DE WERELD NU

Selectieve collectivering

In het Gooi ontstond in mei commotie over de abri-posters van RTV Noord-Holland met daarop: “Huizen er nog andere jihadgezinnen in ’t Gooi?” Moslimorganisaties en de Socialistische Partij waren boos want dit was haatzaaien tegen de moslimbevolking. Drogredeneringen als deze zijn symptomatisch voor mensen bij wie individualiteit nog slechts een voetnoot in het partijprogramma is of, in het geval van de ware gelovige, geheel uit de beleving verdween.

Collectiviteit is de norm bij mohammedanen en collectiviteit is de norm bij socialisten. Hun relatie met individualiteit is een moeizame omdat beide het collectief als uitgangspunt nemen. Voor hen bestaat niet het collectief bij gratie van het individu, maar het individu bij gratie van het collectief. Het individu is de schone lei die door de commune beschreven moet worden om een identiteit te verkrijgen. Deze omkering van zaken leidt steevast tot inconsistente en ronduit foute redeneringen.

Wie een kritische noot plaatst bij de mohammedaanse leer, de islam, wordt verweten een racist te zijn. De bijbehorende redenering gaat als volgt: natuurlijk mag je een godsdienst hekelen, maar de islam vormt de collectieve identiteit van de moslimgemeenschap en aan deze collectieve identiteit ontlenen individuele moslims hun gezicht. Wie de islam een douw geeft, raakt zo de individuele moslim en maakt zich daarmee schuldig aan racisme. Vreemd genoeg doet deze redenering geen opgeld wanneer de verontwaardigden zélf hun grieven jegens – bijvoorbeeld – de Joodse Staat ventileren. De onversneden haat die dan wordt opgedist heeft, volgens hen, in het geheel niets met individuele Joden van doen; men is toch zeker geen racist.

Complexer wordt het bij aanslagen gepleegd door extremistische moslims die zeggen in lijn met de mohammedaanse leer te handelen, hetgeen ze ook kunnen aantonen. Voor de apologeet van het collectief wordt het nu zaak de relatie tussen individu en collectief te verbreken: de jihadist blijft individu, wordt gedegradeerd tot lone wolf en de slachtoffers worden, in tegenstelling tot de redenering van zoëven, gecollectiveerd: ‘je suis Charlie’, ‘dit heeft niets met islam te maken’.

Een logicus zal nu concluderen: wanneer je met dezelfde redenering tot tegenovergestelde conclusies kunt komen, dan deugt de redenering niet. Maar logica zo min als feiten zijn besteed aan de notoire collectivist. En eenmaal bevrijd van de knellende banden van het syllogisme, gebruikt deze zijn geroofde vrijheid om in één sermoen gelijktijdig beide paden te bewandelen, zoals bij de Gooise abri-posters.

Op de vraag “Huizen er nog andere jihadgezinnen in ’t Gooi?” luidt de reactie van ‘moslims In dialoog’: “via buitenreclame angst & haat te zaaien jegens de moslims!”. Hiermee wordt het individu, namelijk het jihadgezin, opgetild tot het collectief van ‘de moslims’. Vervolgens wordt vanuit dit collectief een vooraf geselecteerd individu naar voren geschoven als zijnde het slachtoffer: “Stel je voor dat je een moslimmoeder bent, die met twee kindjes bij een bushokje met zo’n tekst staat” (Bianca Verweij van de lokale SP).

Met enige regelmaat gaan er stemmen op om van bestuurders en parlementsleden tenminste een academische titel te verwachten, dit “om de discussie zuiver te houden”. Zelf ben ik geneigd te denken dat een cursus ‘voorzitter/redacteur, herken de drogreden!’ meer effect zal sorteren.

—————————————————————————————————–
Eerder verschenen op Blog of Reason