DE WERELD NU

Donorkind – en de behandelende artsen

Donorkind

Dat kinderen die werden verwekt met gedoneerd zaad buitenproportioneel nazaat blijken van behandelende gyneacologen heeft iets onvermijdelijks. Het morele probleem is moeilijker te definiëren.

Uiteindelijk is de reden dat de wensmoeders onder behandeling kwamen, hun natuurlijk onvermogen op andere wijze zwanger te worden. Dat reduceerde de mogelijkheden de gewenste vader van de eigen kinderen zelf te selecteren aanzienlijk, en iedereen had daar vrede mee. Lang was het motto dat de vader niet bekend was en ook niet worden zou. Dat schiep rust, en bood voor mannelijke artsen een ongedachte kans ongemerkt enige pelotons nakomelingen te verwekken. Veranderde wetgeving schept nu veel onrust, en wat de toegevoegde waarde is blijft duister.

Een natuurlijke aandrang, zou je terecht kunnen zeggen. Mannen hebben de natuurlijke aandrang zich zoveel mogelijk voort te planten. Sociale huwelijkssystemen zijn niets anders dan een maatschappelijke manier om de voortplanting en de gevolgen er van te regelen. Dat die artsen ruim van de ontstane gelegenheid gebruik van maakten is medisch niet ethisch, maar kon het redelijkerwijs voorkomen worden? Ik twijfel daar erg aan.

Donorkind

Nu de wet zodanig is aangepast dat een donorkind er achter kan komen wie zijn natuurlijke vader is, komen er meer dingen boven tafel dan werd verwacht. De vraag in hoeverre dat wenselijk is, blijkt nu dilemma’s op te roepen. Willen mensen wel weten dat hun moeder op minder ethische wijze werd gedekt, met henzelf als resultaat? Is het niet genoeg om te weten dat je er zonder behandeling niet was geweest?

Blijkbaar niet. Willen weten tot welk stam je behoort is een sterke menselijke drijfveer, en een waar in de kennis er van kan worden voorzien. En nu wil iedereen weten hoe de vlag hangt:

Er komen meer zaken aan van gynaecologen die hun eigen zaad gebruikten bij vruchtbaarheidsbehandelingen, zegt Stichting Donorkind. De stichting wil een groot, onafhankelijk onderzoek naar de praktijken van artsen en gynaecologen tot 2004. Sindsdien is anonieme donatie verboden.

Het aantal artsen dat de gelegenheid herkende en er gebruik van maakte blijkt namelijk aanzienlijk:

Het Alrijne Ziekenhuis maakte gisteren bekend dat de Leidse gynaecoloog Jos Beek tussen 1973 en 1986 ten minste 21 kinderen verwekte met zijn eigen zaad. Hij is de derde gynaecoloog van wie nu bekend is dat hij zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen.
De zaak van Jan Karbaat werd als eerste bekend. Hij heeft mogelijk tachtig kinderen verwekt. Jan Wildschut verwekte tientallen kinderen in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle, tegenwoordig het Isala Ziekenhuis. Dat ziekenhuis plaatste deze week een oproep aan ouders die tussen 1980 en 1993 een vruchtbaarheidsbehandeling bij hem hebben ondergaan.
Volgens Stichting Donorkind gaat het om een topje van de ijsberg. Naast de drie gynaecologen is bij de stichting van nog twee artsen bekend dat zij eigen sperma gebruikten. Zo is van één ziekenhuis en één privékliniek inmiddels ook bekend dat een arts zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen.

Hoe slecht indertijd bij de opheffing van die anonimiteit in 2004 is nagedacht over eventuele gevolgen blijkt wel uit hoe er nu met deze zaak wordt omgegaan:

Tot nu toe komen deze zaken volgens Van der Meer niet in de publiciteit, omdat betrokkenen dat niet willen. Het gaat om zeer gevoelige zaken, onderstreept hij. “Wij vinden het aan de kinderen, het ziekenhuis en de kliniek om erover naar buiten te treden, niet aan ons. Je hoopt wel op openheid, ook om een oproep te kunnen doen voor mensen die bij die arts zijn behandeld.”

De artsen zitten er maar mee:

De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) steunt de oproep voor een onderzoek. “Het is lastig om te bedenken hoe je dat moet doen. Als arts ben je gebonden aan allerlei regels. Ik kan van alles vinden van de wet van voor 2004, maar die wet is er gewoon. Het is verboden om iemands identiteit prijs te geven. Je zou dus heel goed moeten kijken hoe je dat zo zorgvuldig mogelijk kan doen. Hoe je netjes onderzoek kunt doen, maar ook de privacy van donoren te respecteren”, zegt gynaecoloog en NVOG-woordvoerder Annemiek Nap.