Militairen vrezen exodus bij defensie
Binnen Defensie wordt gevreesd voor een groot verlies aan jonge militairen die elders een betere baan kunnen krijgen. Eduard van Brakel uitte op Defensie-platform daarover zijn zorgen in een artikel, dat we onder dankzegging voor de verleende toestemming hier overnemen.
Door: Eduard van Brakel , hoofdredacteur Defensie-Platform
Er komt een ware exodus aan van relatief jonge militairen die de dienst gaan verlaten. Dat vrezen actief dienende militairen, die zeggen dat er een ‘waar-doen-we-het-voor-cultuur’ heerst bij Defensie. Het tekort aan mensen, aan middelen, de hoge werkdruk, maar vooral het gebrek aan waardering en de steeds meer aanwezige angstcultuur bij de Krijgsmacht, maakt dat ze overwegen om de dienst te verlaten.
‘Ik had het nooit gedacht dat ik zou overwegen om het uniform uit te trekken’, zegt een officier, ‘maar ik ben naar vacatures buiten Defensie aan het kijken’. ‘De angstcultuur is de hoofdreden dat ik wil vertrekken’, zegt een ander. ‘Integriteit bij Defensie is een wassen neus’, is een andere zeer ernstige aantijging aan de bedrijfscultuur. ‘Iedereen die wat kan rent gillend weg, of is al gillend weggerend’, zegt weer andere militair. ‘Een Brain-drain aan de gang bij Defensie? Nee hoor, die is allang voltooid’, zo wordt het probleem aangestipt dat vooral goed opgeleide mensen vertrekken.
Bezuinigingen eisen tol
De jarenlange bezuinigingen lijken zo hun tol te eisen, ook op het personeel dat normaal gesproken loyaal in de overtreffende trap is. Maar het gesteggel rondom fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, de slechte carrièrekansen, en de roofbouw die wordt gepleegd op het personeel zonder dat waardering tegenover staat, maakt dat zelfs die meest loyalen nu ook het bijltje er bij neer willen gooien. En niet alleen de militairen zijn er klaar mee, o0k bij het burgerpersoneel is de motivatie tot onder het nulpunt gezakt, zo blijkt uit een reactie.
Het beeld is bekend bij Marc de Natris, voorzitter van de KVMO: ‘Ik herken me in de exodus. Ik herken me in het gebrek aan perspectief. Perspectief dat alleen maar kan worden geboden als er weer substantieel in defensie gaat worden geïnvesteerd. Het gevoel dat dit wederom in Rutte III niet gaat gebeuren zorgt voor veel onrust en frustratie in de organisatie. Ik herken de frustratie omtrent de arbeidsvoorwaarden en de negatieve gevolgen van de bijzondere positie van de militair (WUL/AOW-gat) in het bijzonder.’
‘Er is niks anders over om trots op te zijn’
En dat merken de militairen zelf ook: ‘Met de mond wordt beleden dat het personeel het goud van de organisatie is’, schrijft weer een militair, ‘Dat moet ook wel, want er is niks anders om trots op te zijn. Oefeningen zijn houtje-touwtje in elkaar gezet en materieel staat jarenlang stil, door gebrek aan onderhoud en reserveonderdelen.’ De Natris hierover: ‘Defensie bevindt zich op het bezuinigingsdieptepunt en de weg naar boven wordt niet gezien in tegenstelling tot hetgeen de minister en de top met de mond belijdt’.
‘Top moet eerlijk zijn’
Bij de oorzaak van de problemen blijft de militaire top ook niet buiten schot: ‘Als je hoger bent dan overste, dan is er iets mis met je’, zegt een militair. Marc de Natris: ‘De top dient eerlijk te zijn richting het personeel. Het is goed dat men de troepen moed in wilt praten maar als het niet meer geloofwaardig is moet je hiermee stoppen en dit ook communiceren. Want zolang Den Haag denkt het gaat nog wel bij defensie dan zullen ze er niet in investeren. Wat we eraan doen: dagelijks aandacht vragen voor de deplorabele toestand van defensie.’
Dat de beleidsmakers ver weg staan van de werkvloer blijkt misschien wel uit de uitstroomcijfers van Defensie: de uitstroom is al jaren hoger dan verwacht en dat terwijl de Krijgsmacht ook nog moeite heeft met werven van (gespecialiseerd) personeel. Daarbij willen Defensie-collega’s een fase-3-contract, dat is vaak niet mogelijk. Bij de KMAR, zo bevestigd een militair, stappen er veel over naar de politie, daar krijgen ze wel een fase-3-contract en hebben ze veel meer zekerheid over het gebied waar ze in kunnen werken.
‘Angstcultuur is beleid’
De cultuur bij Defensie lijkt ook niet uit te nodigen om er te blijven werken: ‘De angstcultuur lijkt geen beleid, de angstcultuur is beleid. Kijk maar hoe Defensie omgaat met klokkenluiders’, zo stelt een officier. ‘Ik hoop dat er collega’s zijn, die desnoods anoniem een verhaal hierover willen schrijven’, meldde een actief dienende militair aan mij over die angstcultuur. En die cultuur, die heeft natuurlijk niks met een gebrek aan middelen te maken. Cultuur is iets dat gevoed wordt vanuit beleidsmakers, en een verstikkende angstcultuur kan alleen gevoed worden door militairen die hoog in rang zijn. Zij stellen immers de norm, en als zij elke vorm van kritiek afdoen als ‘frustratie van lager gegradueerden’ (uit een mail van kolonel die ik mocht inzien’) verandert er helemaal niks. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij hogere officieren aan collega’s lager in rang berichten sturen met intimiderende boodschappen (‘Als je dit doorzet, zal dat gevolgen voor je hebben’).
Willekeur
Ook de willekeur bij het wel of niet mogen volgen van cursussen draagt niet bij aan vertrouwen in de organisatie. ‘Ik wilde de Middelbare Defensie Vorming doen’, zegt een kapitein, ‘Maar ik werd afgewezen. Op mijn vraag waarom, zei personeelszaken dat ik niet aan de eisen voldeed. Daarop vroeg ik wat de eisen dan waren. Die bepalen we per geval, was het antwoord. Zo kun je natuurlijk nooit ergens aan voldoen.’ Een ander spreekt van weggegooid geld: ‘7,5 jaar in dienst geweest, met grote spijt weggegaan. Ik was al Combat Life Saver en had andere cursussen gedaan. Vervolgcursussen werden geschrapt, dus toen moest ik de dienst uit, terwijl ik anders had kunnen blijven. Defensie heeft daarmee 7,5 jaar kennis en opleiding weggegooid en nu doe ik iets medisch in de burgermaatschappij’.
Daarnaast begint het thuisfront van militairen te sputteren: ‘Ik zet me met hart en ziel in, maar de belasting voor het thuisfront is heel hoog. Voor hen vind ik het heel erg’, zegt een militair, die ook vindt dat veel problemen vooral bij het onderofficierskorps worden neergelegd, ‘die er dan maar wat moois van moeten maken’.
Onderstroom van jarenlange frustratie
Problemen die al jaren spelen komen zo steeds meer aan het voetlicht. En dat gaat gepaard met heftige reacties. De Natris begrijpt ze wel: ‘Ik noem dit in een onderstroom van jarenlange frustratie die op dit moment naar buiten komt.’ Want het beeld dat naar vormen komt is ontluisterend: niet meer oefenen, geen promoties, een overbelast thuisfront, niet meer kunnen zeggen wat je denkt. En dat voor een bedrijf waarvan elke militair nog steeds de kameraadschap roemt, de aard van het werk geweldig vindt, en waar militairen met hart en ziel voor hebben gekozen om bij te dragen aan een betere wereld. En nu lijkt Defensietop, naast alle tekorten die er al zijn, ook nog het belangrijkste te verspelen: de steun van de mensen in de organisatie. Een beter beleid, meer steun van de politiek en een andere houding van de militaire top lijkt de oplossing.
Defensie bekend met zorgen
Defensie zelf onderkent de problemen’, maar stelt ook dat de weg naar boven is ingezet. In een schriftelijke reactie schrijft de afdeling persvoorlichting:’ Defensie is bekend met zorgen die bestaan onder het personeel en realiseert zich dat er veel van hen gevraagd wordt. De problemen zijn het gevolg van de jarenlange bezuinigingen op Defensie, die hun sporen op de organisatie hebben nagelaten. ‘
‘Ook het uitblijven van een overeenkomst met de bonden over de arbeidsvoorwaarden draagt bij aan deze onvrede en dat is betreuren. De problemen zijn echter onderkend en hebben er mede toe geleid dat er in deze regeerperiode 900 miljoen aan de defensiebegroting is toegevoegd om de ergste problemen op te lossen. Dit geld wordt momenteel gebruikt om de materiële gereedheid en de geoefendheid op orde te brengen. Dit kost echter tijd en het personeel zal dat niet direct ervaren. Minister Hennis-Plasschaert heeft daarnaast aangegeven dat er ook in de toekomst meer in Defensie geïnvesteerd zal moeten worden om de problemen van Defensie op te lossen. Het is aan het nieuwe kabinet hoe zij dat willen gaan aanpakken.’
Volgend kabinet aan zet
De problemen zijn dus groot bij de Krijgsmacht en het volgende kabinet zal die voortvarend moeten aanpakken, omdat er anders erg weinig inzetbaarheid overblijft en de Krijgsmacht het risico loopt dat goed personeel, dat zich altijd loyaal heeft opgesteld, alsnog voor een carrière buiten de Krijgsmacht kiest. En een exodus van personeel: dat kan nooit de bedoeling zijn!
Dit artikel verscheen eerder op Defensie-platform.nl en Valkyries.nl
Voor interne problemen bij Defensie, moet men bij de politieke top zijn: de minister. En die is
uiterst zwak, en in wezen onbekwaam.
Als soeverein land, hebben wij nodig:
1 a. Voldoen aan de 2%-norm van de Noord-Atlantisch Verdrags-Organisatie.
En de samenwerking daarin op orde brengen.
1 b. Turkije UIT de Navo te gooien.
2. -algemene militaire dienstplicht [ m ]
– algemene maatschappelijke dienstplicht [ v ]
– nationale garde- en reserve-organistaies [ m + v ]