Pensioenleeftijd – staatsomroep konkelt voorop
In navolging van Frankrijk zien we in Nederland opnieuw beweging ontstaan om de pensioenleeftijd verder op te schroeven, tot ongeveer 75 ditmaal. Dat zal kennelijk normaal worden, zo moet je concluderen.
Het informele gejuich dat de staatsomroep horen liet deze week is omineus:
Steeds meer mensen die vroeger geen betaald werk zochten of wilden, stappen nu toch de arbeidsmarkt op. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt de groep die geen deel uitmaakt van de beroepsbevolking steeds kleiner. Vooral ouderen, de 45-plussers, zijn vaker en meer aan het werk.
Twintig jaar geleden had ruim dertig procent van alle 15- tot 75-jarigen geen betaald werk en stond dus buiten de arbeidsmarkt. In 2022 is dat nog maar een kwart, bij elkaar 3,3 miljoen mensen. Dat is het laagste aantal dat het CBS gemeten heeft in een analyse van de arbeidsmarkt over de afgelopen twintig jaar.
De instituties die Nederlanders is geleerd te vertrouwen, maken het je niet eenvoudig. MSM en vakbonden (zie het arbeidsconflict bij de FNV!!) bedriegen de mensen waar ze bij staan, en wie klaagt of commentaar heeft is een extreemrechtse lastpost.
Het CBS anticipeert op dergelijk aankomend beleid door alvast onderzoek te doen, in hoeverre mensen het normaal vinden om tot ongeveer 75 door te werken, met als uitgangspunt:
De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit alle mensen die betaald werk hebben of tijdelijk werkloos zijn in de leeftijd van 15 tot 75 jaar. Bij elkaar zijn dat 10 miljoen mensen.
Wie na zijn 75e nog werkt is blijkbaar een hobbyist. Een houding die lang werd aangenomen ten aanzien van mensen die na hun 65e nog werkten.
Vooral in de economisch goede jaren 2007 en 2008 gingen steeds meer mensen aan het werk. Tijdens en na de economische crisis bleef het percentage niet-werkenden lang schommelen rond de 27 procent, om vervolgens weer te dalen tot aan de Corona-crisis. In 2022 gingen juist veel mensen de arbeidsmarkt op en daalde het percentage snel verder naar 25 procent.
Het blijkt ook dat vooral ouderen, de leeftijdsgroep van 45 tot 75 jaar, steeds vaker werken en ook langer aan het werk blijven. Doorgaans zijn dat meer vrouwen dan mannen. In 2003 was 59 procent van de oudere vrouwen niet op zoek naar werk, in 2022 is dat gedaald naar 43 procent. Bij mannen van die leeftijd daalde het percentage van 40 naar 32 procent.
De gehanteerde terminologie is alles zeggend:
De daling van het percentage niet-werkende ouderen komt behalve de economische conjunctuur, met volop werk en weinig werkloosheid, ook door de afschaffing van de VUT en andere regelingen voor vervroegd pensioen. Ook de verhoging van de AOW-leeftijd speelt een rol. Daardoor zijn er meer 65- en 66-jarigen aan het werk dan vroeger.
De pensioenleeftijd is een onderwerp dat al langer domineert dan de meeste mensen beseffen.
De overheid veranderde de definitie van werkeloosheid . Dat zegt mij genoeg.
Zullen we het anders doen? Wie geen 45 jaar gewerkt heeft, ontvangt NIETS.
Waarom een heel leven tot de dood werken zodat elke kansloze aangespoelde allochtoon hier gratis leven kan?
De asielboten moeten ook betaald worden.
Het verraad van de diverse elites aan de inheemse bevolking neemt groteske vormen aan.
Zullen zij er mee weg komen?.
Je kunt van een marxistisch bewind van alles verwachten. Wij werken die idioten er uit en anders zijn wij de klos.