DE WERELD NU

China: inefficiënt en overproductief

De wereld kijkt bij het beoordelen van de Chinese economie vooral naar de cijfers. De cijfers van economische groei met name, die de Chinese overheid levert. Er zijn terechte vragen over de betrouwbaarheid hiervan. Maar wie zich hier op concentreert maakt een klassieke fout: wat is de basis van die cijfers?

Het is verleidelijk China te beschouwen als een normale, moderne economie, waarbij je je op de overheidscijfers verlaten kunt. Best mogelijk dat er aan die cijfers geknutseld is, maar aangezien alle westerse overheden dat doen, maakt het geen fundamenteel verschil. Je kunt er mee werken omdat de relativiteit van dergelijke cijfers belangrijker is dan de absolute waarden. Pas als de absolute waarden te veel gaan afwijken van die relatieve realiteit, krijg je moeilijkheden zoals in Griekenland. Waar wringt de Chinese lotusschoen? Aan alle kanten is het juiste antwoord, dat ik hier zal toelichten.

Om te beginnen zijn we geneigd te vergeten dat de Chinese economie zich nog steeds in een overgangsfase tussen geleide planeconomie en vrije markt economie bevindt. Dat veel westerse bedrijven jarenlang zo goedkoop konden produceren in China was daarvan een rechtstreeks gevolg, omdat in een geleide planeconomie arbeid uit principe goedkoop mòet zijn. Inefficiëntie kun je je alleen veroorloven als arbeid niet al te duur is, naarmate die arbeid duurder wordt zal een bedrijf steeds efficiënter moeten gaan werken. Kort gezegd: er gaan ontslagen vallen, en vermoedelijk veel. Een Chinees voorbeeld hiervan beschreef ik vorige maand al hier.

Dat is vervelend voor de arbeiders, en lastig voor een regering als het om heel grote aantallen mensen gaat die niet snel ander werk zullen vinden. Maar die overgang naar een vrije markt economie bergt nog een ander gevaar in zich, dat fundamenteel is voor dat type economie: overproductie.

Overproductie is wat gebeurt als de economie oververhit raakt, en de groei van de vraag achter blijft bij groeiende productiviteit. Ook hier is een gevolg massaontslagen, al mogen deze arbeiders verwachten in ieder geval deels weer aan het werk te kunnen als de economie weer aantrekt. Mits die economie zich op een min of meer realistisch niveau bevond toen de cyclus (want dit is een normale gang van zaken binnen een vraag- en aanbodeconomie) naar beneden dook. En dat is wat hier een probleem lijkt te gaan worden.

China heeft via enorme (binnenlandse) leningen de overproductie veel te lang in stand gehouden, hopend door export van de surplusproductie het gat te dichten. Dat lukte alleen optisch, terwijl onder het oppervlak de gaten steeds verder groeiden. Want een economie als de Chinese moet het uiteindelijk toch vooral hebben van de binnenlandse consumptie. En dat is waar het mis lijkt te gaan.

Onderstaande foto’s zijn van een spookstad. Zij is gebouwd om ooit bewoond te worden, maar niemand had voldoende inkomsten zich een verblijf aldaar te kunnen veroorloven. En het ziet er niet naar uit dat dat nog te gebeuren staat.

Het enige waarmee dit zelfs maar enigszins te vergelijken valt, is met de bouwexplosie in Spanje tot 2009. Spanje zit nog steeds met enorme vliegvelden en snelwegen in het midden van nergens, waarheen ook niemand wil. Stel U dat voor, en dan maal vijftig of honderd. Dan heeft U een beeld van de ballast die om China’s nek hangt.

Niemand weet ooit wanneer een dergelijk bubble barst. Maar doordat de eerste tekenen van een credit crunch al te zien zijn, is het wachten nog slechts op de ineenstorting.