33% van de beleidsbepalers liegt ook anoniem
Heel interessant nieuwtje van Binnenlands Bestuur vanmiddag. Het blad voor lokale en regionale politici, beleidsambtenaren en andere belanghebbenden bij het Openbaar Bestuur heeft beleidsbepalers van 43 kleinere en middelgrote gemeenten ondervraagd over de opvang van statushouders en de gevolgen die dat voor de woningmarkt heeft. Anoniem.
Volgens het blad was het grote nieuws dat 58% van de respondenten toegeeft dat die gevolgen er zijn. Naar mijn bescheiden mening is het grote nieuws dat nu onomstotelijk vaststaat dat 42% van de beleidsmakers een loopje met de waarheid neemt als die hem of haar minder goed uitkomt. Want wie het enorme offensief van de Rijksoverheid richting gemeenten ziet, weet eenvoudig dat nee zeggen tegen de Bokito’s van Dijkhoff een zinloos parcours is. Dus geven alle gemeenten toe aan de druk uit Den Haag toch maar zoveel mogelijk statushouders te huisvesten. Toch, 33% ontkent de waarheid, 9% wil haar niet kennen.
Niet dat er geen eerlijke respondenten zijn:
De ondervraagden zeggen moeite te hebben om te voldoen aan de taakstelling die het rijk hun gemeente oplegt. Slechts één op de zeven zegt voldoende woningen in de gemeente beschikbaar te hebben. Ruim de helft geeft aan dat het wel lukt, maar dat ze daar de nodige extra maatregelen voor moeten treffen.
Nu is het theoretisch inderdaad mogelijk dat die 33% afkomstig is uit gemeenten waar ze hun huizen niet kwijt konden. Zoals langs de Fries/Groningse Noordkust en Heerlen. Maar waarschijnlijk lijkt het niet. Gemiddeld gaat volgens BB een derde van de beschikbare woningvoorraad naar statushouders. Dat blijkt allemaal ook wel uit de afsluitende alinea van dit artikel in BB:
Wat opvalt in de antwoorden is de variatie: terwijl bijna zestig procent spreekt van verdringing, stelt 33 procent dat daarvan geen sprake is. Ook vragen over maatschappelijke onrust over de huisvesting van statushouders of de komst van noodopvang, worden zeer gevarieerd beantwoord. Verschillen tussen gemeenten en regio’s zijn kennelijk groot. Die uitkomst ondersteunt de roep die doorklinkt in de antwoorden van de wethouders om meer regie bij de gemeenten te leggen. Zij willen lokaal maatwerk kunnen leveren, bijvoorbeeld door kleinschalige opvang te bieden.
Verdringing is verdringing. En verdringing is dus onvermijdelijk in steden waar men hoe dan ook al niet makkelijk aan een woning kon komen. Waar nog aan kan worden toegevoegd, dat afhankelijk het verdelingssysteem de statushouders recht hebben op de mooiste en begeerlijkste woningen. Dat is in ieder geval zo in de regio waar ik zelf woon, en ik maak me sterk dat dat ook in veel andere regio’s het geval is. Want om niet te discrimineren krijgen deze mensen ‘gewoon’ voorrang binnen het systeem. Dat dat discriminatie van de reeds aanwezige bevolking in houdt, heeft nog niemand op beleidsniveau durven erkennen.
Dat zie je ook terug in de manier waarop wordt gesproken over het oplossen van het aanstaande grote woningentekort: het is voor de asielmigranten, en over niemand anders dat er gesproken wordt. Alles en iedereen moet daarvoor wijken.
Het moet wel heel fijn zijn om je daarover goed te voelen.
De verdringing is een vaststaand feit en het ergste is dat het nergens gemotiveerd is noch ooit politiek besproken geweest, geen mens weet wie deze tirannieke regel ooit opgelegd heeft bij wet.Het kan natuurlijk niet anders dan de linkse politieke grachtengordel vanuit hun gesubsidieerde paleisjes, kwijlend over het oneerlijke rotte nederigland.
Ik ervaar het gedrag van beleidsbepalers niet zo zeer als liegen als wel als het bewust achterhouden van ‘slecht nieuws’ aan de Nederlandse bevolking.