De crisis is niet voorbij, maar we doen graag alsof
De crisis is niet voorbij, maar we doen graag alsof. De Spaanse regering was deze week weer goed bezig, want al zijn de vooruitzichten nog steeds slecht, het is al iets minder slecht dan voorheen.
De Spaanse regering deed gisteren opnieuw alsof de crisis bijna voorbij is, en richtte zich in de aankondiging van maatregelen vooral op nieuwe bezuinigingen. En opnieuw is het eigenlijk niet anders dan een illustratie dat Spanje in een diep gat zit, waaruit ontsnappen vrijwel onmogelijk zal blijken. In ieder geval zolang het land deel uitmaakt van dezelfde valutazone als Duitsland. Dat de rente op de 10-jaars-staatsleningen eerder daalt dan stijgt, onderstreept dat slechts.
Van de EU mag Spanje dit jaar een tekort hebben van 4,5%. Zou premier Rutte erg blij mee zijn, want dan hoeft hij dit jaar niet al een nieuwe dienstauto aan te schaffen ter vervanging van dat ding dat het nog zo goed doet. Maar helaas had Spanje in 2012 – gecorrigeerd voor een bankenpakket dat alleen al 3,5% GDP steun vereiste – een tekort van 7,1%. Er dient dus nog een en ander te worden ingelopen. De druk vanuit Brussel om dat gat te vullen met nieuwe belastingen en een BTW-verhoging neemt toe.
Het IMF vroeg zich vorige week al af, of dat op korte termijn wel zal lukken. Men is er niet optimistisch over. Gecorrigeerde voorspellingen ten opzichte van een half jaar geleden geven alle aanleiding voor dat pessimisme bij het IMF, dat door Christine Lagarde werd verwoord:
We favour a reasonable and sensible adjustment for Spain rather than focusing exclusively and excessively on deficit reduction.
En het probleem dat hierboven zo fraai wordt verbeeld, vindt zijn oorzaak in een nog ernstiger fenomeen: de beperkte afname van het primaire tekort van de Spaanse staat.
Met andere woorden: het IMF concludeert dat de Spaanse regering op het punt staat de economie inderdaad kapot te bezuinigen als het doorgaat op de door Brussel (èn Berlijn) uitgezette koers. Niet dat Madrid veel keus lijkt te hebben. De thans dalende rente op staatsleningen maakt het voor Rajoy c.s. politiek vrijwel onmogelijk nu een andere koers te kiezen. Want het alternatief is een herstructurering van de schulden, wat een default zou inhouden. En dat mag niet van Duitsland.
Wat niet wegneemt, dat men zich de vraag dient te stellen in hoeverre dit alles verstandig is. Dat Rajoy zich nu committeert aan een politiek die hem wordt gedicteerd met op de achtergrond de instemming van de financiële markten is niet bepaald gezond. Een regering zou daarboven moeten kunnen staan, en de beslissingen van de markten moeten kunnen sturen door verstandig beleid. Maar toegegeven, de tijd dat Spanje in een positie was om dat met overtuiging te doen, ligt zo goed als tien jaar achter ons. En in het politieke tijdperk van circa 2003, met almaar stijgende onroerendgoedprijzen, was dat politiek nauwelijks een optie. Hetgeen te denken zou moeten geven over wie de keuzes zou moeten mogen maken voor het economisch beleid in tijden van voorspoed. Niet dat we ons daar de komende 20 jaar druk over hoeven maken, natuurlijk.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.