DE WERELD NU

Integriteit VVD – een moeilijk onderwerp

hoe een parlement de democratie af schaft

In de marge van het aftreden van Halbe Zijlstra vorige week ontwikkelt zich al een paar maanden de volgende rel die de VVD slecht uitkomt. Volledig van eigen maaksel legt dit product van preventitis en panische angst voor mediabezwaren mogelijk een bommetje onder dit kabinet. Opnieuw lijkt de integriteit VVD een probleem.

In december kondigde de VVD een integriteitsonderzoek aan naar het eigen Kamerlid Wybren van Haga, een van de nieuwkomers vorig jaar in de VVD-fractie. Maar: Van Haga bezit méér dan 100 panden in de Amsterdamse binnenstad. Dat is tegenwoordig al genoeg om verdacht te zijn, en actief zijn in het vastgoed was dat eigenlijk altijd al. Dus moet de indruk worden geven dat de VVD er uiterst zorgvuldig mee omspringt. Dat lijkt zich nu tegen haar te gaan keren.

VVD-fractieleider Dijkhoff heeft om het onderzoek gevraagd. Hij zegt dat hij zich kan voorstellen dat mensen denken: alweer een VVD’er in opspraak. “Daarom is het voor hem zelf belangrijk dat we het serieus nemen”, aldus Dijkhoff.

De hele kwestie lijkt maar beperkt dubieus, maar de implicaties zijn enorm. Wat het voor de VVD dubieus maakt is dat het te eenvoudig in de openbaarheid kan worden gebracht. Zo’n zaak als rond Hennie Keizer vorig jaar is voor veel mensen al snel te ingewikkeld, maar dit kun  je eenvoudig terug brengen tot een paar quotes die de VVD niet horen wil: vastgoed, huizen melken, regels niet naleven. Met allemaal connotaties van illegale verhuur en wat al niet. Dat lijkt in het geheel niet aan de orde, maar het speelt intussen wel.

Met GRNL2018 in aantocht wil de VVD hiermee niet geassocieerd worden, dat is duidelijk. Zeker niet nu de verkiezingen in Amsterdam er uitzien alsof de VVD er een vreselijk pak slaag gaat krijgen, niet in het minst door het aantreden van het FvD in de hoofdstad.

Maar hoe dit aan te pakken? De volatiliteit van het electoraat en de smalle marges maken het enerzijds broodnodig alle mogelijke bronnen van ophef uit te roeien. Tegelijk zijn diezelfde zeer smalle marges er de reden voor dat men Haga er niet zonder meer uit kan zetten, aangezien Haga niet genegen lijkt zijn zetel op te geven. Daarvoor is voor hem ook totaal geen reden: zijn vastgoedbedrijf maakt het Kamerlidmaatschap in geen enkel opzicht financieel noodzakelijk. Voor een burgemeesterspost lijkt hij evenmin te porren te zijn, zoals de VVD Ybeltje Berckmoes ooit dacht af te kunnen kopen als de zaak ernstig werd. De vraag hoe Haga ooit Kamerlid werd is overigens nog niet gesteld, maar zou in een later stadium wellicht eens beantwoord moeten worden.

Maar als Haga alleen uit de fractie vertrekt heeft Rutte 3 geen meerderheid meer. Nu was ook Rutte2 in de nadagen die meerderheid al kwijt, maar dit zou Rutte3 noodzaken nog vier jaar door te modderen met wie weet niet wat voor achterKamerdeals de gehele tijd. Eens houdt het op, is de gedachte.

Dat de VVD zich dit gedoe heeft laten aanleunen toont opnieuw het amateurisme binnen ’s lands grootste partij. Men heeft graag ondernemers binnen de rangen, maar kijkt eerst niet goed wat men binnenhaalt. Vervolgens niet hoe dat op persoonlijk vlak wordt georganiseerd. En gaat vervolgens over tot paniekvoetbal. Want als er niets an de hand is moet je wellicht eens overwegen de media de schrobbering te geven die ze verdienen. Desnoods de dag voor de verkiezingen. Je kunt niet eeuwig achteruit blijven fietsen in de richting van dat fameuze ravijn.