WW3 en zo – de Zuid-Chinese Zee
Dinsdag 12 juli wordt in Den Haag door het Permanente Internationale Hof van Arbitrage uitspraak gedaan in de klacht van de Philippijnen tegen China over een claim op een deel van de Zuid-Chinese Zee, een der meest omstreden zeegebieden ter wereld – en strategisch ook een van de belangrijkste.
Maar dat is weinig meer dan een begin. China heeft eerder al aangekondigd de uitspraak in ieder geval niet te aanvaarden. Bovendien werd er door het land deze week een enorme oefening gehouden – zo ongeveer recht voor de kust van de Philippijnen.
Het rommelt al meer dan een jaar (zie ook de dossiers waarnaar onderaan wordt gelinkt) tussen China en de USA, en het lijkt er op dat de uitspraak in Den Haag ontwikkelingen tot een climax zou kunnen brengen. De bouw van de kunstmatige eilanden door China en de daar op volgende militaire versterking er van hebben het militaire machtsevenwicht in de regio verstoord, en nu is de vraag wie als eerste haar ogen neer zal slaan: China of de USA.
Dat China vastbesloten lijkt een confrontatie – zelfs militair – niet uit de weg te zullen gaan maakt het bewind in Beijing al enige tijd duidelijk. Na enig aarzelen hebben de USA uiteindelijk besloten de Chinese provocaties te beantwoorden met provocaties van zichzelf. De woede in Beijing is sindsdien niet verminderd, de krijgshaftige taal daarentegen is sindsdien echter wel toegenomen.
De USA hebben zich opgeworpen als bondgenoot van de landen die door China in hun aanspraken worden bedreigd. Dat is nogal een wirwar van elkaar wederzijds uitsluitende claims (zie hieronder)
maar over één ding is de bonte coalitie die de USA aanvoert het eens: China moet eerst gas terug nemen. En dat lijkt nu voorlopig niet te gaan gebeuren.
Strategisch heeft de USA zich in een weinig benijdenswaardige positie gemanoeuvreerd. En dat heeft alles te maken met behandeling van Rusland de afgelopen 10-15 jaar. Een oorlog met China (zonder kernwapens – die heeft China wel, maar we moeten hopen op een restje verstand bij beide partijen) is voor de USA strategisch bijzonder lastig. De Aziatische bondgenoten van haar coalitie liggen onhandig, en zijn militair veelal niet al te sterk. (Vietnam, Philippijnen, Taiwan, Brunei, Maleisië in het zuiden, Japan en Zuid-Korea in het noorden) Tegen een vijand van gelijk kaliber is een oorlog vrijwel onmogelijk te winnen, doordat men de strijdkrachten moet verdelen over Noord en Zuid. Erger nog is dat het front langs de Chinese kust er op zal neerkomen dat er fenomenaal lange aanvoerlijnen zullen ontstaan – langer is op onze wereldbol vrijwel onmogelijk – en allemaal over zee, wat de kwetsbaarheid nog eens verhoogt.
Nu is China militair nog niet van dezelfde klasse als de USA, maar heel veel scheelt het nu ook weer niet. De strategische problematiek zou voldoende compensatie kunnen blijken.
Maar door de confrontatiepolitiek met Rusland van de afgelopen jaren is er een tweede probleem ontstaan dat de situatie werkelijk gevaarlijk maakt. De USA zou voor het klassieke probleem van een tweefrontenoorlog kunnen komen te staan. In de Tweede Wereldoorlog speelde dit probleem voor de USA veel minder, aangezien de oorlog tegen Duitsland primair een landoorlog was, terwijl de strijd rond de Stille Oceaan vooral door de marine en lichte landingstroepen werd uitgevochten. Wie zich in de militaire historie van de Tweede Wereldoorlog heeft verdiept weet dat het gebruikte materiaal op beide tonelen hemelsbreed verschilde. Dat verschil zou nu kleiner zijn, en dat is een probleem dat wordt aangeduid met imperial overstretch (dixit de historicus Paul Kennedy).
Is dit een realistisch en dreigend scenario? Met de Chinese communistische leiding weet je het nooit, maar ook ten tijde van de Korea-oorlog heeft China niet geaarzeld toen het haar belangen bedreigd zag.
En er speelt nog iets een rol: oorlogen vergroten het nationaal saamhorigheidsgevoel. Vaak is in het verleden al de vraag gesteld hoe het communistische regime zou omgaan met economische problemen die de nieuwe welvaart klappen zouden geven. Niet zelden is er in de Westerse media al op gespeculeerd dat de communistische partij de macht zou kunnen verliezen in een proces dat veel weg heeft van wat de Russische communistische partij overkomen is, indien de interne onvrede door economische problemen uit de hand zou lopen. Die economische ellende staat op nu het punt van uitbreken, al doet de Chinese staat er nog alles aan om te maskeren wat er gaande is.
Niets zou beter kunnen werken dan een oorlog om de Zuid-Chinese Zee teneinde de saamhorigheid onder leiding van de communistische partij te herstellen. Maar zo’n oorlog dient wel gewonnen te worden. Want een nederlaag zou hetzelfde gevolg kunnen hebben als wat de Argentijnse junta overkwam na de afstraffing in de Falklandoorlog. Elke oorlog blijft immers altijd een gok.
Zie ook ons dossier Zuid-Chinese Zee en Dossier Wereldpolitiek USA
Samuel Huntington gaf aan het eind van zijn boek “Botsende beschavingen” een voorbeeld hoe een klein conflict zou kunnen uitgroeien tot een wereldoorlog. Het voorbeeld begon met strijd om de eilanden in de Zuid-Chinese Zee….
Er is nog iets.
De 1 kind politiek heeft gezorgd voor vele keizertjes, en geen familie wil z’n enige keizer verliezen.
Mannelijke kinderen dienen voor hun ouders te zorgen, die zomaar opofferen als tijdens de Koreaanse oorlog is ondenkbaar.
Er is 1 ding dat ze in Peking niet willen, revolutie en opstanden.
Ik zat het artikel te lezen en het viel me op dat ik 15 jaar geleden ongezien de kant van de VS gekozen had. Nu kan het lot van de VS me niets meer schelen. De vijand van mijn vijand (de Democraten in de VS en delen van de Republikeinse partij) is mijn vriend…