Criminaliteitsbestrijding? Gaat de overheid nu psychologiseren??
In het kader van criminaliteitsbestrijding en de vernieuwing van hoe we met criminaliteit om moeten gaan, gaat de overheid verdachten onder andere verplichten te luisteren naar het lamenteren van hun slachtoffers. Ik kijk daar met verbijstering naar.
Nu kan ik me voorstellen dat het voor slachtoffers of nabestaanden een opluchting kan zijn hun verhaal te vertellen, maar dat lucht alleen op als er iemand in de beklaagdenbank zit die zich daardoor extra schuldig voelt. En dat laat blijken. Dat zal niet in alle gevallen zo zijn. Erger nog is dat je je maar af moet vragen of dit juridisch houdbaar zal blijken: het lijkt mij een straf op zich, en een verdachte is immers nog niet veroordeeld. De mogelijkheid dat een onschuldige verdachte dat gelamenteer moet aanhoren is niet denkbeeldig, zodat de advocatuur kansrijk in het geweer zal komen. Een derde argument dat ik er tegen heb is dat het de duur van rechtszaken weer aardig zal oprekken – alsof de rechterlijke macht niet sowieso al veel te veel tijd en mensen tekort komt.
Ergens verdenk ik de overheid er van op die manier vooral meer ‘begrip’ tussen dader en slachtoffer te willen kweken. Wat een onzinnige notie!
Want de echte vraag blijft: gaat er iets gebeuren aan strengere/langere straffen of aan deugdelijke preventie? Veel van de zaken die thans hoog op de lijst van veel voorkomende misdrijven staan, waren pakweg 30 jaar geleden hard op weg te behoren tot de relatieve uitzonderingen. Niet voor niets bedenk ik dat nu, aangezien gisteren ergens voorbijschoot dat 60% van de veroordeelden in Nederlandse gevangenissen allochtoon is. Om een voorbeeld te noemen: inbraken waren pakweg 30 jaar terug vrijwel uitgestorven of daar hard naar op weg. Het rendeerde ook te weinig. De huidige klasse criminelen lijkt daar weer anders over te denken.
Ook verbaas ik me over de prioriteiten die de overheid nu plotseling stelt:
Een ander probleem is dat sommige slachtoffers na het hele juridische proces nog steeds niet al hun schade vergoed hebben gekregen. In 84 procent van de gevallen lukt het wel, maar juist de mensen met veel schade of ingewikkelde schadeclaims, blijven met een financieel gat achter. Voor hen komt er begeleiding.
Het is mooi als de schade wordt vergoed, maar het is net als met verzekeringen: de volledige schade wordt toch nooit hersteld: het is slechts een extra pleister op het verlies.
Natuurlijk moeten er voor deze extra taken mensen worden aangenomen:
De politie krijgt er 124 fte bij om mensen die aangifte komen doen te beoordelen op ‘herhaald slachtofferschap’, dat wil zeggen: lopen zij het risico om door hun omstandigheden snel weer slachtoffer van een misdrijf te worden.
Slachtofferhulp Nederland, waar iedereen die aangifte doet van een misdrijf minstens een kaartje of telefoonnummer van krijgt, gaat proberen ook slachtoffers die geen aangifte doen te bereiken.
124 volle banen. Dat klinkt leuk, maar is een toevoeging van 1 op de 140.000 mensen die in Nederland wonen: 5 naar Amsterdam dus, en 1 voor het hele platteland van de provincie Groningen. Als je het zo differentieert is er al weinig reden meer om blij te worden van deze extra pleister die de overheid plakken wil.
Vermindering van de criminaliteit in ons land lijkt daarentegen volledig uit beeld te zijn verdwenen als doel van de Nederlandse overheid. Als men wil dat daar iets aan wordt gedaan, zou het beter zijn van tijd tot tijd de Tweede Kamer te verplichten in volledige zitting bijeen een dagje te luisteren naar de verhalen van slachtoffers. Dat zal meer effect hebben dan deze mensen hun – begrijpelijke – klaagzang bij de rechtbank te laten houden. Maar dat niemand dat zelfs maar zou willen overwegen zegt ook heel veel.