DE WERELD NU

Transgenderwet: politici zonder affiniteit met de realiteit

transgenderwet

De behandeling van de transgenderwet in de Tweede Kamer is al verschillende malen uitgesteld, maar het ding dreigt komende week dan toch in behandeling te komen. Frans Groenendijk schreef een vernietigende kritiek op een bijdrage aan het debat erover van drie irrationele politici.
In dit stuk bekritiseer ik een initiatiefwetsvoorstel van de mensen Bergkamp, Yücel en Van Tongeren, meer in het bijzonder hun Memorie van Toelichting (verder: MvT). Het voorstel pleit voor een wijziging van de Wet Gelijke Behandeling (WGB). Het voorstel werd gedaan in het vergaderjaar 2016-2017. In de laatste paragraaf van dit artikel leg ik uit waarom ik ervoor gekozen heb om dit wat oudere stuk (eerst) onder handen te nemen en niet het eigenlijke wetsvoorstel.

Eerlijk gezegd las ik nooit eerder een serieus bedoelde notitie van een drietal volwassen mensen die zo tenenkrommend was als dit voorstel. In de rest van dit artikel houd ik me meer in om zo het lijdend voorwerp ervan – dat voorstel dus – zo emotieloos mogelijk onder handen te nemen, maar ik kan het niet laten om te beginnen met dit pareltje uit de ‘Aanleiding en probleembeschrijving‘:

De groep die zich niet wil conformeren wordt niet officieel erkend en beschermd, heeft minder kans om zichzelf zichtbaar te maken of te emanciperen. (Mijn onderstreping, FG).

Wanneer je hem weinig aandachtig leest, komt deze zin wellicht niet heel merkwaardig over. Dat ‘niet conformeren’ is wel een vreemde woordkeuze. Een non-conformist: dat was toch iemand die zijn of haar eigen gang ging? Iemand die dingen doet die veel andere mensen een tikkeltje of heel gek vinden. Een persoon die eigenlijk best wel zelfbewust in het leven staat. Iemand die er geen probleem mee heeft om beschouwd te worden als een buitenbeentje. En juist zó iemand zou kansarm zijn en via een wijziging van de wet beschermd moeten worden? Het venijn van bovenstaande zin (en eigenlijk van het hele voorstel) wordt al een béétje duidelijk indien je verder leest:

Dat kan een directe inbreuk vormen op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van mensen en onzichtbaarheid, discriminatie en marginalisering in de hand werken.

Het eigenlijke onderwerp van dit voorstel gaat namelijk over twéé groepen mensen die niet door iedereen op dezelfde manier worden aangeduid. Veel gebruikte aanduidingen hiervoor zijn: ‘intersekse mensen‘ en ‘transgenders‘. Tussen de regels door van wat ik hierboven citeerde schemert een cruciaal element van het denken achter dit soort voorstellen al door: het op één hoop gooien en verwarren van deze twee zeer verschillende groepen mensen. De ene groep heeft een afwijkend lichaam in vergelijking met meer dan 99% van de bevolking, de andere staat voor psychische uitdagingen. In het tergend langzaam op gang komende debat over het onderwerp lijkt het waarachtig af en toe wel alsof mensen bewust die verwarring van door elkaar halen van beide groepen willen bevorderen!

Noten: het fundament
De MvT bevat ruim 5000 woorden. Dat is exclusief de 58 noten. Best veel noten voor 17 pagina’s tekst. Inzoomen op die noten is eigenlijk het eerste dat je met deze tekst zou moeten doen. Om verschillende redenen. De belangrijkste daarvan is dat goed beschouwd nergens blijkt dat de drie auteurs enig eigen inzicht of enige eigen analyse verwoorden: ze bouwen slechts voort op formele teksten van instituties en op bijdragen van activisten. Die teksten worden als gezaghebbend opgevoerd!

De noten verwijzen naar teksten die kunnen worden ingedeeld in zes categorieën.

  1. Teksten van de EU en van Europese instellingen (12 stuks)
  2. Idem van de VN en daar tegenaan leunende instellingen (9)
  3. Tweede Kamerstukken en dergelijke (10)
  4. ‘Oordelen’ van de club van wannabe-rechters die getooid is met de naam ‘College voor de Rechten van de Mens’. Een merkwaardige organisatie van mensen die zichzelf bij wijze van spreken ‘identificeren’ als rechters. (5)
  5. Nederlandse en internationale activistische platforms en auteurs (9)
  6. Enkele stukken van drie Nederlandse onderzoekers (10)

(Verder zijn er nog een paar waarin ze hun eigen tekst wat toelichten)

De allereerste noot verwijst naar iemand in die bijzondere categorie 5: Judith Butler. Deze geleerde, werkzaam aan een Californische universiteit, meldt zelf dat ze ‘van de Critical Theory is’. Ja dat doet u terecht denken aan Black Lives Matter en aan Critical Race Theory. Die theorie dat racisme overal welig tiert, maar geen racisme is indien het anti-blank is of anti-Aziatisch. De eerste link die je vindt bij het zoeken naar het begrip Critical Theory leidt naar marxisten van het type Marcuse. Goed mogelijk dat u nooit van de man gehoord heeft. Hij is vooral bekend van het bespottelijke, door hem verzonnen concept ‘Repressieve Tolerantie‘.

Ik noem nog twee andere onderzoekers uit deze categorie 5. Een met de ongelukkige achternaam Fausto-Sterling. Die stelt dat “chirurgie bij interseksuele baby’s moet wachten tot het kind een weloverwogen beslissing kan nemen en bestempelt chirurgie zonder toestemming als genitale verminking“. (Een citaat uit haar boek ‘Sexing the body‘. Pagina 62, uitgave 2000). Dat is nogal een bewering.

Het lijkt wel of er hier geen rekening gehouden wordt met geboorteafwijkingen die zó ernstig zijn, dat het kind onmiddellijk geopereerd moet worden omdat het anders heel snel overlijdt. Denk bijvoorbeeld aan een kind zonder uitgang om te plassen. Mij doet het ook denken aan een kwetsbare jongen die ik persoonlijk ken en die geboren werd met een hart waar de aderen en slagaderen verkeerd aan vast zaten. Hij ging direct onder het mes, en nog steeds is het de vraag of hij zijn 20e verjaardag zal halen.

Het is best pijnlijk dat de auteur niet op de hoogte lijkt te zijn van dit soort lijden of, nog pijnlijker: dat leed zou bagatelliseren. Nóg veel pijnlijker indien zelfs gesuggereerd wordt dat eigenlijk geen enkele lichamelijke afwijking beschouwd mag worden als een handicap. Die vreemde suggestie dat er eigenlijk geen geboorteafwijkingen bestáán, kom je ook wel tegen in een andere context dan van genitale afwijkingen.

Tegenwoordig is er TV-reclame voor ‘Bio vakantieoord‘. Vroeger bekend van collectebussen in bioscopen, tussen de (gewone) reclame en de hoofdfilm. Een meisje zegt in die reclame dat ze niet beperkt is maar beperkt wordt. Ze zegt er niet bij door wie. Hier kan het alleen gaan om mensen die niets in de collectebus doen …

De derde onderzoeker uit deze categorie is ene Van Heesch. Over een boek van deze auteur meldt de Bol.com tekst :

Door het herschikken en interfereren van de kennis uit de levensverhalen met de kennis uit medische narratieven ontstond een meervoudig perspectief. Zo werd duidelijk dat medische interventies in geval van geslachtsvariaties verantwoord werden in een asymmetrisch kennisnetwerk dat doordrongen was van paradoxale boodschappen.

Een indrukwekkend bedoelde woordenbrij, die echt niet verzonnen is door iemand van Bol.com!

Schofferen
Ik vind het misdadig naïef om je politieke opvatting te funderen op wensdenken. En al helemaal wanneer dat wensdenken ook het instellen van een EU- of zelfs wereldregering omvat. Een wereldregering die binnen afzienbare tijd een einde zal maken aan al het leed. Een wereldregering die mogelijk zelfs het leed uit de hele geschiedenis van de mensheid achteraf gaat verzachten. Daarom besteed ik hier voor wat die noten betreft verder alleen nog aandacht aan die laatste categorie. Die omvat noten die naar drie auteurs verwijzen. Respectievelijk 5, 4 en 1 keer. Ik beperk me tot die eerste twee: Van Lisdonk en Keuzenkamp.

Beide auteurs hebben opvattingen die sterk verschillen van die van mij, maar uit de teksten waar de drie Tweede Kamerleden naar verwijzen wordt ook duidelijk dat zij wél oprecht geïnteresseerd zijn in de realiteit. Een voorbeeld aan de hand van een citaat uit de tekst ‘Leven met intersekse‘ van Van Lisdonk. Uit een interview. Pagina 54.

Uit onwetendheid worden er soms rare vragen gesteld of denkt men dat iemand lesbisch of transgender is. Dat vinden sommige mensen met intersekse/dsd kwetsend, omdat dit laat zien dat men hen als ‘anders’ ziet. Jacqueline maakte mee dat iemand haar vergeleek met een bekende transseksueel en vond dat heel heftig: Nou ja, dat ze mij met een transseksueel vergelijkt. Dus toch… […] Ja, dat mijn collega mij daarmee vergelijkt, vind ik kwetsend. Ja, dat raakt me, merk ik nu. Dat is dus wat ik niet wil. Dat wil ik niet zijn. Ik vind het best dat die mensen er zijn en dat ze hun dingetje doen. Prima. Maar ja, ik denk van: ik ben toch niet zo? Ik wil hetzelfde zijn als jij. Ja, zo ziet ze dat dan toch niet, denk ik. Dat is een bevestiging dat ik dan toch anders ben of zo.

Van Lisdonk erkent dus dat er direct betrokkenen zijn die heel nadrukkelijk en expliciet het op een hoop gooien van die twee groepen verwerpen. En, misschien nog wel pijnlijker, in noot 2 citeert het drietal Van Lisdonk aldus:

De bejegening van intersekse personen door anderen kenmerkt zich vooral door ongewenste reacties die voortkomen uit onwetendheid, ongemak en onbegrip.

Deze zin is correct geciteerd. Alleen letterlijk echter. In de direct erop volgende zin lezen we namelijk:

Op basis van dit verkennende onderzoek ontstaat de indruk dat de geïnterviewde mensen met intersekse/dsd (differences or disorders of sex development) wel te maken krijgen met ongewenste reacties, maar dat ze dit niet ervaren in termen van non-acceptatie of discriminatie. Harde afwijzing lijkt nauwelijks voor te komen.

Twee voorbeelden van Keuzenkamp. Citaat:

De reacties van de beste vriend(in) en die van andere vrienden zijn in verreweg de meeste gevallen positief (zie tabel 3.5). Tegelijkertijd blijkt dat de vriend(inn)en niet altijd op de hoogte zijn van het feit dat de respondent transgender is.

Keuzenkamp doet ook niet aan het verhullen van het gegeven dat ‘pogingen tot zelfmoord’ even vaak voorkomen bij ‘transgenders’ die (nog) niet en die al wel ‘behandeld’ zijn: 3%. De wijze van verkeerd citeren van Van Lisdonk en Keuzenkamp is niet alleen onbehoorlijk in de richting van de Nederlandse bevolking maar in wezen ook schofferend jegens die onderzoekers.

Peanuts
De vreemde manier waarop het drietal omgaat met de teksten waar ze in de noten naar verwijzen, valt in het niet in vergelijking met de verbijsterende manier waarmee ze omgaan met de cijfers daarin. Ze maken een ontluisterende rekenfout; een dubbele eigenlijk. Die rekenfout is echt van hen: hij is niet te vinden in de door hen geciteerde teksten.

De bronnen waar ze naar verwijzen geven (wellicht correct) aan dat het totaal aantal mensen dat een intersekse lichaam heeft ongeveer 1 op de 4500 zou zijn. Omgerekend 0,022 procent. Dat onderzoek is internationaal en het drietal gaat dat gegeven ‘toepassen’ op de (omvang van) de Nederlandse bevolking en komen met de bewering dat Nederland circa 85.000 intersekse mensen zou tellen. Ook in de hogere klassen van het VMBO zou dit een onvoldoende opleveren.

In eerste instantie valt de fout ietsje minder op omdat ze in wezen twee rekenfouten maken. Eerst maken ze de fout om 0,022 procent niet te lezen als percentage maar als deel van de bevolking. Een factor 100 verkeerd dus. Die rekenfout zou resulteren in 0,022 x 17.400.000 (de bevolking van Nederland van een aantal jaren geleden) = 382.000. Ze melden in hun eigen tekst zelf ook nog welke tweede fout ze gemaakt hebben. Een factor 0,022 hebben ze omgezet niet in (ongeveer) 1/50ste maar in 1/200ste!

Maar laat aub ook bezinken dat deze fout dus door een drietal leden van de Tweede Kamer gemaakt werd. Eerst is een van hen gekomen met die onwezenlijke ‘vergissing’ met cijfers en die andere twee hebben niet de moeite genomen om het na te rekenen! Ook voor hen is blijkbaar rekenen ‘niet hun ding’.

De vraag is of taal wél hun ding is. Op bladzijde 10 van de MvT lezen we bijvoorbeeld:

De initiatiefnemers willen de genoemde doelen bereiken door in de tekst van de wet te expliciteren dat geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie onder de grond geslacht.

De tekstverwerker protesteert hier niet tegen: die gaat er vermoedelijk van uit dat ‘geslacht’ hier een werkwoordsvorm is, maar in het tweede deel van de zin ontbreekt dus gewoon het werkwoord. Wederom een pijnlijke illustratie van hoe weinig kritisch het drietal ook voor wat betreft taal naar elkaar was. Maar ook dat is nog niet alles. De MvT rept van de zogenaamde “Jogjakarta Beginselen” en geeft een link daarnaar in een noot. Ze beweren dat de Nederlandse regering de beginselen van deze vreemde organisatie van ambtelijke activisten onderschrijft, maar geeft daarvan géén onderbouwing in een noot.

Bijna elke zin van de MvT doet mij de tenen krommen dan wel de wenkbrauwen fronsen. Ze schrijven bijvoorbeeld over ‘fysische anatomie’. Je voelt onmiddellijk aan dat dat wringt, maar misschien niet direct wáár. Dat komt pas wanneer je je afvraagt: bestaat er dan ook niet-fysieke anatomie? Nee. Die bestaat niet. Twee woorden zijn achter elkaar geplakt die allebei wat moeilijk klinken, maar in combinatie juist onzinnig zijn. Op ettelijke plaatsen valt te lezen: “.. een aantal personen geeft aan“. Dat kunnen er dus twee zijn. Dat kan zelfs heel goed. Het gaat dan namelijk specifiek om een onderzoek waarin 460 mensen een enquête hebben ingevuld, maar waarvan er vervolgens slechts 10 zijn geïnterviewd!

XXY versus XYY en de voortplanting
Iets minder streng ga ik nog even terug naar aantallen en berekeningen. Door het totaal aantal Nederlanders (van een paar jaar geleden) te delen door 4500 kom je op een schatting van circa 4000. Slechts 4000 in plaats van die 85.000 waar de drie auteurs over schrijven.

Daaruit valt ook op te maken dat bepaalde groepen mensen niet meegeteld zijn. Mensen bij wie letterlijk in elke lichaamscel te ‘lezen’ is dat ze afwijken van dat – door het drietal verafschuwde – ‘binaire model’. Aan elk van die beide afwijkingen ‘lijdt’ een op de 1000 mannen. Die afwijkingen heten: syndroom van Klinefelter en syndroom van Jacobs. Ze hebben een of zelfs twee Y-chromosomen en zijn dus mannen (XXY dan wel XYY chromosomen). Dat zijn er dus samen zo’n 17.400 van in Nederland. Die twee syndromen gaan gepaard met sterk verschillende symptomen. Bij de ene groep is bijna 100% kans op onvruchtbaarheid, bij de andere bijna nul.

Hoe onwerkelijk toch dat in een stuk waarin een “Mensenrechtencommissaris” geciteerd wordt die rept van “fundamentele rechten als lichamelijke integriteit, reproductie en zelfbeschikking van […] personen [die] systematisch worden geschonden” deze syndromen niet genoemd worden! En dat terwijl de MvT op zes plaatsen over “kenbaarheid” schrijft …

Wat dan wel?
Zouden die XXY-mannen trouwens zitten te springen om wetgeving om hen meer in de spotlights van het politieke toneel te plaatsen? De vraag stellen is haar beantwoorden.

Het is zo fout om op theatrale wijze “verminderd psychosociaal welbevinden” dan wel “onbekendheid” op te voeren als schending van mensenrechten. Of om in deze context te beginnen over die bizarre, maar nauwelijks ziekelijk te noemen hobby van het je verkleden als iemand van de andere sekse. Een hobby die overigens beslist niet verboden zou moeten worden indien gepraktiseerd in een omgeving van ‘consenting adults’.

Omvat dat bizarre begrip ‘gender-expressie‘ nog iets anders dan die travestie-avondjes? Valt exhibitionisme er ook onder? Tijdens het Amsterdamse Pride-festival van 2022 werd er ook aan publiek ‘rimmen’ en ‘fistfucking’ gedaan. Waarom valt dat niet onder ‘gender-expressie’? Of valt dat er alleen tijdens de Pride-week onder? En nudisme? Er is geen enkele twijfel mogelijk over de vraag waarom nudisme niet onder ‘gender-expressie’ wordt gerangschikt: nudisten zijn wél serieus, maar ze drammen en jammeren niet.

Om misverstanden te voorkomen: ik ben van mening dat er zeker aandacht besteed moet worden aan “verminderd psychosociaal welbevinden“. Dat gebeurt ook. En er bestaan allerlei vormen van therapie. Wellicht zou “psychosociaal welbevinden”, meer dan nu al gebeurt, bevorderd kunnen worden in zelfhulpgroepen van patiënten; Uiteraard per aandoening. Of door praatgroepen van lotgenoten, wanneer het gebruik van de term ‘patiënt’ mensen zou afschrikken. Laat de politiek, en zeker de officiële partijpolitiek, zich daar alstublieft, alstublieft buiten houden.

Wat nu?
Wat te doen met de naderende behandeling van het echte wetsvoorstel dat volgens de planning nu reeds op 27 en 28 september in de Tweede Kamer aan de orde komt?

Een van de schrijvers van dat initiatiefwetsvoorstel heeft het inmiddels geschopt tot voorzitter van de Tweede Kamer. Het is de meest partijdige voorzitter die de Tweede Kamer tot nu toe gekend heeft. Zij opereert niet als leider van de controle van de uitvoerende macht maar als iemand die de Britten aanduiden als ‘whip’. Letterlijk vertaald betekent dat ‘zweep’, maar men doelt daarmee op degene die de fractiediscipline bewaakt. Een fanatiek anti-democratische figuur eigenlijk.

Bergkamp bewaakt niet zo zeer de discipline in de fractie van D66. Die staat immers als één man/vrouw/overig achter hun Leider. Bergkamps ambitie reikt verder, veel verder. Verder zelfs dan het disciplineren van de parlementariërs van de regeringspartijen en hun loyale linkse ‘oppositie’. Haar ambitie is om met name de echte oppositie te bedwingen.

Het lijkt dus zo goed als uitgesloten dat het wetsvoorstel in een stemming verworpen zou worden. De enige kans dat die vrouwenhaat niet in de wet wordt vastgelegd, zit in verder uitstel van de behandeling. Uitstel tot na de val van RutteIV en de erop volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer.


PS: de afbeelding boven dit stuk is een screenshot van een Engelstalige, Nederlands ondertitelde video op de nieuwe website Old Dutch Painter. Daar valt die video in de subcategorie ‘Meanwhile In The Netherlands‘. De betreffende video gaat vooral over het internationale karakter van die transgenderisme-agenda.
PPS: Over transgenderij schreef Groenendijk hier op VoL zes jaar geleden dit stuk.

PPPS: Een kortere versie van dit stuk is ook aangeboden aan de organisatie ‘Voorzij‘: de organisatie die in Nederland alarm slaat over het transgenderisme.

6 reacties

  1. Gerrit Joost schreef:

    XYZ, LGHTBI, GEK, ONZIN – het stuk laat zien hoe slecht onderbouwd de wet is. Het niveau van de indieners wreekt zich. De wet zal toch wel worden aangenomen, wie van het kartel durft tegen te stemmen?
    – ben voor persoonlijke integriteit. Kunnen we op basis van de nieuwe wet de prikjes weigeren? Kan de QR-code als onwettelijk worden gekwalificeerd? Zo ja, dan heeft de nieuwe wet ook bepaalde voordelen.

  2. Grapjas schreef:

    Man, vrouw, gestoord.
    Dat leert de natuur ons.
    En geen wet die het normale deel van de mensheid dwingen zal abnormaliteit te verheffen tot standaard.
    En dan na deze wet? Kan een hetero-man worden aangeklaagd wegens discriminatie indien hij weigert met een travestiet (want dat is een man in een jurk) te daten?
    Ga weg.
    Linksdenken is een serieuze metalen aandoening.

  3. Grapjas schreef:

    Autocorrect.
    Excuus.
    “MENTALE” aandoening.

  4. Gerrit Joost schreef:

    @ Grapjas – dacht al, wat voor metalen? Zoiets als conservenblik ziekte of aluminiumfolie neurose of kippengaas pukkels…

  5. de andere wang schreef:

    Dank voor het goed uiteen gezet stuk. Precies wat ik al vermoedde. Het gaat om een erg kleine groep en om niet duidelijk te markeren grenzen. Het lijkt op wetgeving die er alleen komt om te deugen. Niemand durft of kan hier in een democratie tegen te zijn. Terwijl het land hier niks mee opschiet. Dit laat duidelijk zien wat er gebeurt als een democratie te ver doorschiet. De omgekeerde wereld. Ieder z’n eilandje, en niet de meerderheid beslist maar de minderheid. Ik noem het de zieligheidsdemocratie. Toch vrees ik dat dit niet zal stoppen. Het is niet tegen te houden. Dit is de schaduwzijde van onze openheid en toegankelijkheid

  6. yukio schreef:

    Het aanwijzen en definieren van zaken en personen heet in het postmoderne denken ‘terreur’. [Bij de massa bekend als ‘in hokjes stoppen’] Samen andere ondergangsontwikkelingen – waaronder het Marxistische gelijkheidsbeginsel, het relativisme, het situationisme etcetera – zijn ze voortbrengselen van een en dezelfde bron: het opgeven van de notie van ‘waarheid’.