over de vervanging van elites, waarmee zij bedoelen dat de zittende elite hen teveel in de weg zit. Kloppen doet dat eigenlijk nooit.
In Nederland riep regente Guusje ter Horst in 2009 – toentertijd PvdA-minister van Binnenlandse Zaken, en dus ook nog de Regente die andere regenten benoemen mocht – op tot een opstand van de elite stegen het volk. Dat was interessant, omdat het gekoppeld werd aan de onwil tot volkse volgzaamheid die zij tegenkwam in haar bestaan als Regente. Dit demonstreerde haar misleidde wereldbeeld hoe Regenten over alle macht zouden moeten beschikken. In plaats daarvan beriep zij zich in wanhoop op haar recht kalief te worden in plaats van de kalief. Waarom dat haar recht was? PvdA of zo, vult u maar in. Realiteitsbesef was in haar kringen nooit heel dik gezaaid. Hoezeer de PvdA ook altijd gemeend heeft een historisch recht op de vervanging van regenten te mogen claimen, de intellectuele basis onder die gedachte is nooit verder gekomen dan de constatering. Een redenering ontbrak.
Dat heeft ook alles te maken met de manier waarop deze elite van de PvdA ooit zelf aan het roer kwam. Middels Tien over Rood nam deze generatie al vroeg de macht binnen de eigen partij over, in plaats van een paar jaar te wachten tot die macht hen als een rijpe appel in de schoot zou vallen. Dat je voor macht vechten moet en dat er altijd iemand boven je zit om te bevechten, is er dientengevolge in geramd. Maar kloppen doet het niet. De voorgaande bestuurlijke elite in Nederland werd gedomineerd door bestuurders van CDA-huize. De rentmeesters van de samenleving, zegt u maar. En deze CDA-elite schikte in toen de eerste PvdA-hemelbestormers de hen toekomende vruchten kwam plukken. Een gevecht is er nooit geweest, beide elites smolten samen zodat we hen heden ten dage nog maar nauwelijks uit elkaar zouden kunnen houden, are het niet dat zij herkenbaar zijn aan het grotelijks volgen van de lijn hunner partijen.
Dat is de normale gang van zaken. Ik heb daar een paar jaar terug al eens een stuk over geschreven dat ik bij nalezen nog steeds behartigenswaardig vind, maar het mist de focus waar ik vandaag naar zoek: het vervangingspatroon van elites. Over dat vervangingspatroon van elites is in West-Europa extreem veel bekend. Niet alleen is uit de tijd van het Romeinse rijk van vrijwel alle gezagsdragers goed bekend hoe hun families zich door het netwerk van boven hen gestelden omhoog worstelden, maar ook in de feodale periode van de middeleeuwen is de opgang van veel adellijke families uitstekend gedocumenteerd.
Wat blijkt? Onder normale omstandigheden (in onrustige tijden is de sociale mobiliteit een stuk groter, Napoleon is daarvan een exponent) duurt het ongeveer drie generaties eer een familie de maatschappelijk top bereiken kan. In hoeverre zij de absolute top haalt hangt af van de persoonlijke bekwaamheid van de diverse familieleden, maar als vuistregel werkt dit. Evenzo blijken dergelijke families na een generatie of drie weer terug te gaan zakken – opnieuw met uitzondering van extreem begaafde individuen.
Wie hierover even nadenkt zal gaan beseffen dat elites een dynamisch maatschappelijk subsysteem vormen, dat er toe neigt zich voor nieuwkomers af te sluiten in tijden van voorspoed. In burgerlijke (democratische?) maatschappijen is dat minder navolgbaar (het grote voordeel van adellijke titels voor historici is dat het de herkenbaarheid van de leden van families vergroot). Maar het idee van een elite, die altijd de macht heeft en een gesloten blok vormt is nonsens. Ook als je bijvoorbeeld ons koningshuis in de vergelijking introduceert blijkt dat. Zonder onaardig te willen zijn, is duidelijk dat het belang van de Oranjes internationaal aardig is teruggezakt de laatste eeuw. Daar verhelpt de Bilderberg-mythe maar weinig aan. Dat de Nederlandse koning een toespraak houdt tot de VN zoals laatst Rutte is tegenwoordig onvoorstelbaar. Hij is niet zonder macht en invloed, maar die is dalende, punt.
Deze overweging is ook iets dat aspirant-revolutionairen dienen te internaliseren. Het gaat niet om een paar individuen die men bestrijden wil, maar een kleine klasse waarvan de samenstelling varieert. Als die helemaal stagneren gaat slaat haar uur met zekerheid, en de signalen daarvan beginnen zich te manifesteren.
Nog even en koning Willem houdt een toespraak over nat behangpapier in vochtige kelders voor het Iraanse parlement.