DE WERELD NU

Tactiek & strategie van politieke invloed – de stand van zaken

De PVV wordt wel een one-issue partij genoemd, een stel populisten. Daarmee doelt men vanzelfsprekend op het I&I-debat, op welk terrein de PVV het politieke speelveld soeverein domineert. Dat is een grove onderschatting van de politieke werkelijkheid, en van het soort partij dat de PVV eigenlijk is.

Bij de laatste TweedeKamer-verkiezingen verscheen de partij vrij plotseling met een sociale paragraaf, die sterk was gericht op het eertijdse PvdA-electoraat. De PVV maakte zich hard voor een bescherming van de pensioen- en AOW-leeftijd, en ook ontslagbescherming werd opgenomen onder de speerpunten.

Dit leidde tot grote verwarring onder de linkse partijen, die de politiek nog steeds beschouwden als een ééndimensionale groepering rond sociaal-economische issues. Tot verbijstering van Links maakte de partij in de onderhandelingen over het gedoogakkoord haar stellingname te gelde voor zover dat binnen de mogelijkheden lag (en succesvoller dan het I&I-standpunt).

Vanuit strategisch oogpunt had de PVV er groot belang bij om salonfähig te worden, en steun aan het CDA/VVD-kabinet was de logische weg. Niet alleen omdat men dan de eigen ideeën via onderhandelingen met de regering beter kan realiseren, maar eerst en vooral omdat het maatschappelijk debat hierdoor een ruk naar rechts maakt. Het is een onvermijdelijk proces, dat voor de linkse partijen veel bedreigender is dan ze lijken te beseffen.

Angst
De maanden van angst aanwakkeren, waaraan de linkse partijen zich in de periode van de kabinetsformatie schuldig hebben gemaakt, heeft méér voor de acceptatie van de PVV als volwaardige gesprekspartner gedaan, dan de 6 voorgaande jaren als luis in de pels van het linkse establishment. Want nadat het kabinet Rutte aantrad, bleek het licht in Nederland nog steeds iedere morgen aan te gaan, reden de treinen nog steeds slecht op tijd (en alleen naar voorheen al geprogrammeerde bestemmingen) en bleek de nieuwe coalitie er in de eerste plaats op uit om overbodige en kostbare franje weg te knippen.

Ook werd een aantal betuttelmaatregeltjes van vorige kabinetten teruggedraaid, een wapenfeit dat niet onderschat mag worden, ondanks de badinerende en bagatelliserende commentaartjes van iemand als D66-leider Pechtold. Het electoraat had zich in de praktijk tot dusver altijd neergelegd bij dergelijke hobbiewetjes, maar een niet onbelangrijk deel van het protest-electoraat hoopte desalniettemin altijd dat nieuwe protestpartijen hier wat aan zouden kunnen doen. Dat de PVV in dezen boter bij de vis leverde is een nieuw gegeven, dat de partij voor veel mensen geloofwaardig maakt.

Meerderheid 1e Kamer
Met de Senaatsverkiezingen achter de rug is er nu een kleine meerderheid voor rechts beleid, met behulp van de SGP. Dat is het absolute minimum dat benodigd is, maar de praktijk tot dusver heeft aangetoond dat kleine meerderheden – die een beleid steunen dat door de partners wordt gewenst – hechte verbanden scheppen. De wijze waarop de VVD afgelopen weekend de afschaffing van het wetsartikel over godslastering feitelijk om zeep hielp, na eerder al een scheut water bij de wijn rond de zondagsopenstelling te hebben gedaan, illustreert de wens van in ieder geval deze partij de hele kabinetsperiode vol te maken. Men heeft de SGP vooruit willen betalen, waarmee deze partij tot op heden programmatisch de grootste winnaar van deze kabinetsperiode is.

Bij het CDA is men eveneens doordrongen van het belang dat het kabinet een groot succes moet worden. Deze week kon uit de mond van fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma worden vernomen, dat het CDA verwacht nog wel een paar jaar nodig te hebben om zich te herstellen van de klap van de verkiezingen van 2010. Dat alle CDA-statenleden bij de Senaatsverkiezingen gisteren keurig de hen verstrekte stembriefjes invulden op de door de partij gevraagde wijze, illustreert dat dit besef intussen breed is doorgedrongen in de christendemocratische gelederen.

Alles lijkt er op te wijzen, dat het kabinetsprogramma het komende jaar zal worden ingevuld en als wetgeving gaat worden geïmplementeerd. Door zich een betrouwbare partner te tonen in de uitvoering van het gedoogakkoord wint de partij bovendien het vertrouwen bij grotere kiezersgroepen, iets wat zich in tussentijdse peilingen tot op heden vertaalt in potentiële winst ten koste van het CDA.

Toekomst PVV
Is dat alles fijn voor de PVV? Dat staat te bezien. In de eerste plaats zorgt de steun aan het kabinet dat men iets voorzichtiger dan tot op heden moet opereren in de richting van de regering. Nu laat het gedoogakkoord voldoende ruimte voor Geert Wilders om zich te profileren, maar nauwelijks om te doen wat hij zich eigenlijk ten doel heeft gesteld.

In de tweede plaats is de partij nog onvoldoend geworteld in het politieke spectrum om de kiezers het gevoel te geven dat zij er altijd al is geweest. Dit mag niet onderschat worden, het is bijvoorbeeld de enige reden dat de PvdA nog boven de 25 zetels staat. Objectief gezien zou 10 al teveel zijn. Hiermee wil ik dus vooral zeggen, dat de partij het nodig heeft voortdurend het electoraat te bespelen met haar voornaamste punten en doelstellingen. De gedoogconstructie is hiervoor nu eenmaal niet ideaal, al compenseert de implementatie van de eerste aanzetten van het gedachtegoed veel. Met het gedachtegoed komen we aan het cruciale punt dat ik in dit stukje maken wil.

Links meebewegen
Vorige week lekte de tekst uit die Job Cohen had uitgesproken in Oslo, op een internationale sociaaldemocratische conferentie. Tussen de opvattingen van de PVV en wat hij daar verwoordde zit praktisch gezien weinig tot geen licht, al zal het in de uitvoering wel nooit zover komen dat Cohen zich dat herinnert mocht hij aan de macht komen. Zoals we eerder hebben gezien, is de heroriëntatie waaraan het CDA zichzelf thans onderwerpt er eveneens een van een herwaardering van het standpunt dat men tot op heden had over de PVV-ideeën. Heel politiek Nederland heeft zich de afgelopen 12 maanden, al dan niet tegenspartelend, bewogen in de richting die de PVV heeft ingezet.

Daarmee is de eerste fase van de PVV-missie voltooid. Het in het regeerakkoord afgesproken beleid zal, met of zonder de PVV, worden uitgevoerd. Want de geesten zijn er nu rijp voor.

Enerzijds zal het onderscheidend vermogen van de PVV in de richting van het electoraat hierdoor afnemen. Anderzijds is de turn-around die de PVV heeft beoogd succesvol begonnen, geen geringe prestatie. Binnen wat mogelijk is, heeft de PVV hierdoor de komende jaren eigenlijk maar weinig extra te bieden. Extra tegenslagen die nieuwe bezuinigingen noodzakelijk maken zijn een groot risico, waarvoor men via het gedoogakkoord indirect mede verantwoordelijk kan worden gehouden.

Griekse crisis
Geert Wilders nam op die situatie vorige week in het debat over een extra steunoperatie voor Griekenland een voorschot. Hij dreigde dat het kabinet in geval van financiële moeilijkheden als gevolg van die maatregel niet bij de PVV hoefde aan te komen. Het gedraai van premier Rutte kwam de PVV daarbij uitmuntend uit, aangezien het belangrijkste wapen van de VVD naar het electoraat haar financiële degelijkheid is, iets waarvoor Rutte nu al munitie klaar legde voor zijn toekomstige electorale concurrenten. Wilders kan hem daar in opvolgen, een niet te onderschatten loefje, aangezien het juist die reputatie was, die de VVD vorig jaar de grootste van het land maakte.

Ongetwijfeld hoopt Rutte dat de Griekse rekening naar een verre toekomst kan worden weggeschoven. Als een soort kwartje van Kok. Gezien de internationale financiële situatie is dat een weinig waarschijnlijk scenario, maar Rutte heeft van uit zijn eigen perspectief weinig keus. Zoals ik vorige week al betoogde, een faillissement van Griekenland is heel wel mogelijk een opmaat naar een gedeeltelijk uiteenvallen van de (politieke) EU. Dat wil hij niet op zijn geweten hebben, maar het zal de VVD kwetsbaar maken bij volgende verkiezingen.

Volgende verkiezingen
Die zouden wel eens minder ver weg kunnen zijn dan men denkt. Over ten hoogste anderhalf jaar is de wetgeving die de PVV nu als concessies heeft losgekregen ver genoeg op streek om die te doen slagen, of is duidelijk dat een aantal zaken niet kan worden geregeld. Voor de PVV is de koek dan op. Daar komt nog bij, dat door de turnaround in de publieke opinie veel van wat de partij nu wil bereiken, ook door het linkse electoraat van haar voormensen zal worden geëist. Het kabinet de rit uit laten zitten, en deelnemen aan nieuwe bezuinigingen is een levensgevaarlijk risico, en dient verder geen doel.

Een paar jaar oppositie zijn vervolgens een geschikte gelegenheid om als oppositieleider gaten te schieten in nog steeds te soft beleid, dat een nieuwe centrum-regering zal gaan voeren. In dit scenario zal de PVV mogelijk al de grootste partij zijn, omdat zij een goede kans heeft de VVD af te slachten vanwege de financiële problematiek waarin de VVD het land heeft laten zakken. Maar ook een klein zetelverlies zal de positie van de PVV geen kwaad doen.

Of die centrum(linkse)-regering onder leiding van een PvdA of een CDA-premier zal staan doet in dat verband eigenlijk niet ter zake. Het zal geen regering zijn die lang zal blijven zitten, en een sterke gelijkenis vertonen met het veelgesmade Balkenende IV. Na een jaar of drie valt de regering, en zou de weg zo maar vrij kunnen zijn voor Geert Wilders.