Nederlands vergeten oorlogen – Maurits en de waardgelders
Tot Nederlands vergeten oorlogen dient ook zeker te worden gerekend het afdanken van de waardgelders door de kapitein-generaal van het Staatse leger graaf Maurits van Nassau.
Hoewel het nooit tot gevechten kwam, en het staatkundig daadwerkelijk een storm in een glas water bleek, had het de potentie om uit te groeien tot de eerste burgeroorlog-achtige situatie in de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. En hoewel iedereen deze episode vrijwel vergeten is, en zij evenmin voorkomt in de geschiedenisboekjes van schooltijden waar beter historisch onderwijs gegeven werd dan heden ten dage, was het een belangrijke episode die leidde tot gebeurtenissen waarvan vrijwel iedereen wel eens heeft gehoord.
Het vertrekpunt was de toentertijd spelende politieke, godsdienstige en militaire machtsstrijd in de Republiek der Nederlanden ten tijde van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). In die ingewikkelde strijd stonden graaf Maurits van Nassau [1], de opperbevelhebber van het Staatse leger, en landsadvocaat (en Advocaat van Holland!) Oldenbarnevelt [2] tegenover elkaar, met als twistpunt onder wiens verantwoordelijkheid de waardgelders ‘nieuwe stijl’ vielen: (zoals vanouds) onder die van de Staten-Generaal, of onder die van de Staten van Holland en de stadsmagistraten die hen hadden aangeworven. Het conflict werd uiteindelijk met militair machtsvertoon in 1618 beslecht. Waardgelders, zo voelt u al aankomen, waren de privélegertjes van de diverse provincies en hun leidende steden. Maar anders dan de van later bekende schutterijen van notabelen en Regenten die ook toen al bestonden, waren de waardgelders huursoldaten – net zoals overigens het overgrote deel van de Nederlandse troepen van graaf Maurits.
Het fenomeen was ontstaan tijdens het begin van de Opstand, toen de Staten-generaal in 1589 een machtiging gaven waardgelders aan te werven.
Dit conflict ging dus primair om de strijd tussen centraal en decentraal militair gezag. Gezien de staatkundige structuur die de Republiek uiteindelijk kreeg is dat heel opmerkelijk, aangezien er vrijwel niets op centraal niveau geregeld werd.
Wat de strijd tussen Maurits en Oldenbarnevelt zo gecompliceerd maakte, was dat het 12-jarig bestand niet alleen tijd en ruimte schiep de onderlinge verschillen van inzicht uit te te vechten, maar dat prins Maurits dat bestand nooit gewild had – het werd min of meer achter zijn rug om geregeld. Ook de religieuze twisten tussen de Arminianen [3] en de Gomaristen. Het alles ontwrichtende meningsverschil was de vraag of er wel of geen politieke controle over de kerk uitgeoefend mocht worden. Dit geschilpunt, bekend staand als de strijd tussen Remonstranten en Contraremonstranten, zorgde voor grote onrust in diverse Hollandse steden en ook in Utrecht. Zelfs een burgeroorlog werd niet uitgesloten geacht. Daarbij speelde ook nog dat patriciërs de oude bestuurlijke posities probeerden te heroveren, nu de Spaanse overheerser Filips II niets meer over de Noordelijke Nederlanden te zeggen had.
Een interferentie van conflicten die uitmondt in een grote ontploffing, waar kennen we dat ook al weer van?
De afloop was welbeschouwd nogal een soort van sisser. Nadat in 1616 Oldenbarnevelt bij de Staten van Holland een machtigingsvoorstel had ingediend waarin hij geestverwante stadsregenten de mogelijkheid bood militairen in dienst te nemen ter handhaving van de orde. Maurits zag dit als een ondergraving van zijn positie (hetgeen het dan ook was, Oldenbarnevelt overspeelde hier wel degelijk zowel zijn hand als dat hij de staatkundige eenheid van de 7 Provinciën op het spel zette) en greep in. Op 23 juli 1618 kreeg hij van de Staten-Generaal de machtiging om in Utrecht in te grijpen. Maurits werd bij zijn militaire operatie gesteund door de luitenant-gouverneur van Utrecht, graaf Ernst Casimir van Nassau (de latere stadhouder van Friesland), een volle neef van hem.
De in Utrecht gelegerde waardgelders werden vredig ontwapend, onder andere door hen uitbetaling van hun soldij te garanderen. In de loop van de dag bezochten, in opdracht van de Staten-Generaal, afgevaardigden van de stadsbesturen van Amsterdam, Edam, Enkhuizen, Purmerend, Dordrecht en Schiedam en leden van de Staten van Holland en West-Friesland Maurits om hem openlijk steun te betuigen.
Het vervolg is historisch gezien veel bekender. Van Oldenbarnevelt werd op het schavot in Den Haag met het zwaard onthoofd, en zijn medestander Hugo de Groot werd opgesloten in Loevestein, van waar uit hij later via de beroemde boekenkist ontsnappen zou.
Volgend jaar is het 400 jaar geleden dat Oldenbarnevelt zijn hoofd verloor. Het woord gaat wel eens rond dat dat een politieke moord was, waarbij men vaak terugdenkt aan het lot van de gebroeders De Wit ruim vijftig jaar later. Maar er lijkt weinig reden dit alles uitgebreid te gaan herdenken.
- Maurits werd pas op 20 februari 1618 prins van Oranje door het kinderloos overlijden van zijn oudere broer Filips Willem, die als kind door de Spaanse overheid was ontvoerd en katholiek was opgevoed en daarom binnen de Republiek zeer werd gewantrouwd.
- De landsadvocaat was de civiele regeringsleider van de Republiek. Als gevolg van deze episode werd die titel later omgezet naar raadpensionaris.
- Nu bekend als Remonstranten, maar in de Republiek lang vervolgd als een zeer ongewenste stroming.
Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.
Prachtig verhaal. Nooit iets over op school gehad. Bedankt voor de leerzame verrassingen uit de vaderlandse geschiedenis!
Inderdaad is er tijdens de geschiedenislessen op school wel vermeld dat Van Oldenbarnevelt werd onthoofd, maar niet waarom.