De Nederlandse politie als verdienmodel
Een paar weken terug meldde een Nederlandse hoofdcommissaris dat er bij de Nederlandse politie meer mensen met een kleurtje moeten komen, omdat dat goed was voor de maatschappelijke acceptatie. Dat bleef maar in mijn hoofd rondzingen.
Daar kun je natuurlijk direct een vernietigend stuk over schrijven, maar er even over doordenken kan ook geen kwaad. Vanmorgen viel er ineens een kwartje. Herkennen zult u het zeker.
Aangifte doen van diefstal van uw eigendommen, een roofovervalletje op straat, of dat uw fiets verdwenen bleek toen u die vanmorgen uit de zwaar versterkte stalling halen wilde? U mag blij zijn als u te woord wordt gestaan. Maar al te vaak weigert men zelfs maar naar u te luisteren. Het enige dat nog ontbreekt is dat u bij aanbellen bij een bureau zo’n blikkerige stem te horen krijgt die u vertelt dat uw bezoek niet uitkomt:
Dank-voor-uw-belangstelling-voor-de-politie. Er-is-niemand-die-U-te-woord-kan-staan, dus-spreek-uw-boodschap-in-na-de-piep. U-hoort-nog-van-ons.
Bij de automatisering van de politie ging vaak en veel mis, maar dat de mensen die vroeger de balie bezetten alvast werden wegbezuinigd weet iedereen. Wierd Duk spuwde vanmorgen op Twitter zijn gal over een inbraak in zijn auto in Amsterdam, en meldde terloops dat hij maar geen aangifte had gedaan, omdat dat niet alleen teveel tijd kost, maar je bovendien blij moet zijn als ze je zelfs maar te woord staan. Hoe pijnlijk ook, al na het bekijken van een paar reacties op die tweet zag je dat hij de enige niet is die er zo over denkt, en iedereen die er anders over denkt daarmee geen eigen ervaring heeft. Heel deprimerend was ook deze:
Dit schijnt normaal te zijn. Dat gaf me erg te denken.
“We hebben het druk”, “zijn even met iets anders bezig” en zo meer klinken allemaal vooral als: mijn collega komt zo bij u, ooit de favoriete kreet van obers op een druk terras die niet harder lopen wilden dan hun collega’s. Nu heeft de Amsterdamse horeca nog steeds een (terecht) slechte naam, maar in de rest van het land hebben terrasuitbaters er iets op gevonden: loon naar werken en resultaat, en ontslag als dat niet voldoende goed gaat. Het zijn de voordelen van het gebrek aan baantjes; personeel weet weer waarvoor het betaald wordt: niet voor aanwezigheid, maar voor resultaat.
Die attitude ontbreekt bij de politie niet alleen; de politieke druk om toch vooral geen publicitaire moeilijkheden te maken vergroot de problemen zelfs. De Antilliaan die vorig jaar door slecht opgeleide politiemensen werd gesmoord zou mogelijk nog leven als hij gewend was dat de politie redelijk is, maar dat er naar hen geluisterd dient te worden. Uiteindelijk was het zijn gespartel die die situatie liet ontsporen, al willen we dat liever niet weten, want dat is niet zielig genoeg, en die man heeft ook gevoelens-kletskoek.
Het enige waarmee de politie nog gezag weet uit te oefenen is met geautomatiseerde bekeuringen aan langsrijdende automobilisten en het innen er van aan de voordeur met een overmacht aan medewerkers. Voor al het andere hebben ze niet voldoende mensen beschikbaar. Aangezien de politie er is om de orde en wetten te handhaven kun je dat niet anders vertalen dan dat het blijkbaar niet genoeg opbrengt om de kerntaken te vervullen, dus laat men die maar zitten. Dat is schandelijk, maar diegenen die hen moeten controleren zijn deel van het probleem (in het politiemanagament team zit niemand met straatervaring) of zijn te bang om een verkeerde stap te zetten op straffe van ontslag (het grootste deel van de straatdienst).
Er staan meer sancties op fouten tijdens de uitoefening van politionele plichten dan er voordelen bestaan voor het consciëntieus uitvoeren er van. Dat stimuleert niet er werk van te maken, en dat doet men dus ook niet. Werken bij de politie is een verdienmodel waarbij je je heel goed moet realiseren waar de klemmen, voetangels en landmijnen zich bevinden. het welzijn van degenen die je geacht wordt te dienen heeft alle binding daarmee verloren.
Maar om nog even terug te komen op de maatschappelijke acceptatie van mensen die geacht worden het gezag te vertegenwoordigen: wanneer is die maatschappelijke acceptatie het meest noodzakelijk? Als men aan de deur komt om een boete te innen of een deurwaarder in staat te stellen een verkoop te laten doorgaan. Dàt heeft alles te maken met een verdienmodel. Verder is men eenvoudig het gezag.
De overheid is ziek en hoe kan je bijvoorbeeld zien aan de wijze waarop de politie wordt ingezet om geautomatiseerde boetes te innen is. Dat is het meest ontspoorde en gezag ondermijnende overheidsactiviteit. En de reactie zal niet uit blijven: er komt een moment dat het gepeupel de politici – die die veroorzaakt hebben en het toe blijven staan – en de gezagsdragers ongenadig zal vieren-delen. Hopelijk via het stemhokje, mogelijk gewoon met stenen en brandstichting en rellen. Maar de verantwoordelijken zullen eens ter verantwoording moeten worden geroepen.
Drain -the-swamp!