Kabinet leeft in een eigen wereldje
Als Kamerleden het kabinet vragen stellen via de Tweede Kamer, is het kabinet verplicht die te beantwoorden. Binnen een redelijke termijn, ook dat. En bij voorkeur correct.
Nu krijg je van Rutte-2 voortdurend het gevoel dat het de regels schier oneindig oprekt, maar soms vang je een glimp op van een achterliggende gedachte. Vanzelfsprekend was dat nooit de bedoeling – het is zo mogelijk nog betere informatie dan een correcte beantwoording. Maar toch. De regering wordt geacht de vragen binnen 3 weken te beantwoorden.
Op 29 juni stelden de PVV-Kamerleden Wilders en De Roon vragen over de mogelijkheid dat Saoedi-Arabië zich leek te hebben voorgenomen Geert Wilders voor het gerecht te slepen, en hem daarom nauwgezet volgde. (klikken om te vergroten)
Vragen beantwoorden aan de vooravond van Prinsjesdag is maar zelden een ongelukje – het is bedoeld om de mogelijke publiciteit rond antwoorden te minimaliseren. Zo ook ditmaal. Nu is dit niet zo heel bijzonder – het is deel van het spel tussen oppositie en regering – maar onbeleefd is het wel. Zeker omdat de termijn voor de beantwoording van deze vragen met al circa twee maanden was overschreden.
Was er een kunststukje geleverd bij de beantwoording van de vragen? In zekere zin. Want er gebeurde wel degelijk iets dat van belang is. Het antwoord op vijf van de zeven gestelde vragen luidde namelijk: Het kabinet reageert niet inhoudelijk op vragen over berichtgeving die is gebaseerd op vermeende vertrouwelijke documenten welke zijn gepubliceerd via Wikileaks.
Even resumeren: het kabinet weigert dus te antwoorden op vragen over een artikel, omdat de informatie in dit artikel weleens geheim kon zijn? Dat klinkt nogal Prinsjesdagerig, maar daarvoor heeft het kabinet het excuus dat het tegenover de koning niet erg tactvol is om al te debatteren over wat hij nog voor moet lezen. Weliswaar wordt hij daar vorstelijk voor betaald, maar je wilt toch niemand het plezier in zijn belangrijkste – herstel: op-één-na-belangrijkste – werk ontnemen?
Onzin dus. Met de onderhavige kwestie heeft dit argument niets van doen. Want laten we wel wezen: niet alleen is het openbaar als het op WikiLeaks staat, maar bovendien is het zó openbaar, dat ook zonder verwijzing door de vraagstellers de ambtenaren van het ministerie precies wisten waar ze het bewuste artikel vinden konden (zie min. antwoord, hierboven). Een mooie uitglijder.
Er lijkt mij geen enkel steekhoudend argument te zijn om deze vragen niet te beantwoorden. Ongetwijfeld zou het een ‘bevriende’ natie in verlegenheid brengen, maar of die natie ons werkelijk zo vriendelijk gezind is, lijkt gezien het onderwerp van de vragen te betwijfelen.
De redenatie van het kabinet kan naar mijn idee niet anders worden begrepen dan als: omdat deze informatie mogelijk geheim is, willen en kunnen wij er niets van weten. En daarom geven wij geen antwoord, ondanks dat wij de informatie met eigen ogen hebben gelezen op WikiLeaks. Dit is een nieuwe definitie van geheim: het is geheim omdat wij het niet mogen weten, en daarom mogen wij er tegen anderen evenmin iets over zeggen. Waaraan voor ieders goede begrip had moeten worden toegevoegd: in ons reservaat.
Iets is dus geheim omdat het kabinet droomt dat het geheim is. Dat verklaart veel over de inhoud van de troonrede, en wat men daarmee beoogt voor komend jaar. Maar die troonrede is op het moment van publicatie van dit stukje nog geheim, zodat U begrijpt dat ik daar niets van zeggen of weten kan.