Het bestaansrecht van burgemeester Van der Laan
In de gemeenteraad van onze hoofdstad werd vorige week een bijdrage geleverd aan het aanwakkeren van hysterie over een debat dat enkele dagen daarvoor had plaatsgevonden in debatcentrum De Balie. Door de Amsterdammers werd veel verwezen naar een ‘Arganbrief‘. Frans Groenendijk bekeek die brief: bestaansrecht bleek daarin een sleutelwoord.
Die gemeenteraad leverde overigens niet de belangrijkste bijdrage: die kwam van iemand die – in tegenstelling tot de leden van die raad – wèl aanwezig was in de Balie: meneer Jan Jaap de Ruiter. Van de krant Zaman kreeg deze arabist daarna ruimte om een stuk laster te publiceren onder de kop: Dieptepunt in het debat: endlösung van moslims. Minst lasterlijke, doch meest veelzeggende passage daaruit: “Ik (1) vond het een persoonlijk (2) hard gelag en een slag in mijn (3) gezicht waar ik (4) immer probeer het midden te vinden. Maar als sommige mensen niet in het midden staan of willen staan dan kun je ze niet bereiken.” We gaan nog meer over horen over die laster.
De Ruiter herinnert u zich misschien nog vanwege diens absurde provocatie van een paar jaar jaar geleden: hij gaf een 10 voor een matige scriptie omdat die lekker fel anti-PVV was.
Maar onze hoofdstad dus. Die heeft een gemeenteraad, en die raad heeft commissies die lange vergaderingen houden (zie “7:11:58” in de afbeelding). Van elke vergadering van Raad en Commissies wordt een videoverslag gemaakt en die verslagen zijn van opmerkelijk hoge kwaliteit. Dankzij een gemeente-ambtenaar met een servicegerichte taakopvatting, kwam ik achter het bestaan van die verslagen. Je kunt niet alleen direct naar een bepaald agendapunt springen, maar het systeem kent zelfs de mogelijkheid om de bijdragen van een specifiek raadslid er uit te lichten. Zou die functie ooit wel eens gebruikt worden door een burger die geen direct familielid is van het betreffende raadslid?
In die pro-hysterie-vergadering werd uitgesproken dat er best wel eens een opiniemisdrijf kon zijn gepleegd in dat Baliedebat. Er werd gesproken over ‘aangifte doen’, maar meer nog over een of andere ‘Argan-brief’ of ‘Ergen-brief’ (het werd verschillend uitgesproken). Het aandachtig bekijken van de video van die commissievergadering was al geen pretje, maar het lezen en tot me door laten dringen van de strekking van die brief aan Jongerencentrum Argan was helemaal vervelend. Maar iemand moet het doen.
Ik begin maar met de voor mij grootste verrassing uit dat videoverslag: de minst onzinnige opmerking kwam van een allochtoon PvdA-raadslid, terwijl het allochtone VVD-raadslid @DilanYesilgoz het meest nadrukkelijk achter de afschuwelijke koers en het rare gedraai van de PvdA-burgemeester bleek te staan.
Van der Laan is overigens ernstig ziek, maar het lijkt me hoogst ongepast om daarom minder kritisch naar hem te zijn; de man is immers ook nog in functie.
Waar te beginnen?
Eerst maar een linkje naar de betreffende brief, zodat u mijn beweringen kunt controleren: Bij dezen. Hier het linkje naar het videoverslag van de commissievergadering waar die brief behandeld werd. Die servicegerichte ambtenaar lichtte ook nog een tipje van de sluier op voor wat betreft de onvindbaarheid van stukken, maar daar ga ik hier niet verder op in: ik wil die persoon niet in de problemen brengen.
Megalomanie?
Het meest verontrustende aspect van het verhaal van Van der Laan is de mate waarin een aantal cruciale elementen niet of nauwelijks geëxpliciteerd wordt. Het staat er nog net niet met zo veel woorden in, maar de gemeente heeft dus als het aan deze PvdA-burgemeester ligt, een eigen beleid op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. En hij wordt in onze hoofdstad door geen van de raadsleden aangesproken op dit absurde uitgangspunt. Van der Laan doet in zijn brief/notitie een beetje alsof hij minister is. Hij schrijft over de historische relatie van Amsterdam – niet van Nederland – met tolerantie en vrijheid van meningsuiting (… dat mondde uit “in het eerste homohuwelijk ter wereld in Amsterdam“). Hij citeert nog wel een verstandige Europese uitspraak met betrekking tot die VvMU, maar doet dat op een heel speciale manier:
Zo heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat ook uitingen ‘that shock, offend, or disturb’ bestaansrecht hebben.
Daar heb je dat woordje ‘bestaansrecht’ uit mijn titel. Daarmee geeft hij al een heel typisch totalitaire draai aan die uitspraak. Het stukje ‘that shock, offend, or disturb‘ staat inderdaad in die uitspraak maar in het vervolg is helemaal geen sprake van zoiets als ‘bestaansrecht’. Via De Rechtspraak kun je in 1 minuut vinden hoe het vervolg daarvan luidt. En het belangrijkste stukje gewoon in het Nederlands:
Het juridisch kader
Naar vaste jurisprudentie van het EHRM met betrekking tot artikel [de Hoge Raad leest:] 10 EVRM genieten ook uitingen die ‘offend, shock, or disturb’ de bescherming van artikel 10 EVRM (EHRM 7 december 1976, NJ 1978, 236, r.o. 49, Handyside en EHRM 23 april 1992, NJ 1994/102, r.o. 42):
The Court recalls that the freedom of expression, enshrined in para. 1 of Art. 10, constitutes one of the essential foundations of democratic society and one of the basic conditions for its progress. Subject to para. 2 of Art. 10, it is applicable not only to ‘information’ or ‘ideas’ that are favourably received or regarded as inoffensive or as a matter of indifference but also to those that offend, shock or disturb. Such are the demands of that pluralism, tolerance and broadmindedness without which there is no ‘democratic society’.
Maar deze verdraaiing is hem nog niet genoeg. In de rest van de nota lapt Van der Laan die uitspraak aan zijn proletarisch-totalitaire laars door een recht te introduceren om gevrijwaard te worden van angsten en pijntjes. Die introductie vindt plaats in een overzichtje van wat de gemeente in het recente verleden al gedaan heeft met dat eigen beleid. Dat is puntje 4.1 van de nota. De titel suggereert op zichzelf ook weer een juridische context: “Casuïstiek; opkomend tij“. Hij doet het dus zo’n beetje voorkomen alsof zijn eigen eerdere beslissingen een soort van jurisprudentie vormen. Hoe megalomaan wil je het hebben? Lees de tekst van onderstaande cruciale passage gerust twee of drie keer:
Uit de meeste casus [in het Latijn is dit het meervoud van het woordje casus, dat staat voor geval, of kwestie] blijkt dat de vrijheid van meningsuiting kan leiden tot botsingen met wettelijke voorschriften en grondrechten van andere groepen of met breed gedeelde waarden in de samenleving. Het gaat vaak om uitingen die bij anderen verontwaardiging, onvrede of zelfs angst kunnen leiden.
Punt 4.2:
Er wordt [door de gemeente, lees: door mij, Van der Laan] nooit vooraf ingegrepen op meningsuitingen, …
Vriend Eberhard meldt hier dus dat hij steeds ervoor gekozen heeft om zich aan de grondwet te houden. Fijn om te weten. In punt 4.4. – verschillende betrokkenheden van de gemeente – stuiten we op een ander voorbeeld van ’s mans zelfoverschatting. In een opsomming van die verschillende betrokkenheden noemt hij, behalve subsidiëring, taak met betrekking tot openbare orde en dergelijke, ook nog dit:
Publieke uitspraken met een normerende werking (zonder wettelijke grondslag).
Laat dit even bezinken. In punt 4.5 komt hij onder het kopje ‘betrokken belangen meewegen‘ met de kromste zin van de hele nota. Let wel: in de eerste twee alinea’s staat dat deze gaat over “het gevoerde beleid te (sic) aanzien van de vrijheid van meningsuiting in Amsterdam“.
… het belang van de waardigheid van een bepaalde plaats (Monument op de Dam) of persoon (president), het belang van specifieke groepen tegen discriminatie (Joodse Amsterdammers, moslims, homo’s, vrouwen) …
De Argan-zaak en de De Balie-zaak
In zekere zin is de Balie-zaak een spiegelbeeld van die Argan-zaak. Het gaat hier immers om twee uitersten in een ideologische strijd, een die bijna wereldwijd gaande is. Dat jongerencentrum voor Marokkanen – waarvan het gesegegreerde bestaan overigens vooral te danken schijnt te zijn aan aan een andere PvdA-er, ene Lodewijk Asscher – wilde een platform bieden aan meneer Okay Pala van de wereldwijde organisatie Hizb ut-Tahrir (hierna: HUT). De doelen van die club lijken veel op die van de Islamitische Staat, alleen cultiveert de HUT met vrij groot succes een niet-gewelddadig imago. In veel landen is de HUT verboden, maar in Nederland niet. Pala zelf is in Nederland vooral bekend van een interview met De Telegraaf waarin hij te kennen gaf dat Nederland “een flinke terreuraanslag nodig heeft“. De man is niet vervolgd voor die uitspraak en al helemaal niet geïnterneerd. Dat is een keuze van de landelijke politiek en rechterlijke macht, niet van de Amsterdamse.
De Marokkaanse jongeren wilden Pala ook wel eens horen over de kwestie van de mohammedanen die naar het Midden-Oosten (willen) reizen om daar mannen te gaan vermoorden en vrouwen tot seksslavin te maken, tenzij ze zich onderwerpen (islam=onderwerping) aan de manier waarop Mohammeds wil op aarde volgens kalief Abu Bakr al Baghdadi gestalte gegeven moet worden. In debatcentrum De Balie voerden mensen een debat over het gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan dat van die Abu Bakr en vele andere mohammedanen. De titel van het debat was ‘Waarom haten ze ons eigenlijk‘.
De Argan-bijeenkomst met Pala werd afgelast nadat Van der Laan een brief had gestuurd waarin hij schreef dat HUT een hele nare club is en waarin hij de organisatoren er subtiel aan herinnerde dat ze heel veel subsidie kregen van de gemeente. Hij koos er, met andere woorden, niet voor om de man te betrappen op uitspraken die hem wel in de cel zouden doen belanden. Hij had een andere prioriteit:
De kern van de Argan-casus is dat we in het kader van het anti-radicaliseringsbeleid liefst wilden voorkomen dat één van de doelgroepen van Argan, namelijk de voor beïnvloeding kwetsbare jongeren in aanraking zouden komen met het extremistische geluid van Hizb-Ut-Tahrir.
Een andere ‘kwetsbare doelgroep’ – de groep mensen die de Pala’s van deze wereld graag geterroriseerd zouden zien worden – komt in Van der Laans verhaal nergens aan bod. Beter dan Van Der Laan zelf in zijn nota deed, maakte die VVD-mevrouw Yesilgoz in die commissievergadering duidelijk dat het gemeentebeleid iets moet zijn tussen verbieden en toestaan: het gaat om controle van het debat. Ze spreekt duidelijk uit dat ze wil dat de overheid signalen afgeeft over wat wel en niet is toegestaan in het debat.
Natuurlijk is het zeer belangrijk dat politieke partijen zoals de VVD en de PvdA hun mening geven over wat door deze en gene andere politieke actoren (zoals HUT, zoals DENK, zoals de Saoedische Arabieren die het wahhabisme overal in de wereld financieel steunen) naar voren brengen. Overheid en politiek is voor haar echter één grote hoop. Zo ongeveer als voor de communisten en die wahhabisten.
De VVD-Amsterdam nam in 2015 samen met D66 het intiatief om iets te doen tegen “anti-islamitische incidenten en moslimdiscriminatie“. Hun voorstel kreeg in een commissievergadering de steun van de PvdA, GroenLinks en de SP en het resultaat omschreef De Telegraaf zo: “Binnenkort wordt islamofobie als aparte subcategorie geregistreerd als mensen aangifte doen bij de politie of een klacht indienen bij het Meldpunt Discriminatie.” Aangesproken op de omgang met die strijdterm islamofobie begonnen de Amsterdamse VVD-ers weer te draaien.
In de genoemde commissievergadering van 2015 werd drie kwartier gesproken over die ‘Argan-brief’, maar duidelijkheid leverde dat niet op. Aan het einde van het gesprek spreekt Van der Laan de raadsleden streng, doch begripvol toe en allen zijn blij dat de kou uit de lucht is. Ze slikken allemaal zijn uitspraak dat die verwijzing naar die drie ton subsidie voor Argan, echt heus waar, niet bedoeld was om druk uit te oefenen op de Marokkaanse jongerenorganisatie. Van der Laan vindt “dat de vragen van de raadsleden allemaal relevant zijn“. Ja, dat is een vraag die je als volksvertegenwoordiger graag beantwoord wilt hebben: meneer, meneer, meneer de burgemeester, vindt u mijn vraag relevant? “Radicalisering voorkomen is onze core-bussiness“, legt de meneer uit en helemaal aan het einde: “Het gaat niet over de islam maar om gefrustreerde jongeren, die zouden ook ergens anders voor geworven kunnen worden.”
Op een gegeven moment gaat hij zijn stem verheffen: dat is op het moment dat hij gaat benadrukken dat hij een heel eerlijk mens is. En dat 87% van de lezers van het Parool het met hem eens was.
Per saldo komt het erop neer dat de gemeenteraad een bijna expliciete keuze maakt tégen diepgravend debat en tegen harde kritiek (op het mohammedaanse gedachtegoed dan met name). In de gemeenteraadsvergadering waar die hysterie aangewakkerd werd over het Balie debat werd driftig geschermd met ‘aangifte doen’, maar uiteindelijk leek de koers vooral een verwijzing naar de beleidsnota over het eigen vvmu-beleid van de gemeente. Een keuze voor intimidatie dus.
Via mijn open brief vorige week heb ik de gemeenteraad uitgedaagd een keuze te maken tussen (proberen te) intimideren en daadwerkelijk aangifte doen. Tegen mij bijvoorbeeld: Mijn schrijfsels zorgen misschien voor nog wel meer pijntjes en angsten dan de uitspraken die in De Balie werden gedaan. Mijn brief staat genoemd bij de ingekomen stukken voor de gemeenteraadsvergadering van 15 februari. De gemeente laat me weten:
De gemeenteraad zal niet direct over de inhoud van uw raadsadres spreken, maar zal een besluit nemen over de wijze van afdoening.
In het verre verleden heb ik me wel eens wat bezighouden met gemeenteraadspolitiek. Op basis daarvan verwacht ik dat aan het college van Burgemeester en Wethouders gevraagd zal worden mij uit te leggen hoe de verhoudingen liggen in de republiek Amsterdam. Maar wie weet? Misschien ben ik wel te pessimistisch.
Regeringswaarnemer
Was ik minister van justitie dan zou ik naar aanleiding van de VvMU-nota van Van der Laan, ondanks die verraderlijke titel ervan (‘Argan-brief’), in overleg treden met mijn collega van Binnenlandse Zaken om zo snel mogelijk die burgemeester op non-actief te krijgen. Omdat de gemeenteraad er blijk van heeft gegeven niet te begrijpen waar deze man mee bezig is, zou ik ook laten uitzoeken hoe dat ook al weer juridisch zit met het van overheidswege aanwijzen van iemand om toezicht te houden op het functioneren van die raad.
Ik hoop een volgende keer nog eens wat dieper in te kunnen gaan op dat wonderlijke fenomeen ‘deradicalisering’ en vooral op de vraag wie daarvoor het beste kunnen worden ingeschakeld. Misschien een mooi ophangpunt om gelijk eens stil te staan bij het begrip ‘beroepsmoslim’ of zoals ik het liever uitdruk: gelovige met een verdienmodel.
En dan nog maar eens te bedenken dat een Burgemeester Niet gekozen is en alleen een mandaat heeft van zijn partij politieke vriendjes, dat betekent dat hij vooral keurig de politieke beleidslijn heeft gevolgd en de partijbonzen de hielen heeft gelikt.
Bedankt Frans voor de diepgravende onderbouwing van de prietpraat waar gemeenteraden zich mee bezig houden.
Mooi artikel!
Goed artikel.
Na Van der Laan, krijg je Ollengun c.s.
Van de wal in de sloot.
” hij gaf een 10 voor een matige scriptie omdat die lekker fel anti-PVV was.”
Feitelijk was het een scriptie waarin de promovendus ” aantoonde” dat de PVV fascistische kenmerken vertoonde. Dat hij voor die stelling de meest kenmerkende aspecten van het fascisme buiten beschouwing liet was geen probleem voor JJdR, die hem een 10 gaf. Teken van de politisering van het onderwijs en dus een zeer zorgelijke ontwikkeling.