Kartel of Regenten – ons kent ons regeert
Het maakt niet uit of je de besturende klasse Regenten noemt, of ‘het partijkartel’ – het komt allemaal op hetzelfde neer. De werkwijze van het kartel is als een karavaan die zich in een kring opstelt om zich tegen aanvallen van buitenaf te verweren. Soms noemt men dat een cordon sanitaire maar het is in wezen de vorming van een fort, van een “egelstelling”.
Een maand na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zien we een aantal fraaie staaltjes van dergelijke egelstellingen. Pronkstuk Barendrecht zal dit jaar niet verbeterd worden. De lokale partij Echt voor Barendrecht (EVB) won de helft min één van de 29 beschikbare zetels en wordt vervolgens buiten het college gehouden door lokale politici die namens de gevestigde partijen in het krijt traden. Gezamenlijk haalden die de helft plus 1.
Geen van de in de karavaan voortsjokkende kamelen wilde met de EVB samen de gemeente besturen. Daarom ligt er nu een draak van een akkoord dat maar één doel heeft: de burgers van Barendrecht die tegen het kartel op durfden staan, een lesje te leren. Dat al deze partijen niet anders zijn dan facties van één partij (de karavaan) die Nederland in haar greep heeft zie je maar zelden zo duidelijk, zo helder gedemonstreerd. En geen landelijke partij die zich zorgen maakt over hoezeer hun lokale vertegenwoordigers hen te schande maken. Stilletjes knikt men tevreden: dat zal die ongelikte lawaaimakers leren. Tilburg, bijna het zelfde verhaal: lijst LST (Smolders) haalde 10 zetels, maar werd vlot buiten de onderhandelingen gemanoeuvreerd.
Eenzelfde soort chantage zien we in Rotterdam. De tandem D66/PvdA in Rotterdam is in de Amsterdamse demoniseringsfantasieën van hun partijgenoten gaan geloven, en eisen nu van Leefbaar dat ze haar alliantie met het FvD opgeeft. Het FvD maakte gisteravond bekend, dat als die coalitie D66/PvdA en Leefbaar tot stand komt, het bereid is de binding met Leefbaar te verbreken. Pretenties counteren met formaliteiten. Met de moderne politiek is veel mis, en iedereen ziet het.
De Rotterdamse VVD houdt intussen wel vast aan samenwerking met Leefbaar, zodat er nu twee blokken zijn die in een feitelijke patstelling om elkaar heen cirkelen. Joost Eerdmans heeft op zijn beurt aangegeven ditmaal niet in het college plaats te willen nemen als zijn partij daartoe wordt uitgenodigd – Eerdmans gaat de fractie in de raad leiden. Hoewel Eerdmans het ontkent lijkt dit een poging om op een elegante manier de weg vrij te maken voor constructiever overleg.
Opnieuw zien we een pijnlijk contrast tussen hoe PvdA en D66 in Rotterdam in de praktijk opereren en de formeel beleden idealen. Kleinzieligheid overwint alles, zullen we maar zeggen.
Het ligt me nog vers in het geheugen hoe de lokale afdelingen van landelijke partijen de nieuwe lokale partijen en hun vertegenwoordigers een aantal jaren geleden begroetten, toen deze hun opmars in de gemeentes begonnen. Die amateurs, die moesten het maar in de raad leren. Ze kwamen immers maar net kijken. Ook het van het begin af aan heel professionele Leefbaar werd zo tegemoet getreden.
Wie nu eens kijkt naar het verloop binnen de traditionele partijafdelingen en dat vergelijkt met de belevenissen van de lokale politici, ziet dat die laatsten juist veel honkvaster zijn, minder geneigd elders een carrière na te jagen en daardoor veel beter op de hoogte blijven met wat er in een gemeente speelt. Juist de mensen die landelijke partijen vertegenwoordigen blijken keer op keer vooral passanten. Het enige dat hen overeind houdt is het vertrouwen dat de naam – het merk – van een landelijke partij uitstraalt.
Kennelijk is nog altijd minstens de helft van het electoraat te beroerd om zich op de hoogte te stellen van de lokale partijprogramma’s, en zet blind het kruisje op dezelfde plek als bij landelijke verkiezingen. Nog maar iets meer dan de helft – dertig jaar geleden was dat bijna 100%. Het heeft even geduurd, maar ik zie niet hoe de landelijke partijen deze trend nog zullen keren.
Laat de meest onderling compatibele meerderheid maar besturen, ook al valt de grootste partij dan misschien buiten de boot. Een stem op de grootste partij of de sterkst gegroeide partij is niet meer waard dan een stem op een van de andere partijen, dus een meerderheid is een meerderheid.
In Barendrecht is helemaal geen sprake van compatibele partijen, die een akkoord bereiken. De partijen liggen ideologisch ver van elkaar. Het gaat van GroenLinks tot SGP. En alles ertussen. De enige overeenkomst is dat ze geen EVB zijn. De kiezers krijgen als regeerakkoord een soort soep, waar niemand zich in herkent. Geen enkele verkiezingsbelofte kan worden waargemaakt.
@Rotterdam,
Ik ben niet bekend met de situatie aldaar, maar dat valt me dan vooral tegen van de CU/SGP. Als er niet kinderachtig wordt gedaan zal een onderling compatibele coalitie vaak wel een of meerdere lokale partijen omvatten.
De regent ,de farizeer en de tollenaar vinden bij tegenwind altijd uiteindelijk elkaar.
In de combinatie cu/SGP delft de SGP kennelijk steeds het onderspit .