Labour – en toen stapte een nieuwe oppositie uit de schaduwen
Alsof de verkiezing van Jeremy Corbyn als leider van het Britse Labour al niet een enorme schok was – ondanks dat men zich er al weken op voorbereidde – kwam er zaterdag eigenlijk nog een grotere schok bij: Corbyn won al in de 1e ronde met het verpletterende cijfer van 59,5% van alle uitgebrachte stemmen.
Er valt heel veel te zeggen over het proces en de dynamiek die Corbyn tot het leiderschap bracht, maar dat artikel komt later deze week. Op dit moment wil ik me eigenlijk beperken tot de eerste vooruitzichten. Zondag leek het me dat er alle reden was voor voorzichtigheid – Corbyn zou de eerste leider niet zijn van wie rampen werden verwacht, en niet alleen binnen Brits Labour. Sommigen waren inderdaad zo desastreus als werd verwacht (Foot, Kinnock), anderen deden het veel beter (en gematigder) dan voorspeld.
Maar de omvang van Corbyns overwinning was eigenlijk slecht nieuws voor een gematigde start. In plaats van een leider die met de hakken over de sloot verkozen was, behaalde Corbyn een directe absolute meerderheid. Een indicatie dat de partij hem als een moderne verlosser binnenhaalt. Een kleine marge zou Corbyn kunnen verplichten meer steun te zoeken, en voorzichtiger te opereren. Door zijn meerderheid heeft hij een mandaat dat suggereert dat de partij het in heel grote mate met hem eens is, iets wat hem zal aanmoedigen ook zijn extreme standpunten vol overtuiging uit te dragen. Dat kan niet goed gaan.
Een paar van die extreme standpunten:
– Afschaffen van het Britse leger.
– Opdoeken van de Britse kernmacht.
– Nationalisatie van eerder geprivatiseerde staatsbedrijven.
– Weg uit de EU.
En dat is dan nog maar het begin. Dat er voor sommige standpunten een intellectueel bevredigende argumentatie kan worden gevonden, doet niets af aan het probleem dat Labour er door zal worden overvallen, omdat het een scherpe koerswijziging inhoudt. Corbyn moet ook een partij managen nu, en in niets kun je zien dat hij daarop is voorbereid. Weliswaar zijn een aantal van de benoemingen in zijn schaduwkabinet minder extreem dan hijzelf, maar dat geldt niet voor de nieuwe schaduwkanselier – de tegenhanger van de minister van Financiën. Corbyn benoemde John McDowell, een oude linkse strijdmakker. Dat zal geen populaire keuze zijn voor de gematigden binnen Labour.
Het blijft de vraag wat de gematigden in Labour gaan doen als ze bekomen zijn van de eerste schok. Heel direct zullen we dat niet merken, daarvoor is de klap waarschijnlijk te groot. Een partijscheuring is niet onmogelijk, maar dat roept herinneringen op aan de jaren 80, toen Labour scheurde en de dissidenten uiteindelijk fuseerden met de Liberalen om de LibDems te vormen. Heel kansrijk zal het ook ditmaal niet zijn, daarvoor is Labour teveel synoniem met ‘de logische oppositie’ tegen de Conservatieven.
Redelijkerwijs zit Labour tenminste een jaar aan Corbyn vast (jaarlijks kan de leider worden uitgedaagd), maar dat zou zomaar twee of drie jaar kunnen worden. De eerste grote lakmoesproef zal zijn, hoe de partij zich zal gaan opstellen in het EU-referendum dat de regering op stapel heeft. Met een Labourleider die zijn aanhang zal aansporen voor vertrek van het UK uit de EU te stemmen, zijn de kansen van een Brexit enorm toegenomen – ook al wil het gros van de partijprominenten niet dat dit gebeurt.
Het gevaarlijkste aan Corbyn is vermoedelijk dat hij de verpersoonlijking van Hoop geworden lijkt. Waarop men precies hoopt lijkt minder belangrijk, maar juist dat is een gevaarlijke situatie. Als de gematigden een kans willen hebben Corbyn te wippen, zal men hem de kans moeten geven zichzelf op te knopen. Dat de kans dat hij daarmee de complete Labourparty met zich meeneemt, is niet denkbeeldig.
Echter, als dat niet lukt, is men verder van huis. Corbyn heeft zich ook tijdens deze leiderschapscampagne niet vergaloppeert. De man zit al ruim 30 jaar in het Lagerhuis, dus ‘erg onervaren’ klinkt als een onderschatting. Onderstaand filmpje (met Iain Duncan Smith) verbeeldt voor velen het enthousiasme bij de Tories over de ruk naar links bij Labour. Laten we hopen dat dat niet al te voorbarig blijken zal.
In essentie is Corbyns programma een schreeuw tegen gevoeld onrecht. “Het moet eerlijker”, en zo. Dat behoeft niet realistisch te zijn om iemand verkiesbaar te doen blijken. Dat hebben we in Nederland in 2012 wel gezien.
Bijzondere ontwikkelingen.
In Nederland doemt de mogelijkheid op dat de SP nog duidelijker de rol van de oude PvdA overneemt mocht de PvdA inderdaad weggevaagd worden; In het VK is ‘New Labour’ in zekere zin weer ‘Old Labour’ geworden.
Voor dat de verkiezing van Israelhater Corbyn rond was, had Nigel Farage van UKIP de aanstaande verandering van Labour op het onderwerp Brexit reeds verwelkomd. Vermoedelijk is de haat van het nieuwe oude Labour tegenover UKIP niet zo groot als de SP-haat tegen de PVV. Een heel ander verschil is dat reeds op de dag van Corbyns verkiezing Labour parlementsleden ‘terug zijn getreden’. Ze hebben hun zetel niet opgegeven maar zijn van ‘frontbencher’ (zelfs lid schaduwkabinet) ‘backbencher’ geworden.