Debat – Theoterrorisme? De opstelling van Paul Cliteur
Is de term theoterrorisme geschikt voor religieus geïnspireerd geweld? Heeft het gevolgen; past het binnen maatschappelijke ontwikkelingen?
Het artikel van David Pinto zaterdag blijkt voedsel te zijn voor een uitgebreider debat over de toepasbaarheid van het begrip theoterrorisme en de er uit volgende implicaties. Daarvoor geven we de komende week (of eventueel langer) alle ruimte door dagelijks een opinie van een geselecteerde wetenschapper, schrijver of opiniemaker te plaatsen. Vandaag is het de beurt aan Prof. dr. Paul Cliteur.
Theoterrorisme en tot realisme gebombardeerd, beschoten of gestoken
Een reactie op David Pinto
Op Veren of Lood verscheen zaterdag een interessant stuk van David Pinto over de vraag of het nuttig is de term “theoterrorisme” te hanteren voor het soort van terrorisme waarvan hij zelf een voorbeeld geeft in het begin van zijn artikel. Dat voorbeeld is ontleend aan een artikel uit De Volkskrant over een terroristische aanslag die plaatsvond in Pakistan. Een Amerikaans staatsburger, een zekere Tahir Naseem, werd doodgeschoten in een rechtbank in Peshawar in Noordwest Pakistan. Hij was daar omdat hij een hoorzitting over zijn borgtocht zou bijwonen. Hij stond terecht in zijn geboorteland vanwege blasfemie (of godslastering), hoewel hij inmiddels Amerikaans staatsburger was geworden. De terugkeer naar zijn land, bedoeld voor het bijwonen van die rechtszaak, werd hem dus fataal.
De moordenaar, de 15-jarige Faisal Khan, was wat wij waarschijnlijk een religieuze fanaticus zouden noemen. Zijn motieven tot het plegen van de moord waren religieus van aard. Naseem had zichzelf tot een Messias verklaard. Volgens sommigen was hij een instabiel persoon. Maar volgens Khan was hij voornamelijk een godslasteraar. En die verdienen de doodstraf. Als de staat die straf niet, of niet snel genoeg, oplegt moet je als individuele gelovige zelf het heft in handen nemen. Zoals hij dus ook deed.
Wat is een terrorist?
Als we juridische terminologie willen hanteren (bijvoorbeeld omdat de persoon terecht moet staan voor een gerechtelijke instantie) zouden we in Nederland zo iemand als Khan een “terrorist” noemen. Hij gebruikte immers geweld om een bepaald politiek doel te dienen. In zijn geval was dat de ontmoediging van godslastering door de zware bestraffing van de lasteraar. Een soort standrechtelijke executie van de godslasteraar. Kenmerkend voor terrorisme is dus dat de bestraffing niet door een legitieme overheids-organisatie geschiedt die daarvoor in het leven geroepen is (een rechterlijke instantie, het Openbaar Ministerie), maar door de gemeenschap van de ware gelovigen zelf (men kan het ook lynch-justitie noemen).
Wie dat gehele mechanisme beschreven wil zien door een keur aan auteurs en aan de hand van allerlei illustratieve voorbeelden raad ik aan The Fall and Rise of Blasphemy Law (2016) te lezen. Met een voorwoord van de man die het allemaal aan den lijve heeft ondervonden in het geval van de Deense Cartoons (ook godslasterlijk natuurlijk), Flemming Rose. Die kwestie speelde rond 2005.
Voor de kwalificatie van “terrorisme” is dus van belang dat aandacht bestaat voor de motivatie van de dader. Een terrorist is niet een gewone crimineel die uit is op geldelijk gewin, maar hij heeft een politiek doel. Kahn wil niet alleen Naseen straffen voor zijn godslastering, maar andere potentiële godslasteraars afschrikken.
Maar ten aanzien van die motivatie is nog iets anders van belang. Kahn denkt dat hij met zijn moord op Naseem iets doet dat niet alleen genade vindt in de ogen van God, maar zelfs geboden is door God (God wil het!). Om die specifieke motivatie naar voren te laten komen zou men Kahn wellicht nog het beste niet een “terrorist” kunnen noemen, maar een “theoterrorist”. Met het voorvoegsel “theo” dus. Dat is een terrorist die denkt dat zijn daden door God (“theos”) worden gevraagd dan wel bevolen.
Het belang van deze zaak én voor Nederland én voor de westerse wereld
Waarom is deze zaak van belang voor Nederland en voor de westerse wereld in het algemeen? Het speelt zich toch af in een land ver van hier, Pakistan? En in Nederland hebben we toch geen mensen als Kahn?
Fout! Dat is nu net het hele punt. Die hebben we hier ook. Net als in bijna elk ander land in de wereld tegenwoordig. Mohammed Bouyeri was zo iemand. Hij vermoordde in 2004 Theo van Gogh. Bouyeri zit nu voor de rest van zijn leven in de gevangenis. Bouyeri is de Nederlandse Kahn. En Naseem is de Pakistaanse Theo van Gogh. Allebei dood. Gedood door een theoterrorist. Door iemand die met een religieuze motivatie, gevolg gevend aan wat men denkt dat God vraagt, bereid is om een moord te plegen.
Wie zich realiseert wat hier aan de hand is ziet gemakkelijk andere zaken die lijken op de Pakistaanse zaak die ik hier bespreek. De moord op de Franse cartoonisten van Charlie Hebdo (2015) is ook helemaal volgens dit patroon. Uit dat Franse voorbeeld (Charlie) en Nederlandse voorbeeld (Van Gogh) blijkt dat we niet alleen in Pakistan met dit soort executies te maken hebben, maar ook in Europa. Als dan ook de radicalisering binnen de islam verder zal voortgaan (en dat lijkt te gebeuren, want we laten het gebeuren) zal theoterrorisme een steeds belangrijkere uitdaging vormen voor staten in Europa, net als voor andere delen van de wereld.
Een geestverwant van Kahn, Junaid I., eveneens een Pakistaan, is in 2018 in Nederland berecht omdat hij hier naartoe was gekomen om Geert Wilders te vermoorden. En opnieuw volgens dezelfde motivatie én geheel hetzelfde patroon. Lees het vonnis van de rechtbank er maar op na.
Waarom de term “theoterrorisme” van belang is
Is het nu nodig voor een moord zoals die is gepleegd door Bouyeri, Kahn, de gebroeders Kouachi of de beoogde moord door Junaid I. een nieuwe term te bedenken? “Theoterrorisme”? Het zijn toch gewoon moordenaars? Of mensen die een poging tot moord ondernemen (Junaid)? Waarom daar zo ingewikkeld over doen?
Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is een praktisch-juridische. Wie wordt veroordeeld voor een strafbaar feit, wordt dat op grond van een zo precies mogelijke beschrijving van hetgeen die persoon heeft gedaan. Inclusief zijn motivatie. Die motivatie speelt op allerlei manieren een rol. Bijvoorbeeld als een factor die de laakbaarheid van het handelen vergroot. Of juist verkleint (de persoon bedoelde het niet verkeerd). Maar voor die terminologie is nog een tweede reden. Wanneer je mensen als Kahn, Bouyeri, de Kouachi’s en Junaid wilt ontmoedigen tot het plegen van hun daden dan zal je ze eerst moeten “begrijpen”. Zoals een dokter die de oorzaak van de ziekte van zijn patiënt niet begrijpt geen effectieve genezing kan bewerkstelligen, zo geldt ook dat de staat die niet begrijpt wat de terrorist bezielt geen effectieve strategie kan ontwikkelen om het terrorisme te bestrijden.
Gaat het met die bestrijding zo slecht dan? Ik zou zeggen van wel. We zijn de afgelopen 20 jaar (volgens jaar twintig jaar 9/11) geen cent opgeschoten met de beteugeling van het theoterrorisme. Het feit dat Wilders al 20 jaar in een bewakingsregime rondloopt, is het levende bewijs daarvan. Ook het feit dat de Utrechtse tramschutter Gökmen Tanis hier zoveel schade heeft kunnen aanrichten, zoals Bart Collard goed heeft beschreven, is daarvoor een illustratie. Dit zijn geen “incidenten”, maar precedenten, zoals ik tot uitdrukking breng in de ondertitel van dit boek: Theoterrorism versus Freedom of Speech: from incident to precedent (2018). Elk succes van de theoterrorist is een uitnodiging voor meer en nieuwe aanslagen. En die blijven maar komen. Met tussenpozen weliswaar, maar toch. Ondertussen zie je dat de wereld zich aanpast en steeds meer taboes gaat erkennen rond die vrijheid van expressie. Blasfemisten houden hun mond. Is dat erg? Ja, dat is erg, want daardoor trekken de fundamentalisten aan het langste eind. De theoterroristen zijn de beulen van de fundamentalisten. En de wereld wordt steeds minder “modern”. De wereld kent nu minder vrijheid van expressie dan vijftig jaar geleden. Waarom? Omdat terrorism works.
Maar nu weer terug naar Pinto.
Wat is de overeenstemming met Pinto?
Laat ik voorop stellen dat ik het in erg veel met Pinto volledig eens ben. Met zijn nadruk op de noodzaak van Verlichting bijvoorbeeld. Ook met zijn typering van de fundamentalistische gezindheid die de terroristen kenmerkt. Die terroristen hebben de modernisering gemist. Ook zijn ongezouten kritiek op het slappe overheidsbeleid is mij uit het hart gegrepen. Zijn kritiek op het gepamper. Op wat hij het “doodknuffelen” heeft genoemd. Door de halfzachte benadering die onze overheid kenmerkt en door het totaal gebrek aan visie over hoe men dat theoterrorisme zou moeten aanpakken zitten we nu zo diep in de ellende.
Aan de overgrote meerderheid van de terrorismedeskundigen hebben we ook niets omdat zij de culturele factor die het hedendaagse theoterrorisme kenmerkt niet willen erkennen. Zij willen terrorisme verklaren uit persoonlijkheidskenmerken van de terroristen bijvoorbeeld. Of ze verklaren wat ik jihadistisch theoterrorisme noem uit sociaaleconomische oorzaken. Dat is ook lekker “veilig”. Immers de culturele factor benoemen is racisme, niet? Cultuur=ras. Zo denken we daarover in een wereld verziekt door identiteitspolitiek.
Nog erger in de geaborteerde verklaringsmogelijkheden zitten we bij de groep die terroristen eigenlijk “zielig” vinden. De terrorist is een menstype dat ontstaan is, denkt men, door het agressief karakter van de godslasterlijke uitingen waar zij zich tegen keren. Voor heel wat mensen geldt dat Naseem, Van Gogh, Wilders, de Franse cartoonisten eigenlijk de ware agressors waren met hun woeste religiekritiek. En Kahn, Bouyeri, Junaid I. en de Kouachi-broers hadden zich weliswaar niet mogen bezondigen aan moord, maar ach, toch helemaal onbegrijpelijk is het niet wat is gebeurd.
Die laatste categorie is heel groot. Van Geert Mak tot de Canadese filosoof Charles Taylor. Hoewel ik moet bekennen dat door de aanzienlijke hoeveelheid theoterroristische aanslagen de categorie van de fellow travellers met het terrorisme wel kleiner lijkt te worden. En dat is winst. In Theoterrorism versus Freedom of Speech (2019) heb ik veel van die opvattingen uitvoerig besproken. Ik heb dat gedaan omdat die mensen mij zo ongelooflijk fascineren. Ik ben – OK, ik geef het toe – een beetje geobsedeerd door dat type.
Maar dit is allemaal in overeenstemming met wat Pinto ook schrijft.
Wat is het verschil met Pinto?
Wat is dan het verschil? Pinto denkt dat wat ik hier beschrijf als theoterrorisme geldt voor de islam, maar niet voor jodendom en christendom. Het jodendom en christendom zijn in beginsel gemoderniseerde religies, de islam is dat niet. Pim Fortuyn zei dat heel mooi: de islam moet nog door de wasmachine van de Verlichting gaan.
Hebben Fortuyn en Pinto daarin gelijk? Jazeker, en het werk van de empirisch socioloog Ruud Koopmans ondersteunt hun gelijk ook met cijfers. Je kan gewoon empirisch onderzoeken hoe groot het verzet is tegen blasfemie onder moslims, joden en christenen. En dan is duidelijk dat die verschillen heel groot zijn. De joodse en christelijke traditie zijn grotendeels gemoderniseerd en dat proces moet de islam nog helemaal doormaken.
En toch. Mijn punt is dat theoterrorisme en het religieus fundamentalisme waarop het gebaseerd is ook een lange geschiedenis heeft in jodendom en islam. Het jodendom en christendom gingen honderden en zelfs duizenden jaren ook uit van één God, met een wil, die hij voorschreef aan mensen. En het niet volgen van die wil had ook draconische consequenties. Niet alleen omdat God strafte na de dood, maar ook omdat wereldse overheden in Zijn Naam draconische straffen oplegden aan godslasteraars. Die preoccupatie van godslasteraars is dus niet alleen iets van de islam, maar dat vind je ook in de geschiedenis van het jodendom en van het christendom.
Pinto – en hij wordt hierin gesteund door de grootste islam-kenner in België, Wim van Rooy in Waarover men niet spreekt: bezonken gedachten over postmodernisme (2015) – ziet dat anders. Zij maken een heel scherp onderscheid tussen enerzijds jodendom en christendom en anderzijds de islam. De islam is structureel anders. Terwijl ik zeg: “jodendom en christendom zijn anders geworden door die Verlichting”. En het blijft voor mij nog altijd interessant om die geschiedenis van jodendom en christendom, net als de monotheïstische theologie in het algemeen, te bestuderen, ook om de aard van het theoterrorisme beter te begrijpen. Ik heb dat gemeen met de Duitse Egyptoloog Jan Assmann bijvoorbeeld. Of de Franse denker Michel Onfray. En, volgens mij ook, met de Utrechtse ethicus Floris van den Berg.
Het theoterrorisme heeft tekstueel gezien als basis Numeri 25 uit het Oude Testament. Ook zijn in het Oude Testament talloze teksten te vinden waarin godslastering met de dood wordt bedreigd. Kahn had dan ook als hij zich op de tekst van het Oude Testament had gebaseerd eveneens een vorm van theoterrorisme kunnen legitimeren.
Van Rooy en Pinto (en ik ga dat nog een keer zeggen) hebben echter gelijk wanneer zij stellen: hedendaagse joden en christenen hebben dat theoterrorisme grotendeels achter zich gelaten. Voor de islam is dat een opdracht voor de toekomst. Of dat zal gaan lukken? Dat zal afhangen van een juiste diagnose van het verschijnsel. Waaraan ik hoop een bijdrage te leveren met Het monotheïstisch dilemma (2010) en In Naam van God (2018). Maar ook van het nemen van maatregelen.
Dat laatste zal nog een flinke hobbel worden in een land vol met mensen als Geert Mak en Arnon Grunberg. Een land waarop identiteitspolitiek steeds meer voet aan de grond gaat krijgen en de politieke correctheid alleen maar groter lijkt te worden. Maar als het theoterrorisme weer van zich laat horen worden we vanzelf wel in een zekere vorm van realisme gebombardeerd, beschoten of gestoken. Klinkt dit cynisch? Of ben ik gewoon realistisch?
Paul Cliteur is senator namens Forum voor Democratie in de Eerste Kamer en hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit van Leiden. Hij schreef onder andere (samen met Afshin Ellian): De Staat versus Wilders, Boom Juridisch, Den Haag 2019.
Voor dit debat zijn meerdere (ook al genoemde) sprekers uitgenodigd. Morgen is het de beurt aan Hans Moll..
De andere bijdragen aan het Debat Theoterrorisme vindt u hier.
De auteur mist toch een uitermate belangrijk punt. De reformatie en verlichting binnen jodendom en christendom kon plaatsvinden omdat dit niet principieel ingaat tegen de geschriften. Er was dus een basis voor.
–
Binnen islam is die basis er niet. Niet misschien, niet zwak, gewoon niet aanwezig. Iedereen die blijft hopen op een soort verlichting binnen de islam is OF naief, OF zwakzinnig, OF heeft geen kennis van de islamitische geschriften.
Er is trouwens al een reformatie binnen de islam geweest, die net als de christelijke reformatie teruggreep op de bron. Daar is binnen islam het wahabisme uit voortgekomen. Zo ongeveer de meest extremistische islam dus. Dat kon ook niet anders omdat er binnen de islamitische geschriften helemaal geen grond is voor wat anders.
Dat betekent ook dat er domweg geen enkele manier is om met islam samen te leven in een moderne, verlichtte maatschappij. De keuze is simpel; of steeds verder toegeven en islam accepteren, of radicaal alle vormen van islam verbieden. Iedere tussenweg leidt namelijk weer naar optie 1, overgave.
@ Johan P
Amen, helemaal mee eens.
Helemaal mee eens
Helemaal eens met JohanP. De consequentie heb ik al eerder aangegeven in Pinto’s stuuk: de islam is EN BLIJFT fundamenteel strijdig met westerse n&w. Dat zal odd tot een ernstige clash leiden, zie Sebrenica. Het beste is als islam weggaat uit NL, maar dat is een brug te ver. Onze politici hebben niet begrepen dat ze het Paard van Troje hebben binnengehaald. Kortzichtig en ultiem dom. Mark Rutte is intelligent maar toch extreem onverstandig, een vaak voorkomende combinatie… Cliteur doet er goed aan de realiteit onder ogen te zien. Dat helpt ons beter vooruit dat ‘wishful thinking’.
Professor Cliteur is één van de zeer weinige intellectuelen in Nederland die het islamdebat frontaal aangaat. Daarvoor zou hij voogedragen moeten worden voor het Commandeurschap in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. Hij stelt dat islamitisch theoterrorisme vergelijkbaar is met joods en christelijk theoterrorisme van voor de Verlichting. Hij erkent daarmee dat theoterrorisme geworteld is in de islam zelf, die zichzelf slechts hoeft te Verlichten om dat op te lossen. Daar zal het door scherp beleid (dus minder politieke correctheid, identiteitspolitiek, gepamper, dader-is-slachtoffer-denken en ander halfslachtig overheidsbeleid) toe aangezet moeten worden. Dat vereist mijns inziens open islamkritiek en volledige vrijheid van meningsuiting om dat mogelijk te maken. In mijn optiek is theoterrorisme slechts één van de uitingsvormen van de islam, waarvan de kern is dat het een onderwerpingsgeloof is dat werkt door intimidatie en indoctrinatie, beide breed opgevat zodat allerlei niet-cooperatief gedrag zoals discriminatie en oorlog, in haar meest wrede vormen, er ook onder valt. In die zin is het vergelijkbaar met nazisme en communisme. Zoals alle onderwerpingsgeloven is het destructief. De islam is dus een destructief onderwerpingsgeloof. Dat is eenvoudig historisch aan te tonen. Dit stelt wel de vraag welk geloof het westen daar tegenover plaatst. Ik zou willen stellen: een coöperatief ontwikkelingsgeloof: lees Plato, lees het Nieuwe Testament ( Matthëus 22:37-38), lees Spinoza, lees Kant, lees Arendt. Ook dat is eenvoudig historisch aantoonbaar, ook al ging het soms met horten en stoten. Het jodendom heeft de Talmoed waarin allerlei onverlichte ideeen uit de Thorah worden geherinterpreteerd. Het Christendom is een aaneenschakeling van reformaties, denk aan de 14e eeuwse Moderne Devotie, waar ook Erasmus door is gevormd. Ik zou willen stellen dat de Verlichting komt voort uit het Christendom en Jodendom en de intellectuele tradities waarin ze vanaf de 5e eeuw voor Christus in zijn ontwikkeld. Er zijn natuurlijk ook bewegingen met terugval, vaak omgeven met veel historisch aantoonbare onzin. Een belangrijk onderscheid zit hem in de mate waarin de islam geweld, intimidatie en indoctrinatie omarmt en cooperatief gedrag, waaronder democratie, afwijst. De hervormbaarheid van dit destructieve onderwerpingsgeloof moet ernstig in twijfel getrokken worden. De beleidsconclusie is dat moslims eerst maar eens ergens moeten laten zien dat ze tot die noodzakelijke hervorming in staat zijn. Tot die tijd is een moratorium op islamitische immigratie naar de EU in het algemeen en Nederland in het bijzonder op zijn plaats. Ook al omdat in 90% van de gevallen de vluchtverhalen gelogen zijn. En omdat voortdurende immigratie volledig onhoudbaar is gebleken (woningnood e.d.).
@Johan P : geheel mee eens.
Ditzelfde zeg ik ook al jaren.
Ooit hoorde ik een moslim zijn verlangen uitspreken dat de poorten van de Itjihad weer open zouden gaan. Zulke moslims heb je dus wel.
De katholieke kerk kent concilies en de protestante kerk heeft synodes. Da zijn plekken waar de leer wordt aangepast wordt aan de huidige tijd en cultuur.
De islam kende dat ook, tot ongeveer in de dertiende eeuw. Daarna vond (en vindt) men dat er niets meer hoefde te worden geherinterpreteerd of aangepast.
Itjihad betekent “de rede, één van de aanvullende principes op de vier bronnen van de fiqh, de jurisprudentie van de islamitische wetgeving.”
De theologische faculteit van de Al-Azhar universteit lijkt er niet aan te willen beginnen, vermoedelijk uit angst het naderende einde te veel te versnellen.