DE WERELD NU

Sociale mobiliteit in de Middeleeuwen?

Corona, Black death, zwarte dood, Sociale mobiliteit in de Middeleeuwen

De vraag over aan- of afwezigheid van sociale mobiliteit in de Middeleeuwen kent vele facetten. Te beginnen met de diversiteit van het onderwerp. Toon Kasdorp over wordingsgeschiedenis.

Op het internet trof ik de volgende vraag met het bijbehorende antwoord aan:
“Why was there a social immobility of the three estates in Medieval Europe?
Matt Riggsby( answer):

Um…there wasn’t? Social mobility upwards (from the commoners to the nobility and, to a lesser extent, the clergy) was, certainly, limited. Social mobility is always limited. It requires wealth and social connections, and for anybody to obtain those things is always difficult.
However, the clergy were celibate and therefore not self-sustaining. They required constant mobility out of other classes in order to survive. Most of the clergy came out of the nobility, though a smaller proportion could rise up from commoners. And, of course, suitably clever and/or distinguished commoners could work their way upwards into the nobility.”

Ik denk dat iedereen die enigszins op de hoogte is van de Europese geschiedenis in de Middeleeuwen wat verbaasd zal zijn over deze mededeling. Hier klopt niets van. Dat priesters geen kinderen zouden hebben gehad in de Middeleeuwen was een vrome wens. In werkelijkheid waren er wel kinderen van priesters, die opvallend genoeg zelf ook weer vaak in die rol terecht kwamen. Een bekend voorbeeld is Erasmus van Rotterdam. Verder suggereert Riggsby dat er meer priesters uit de adellijke stand zouden stammen dan uit de zogeheten derde stand[1]. Ook dat is niet zo. Bisschoppen en andere hoge geestelijken waren vaak van adellijke afkomst, maar de overgrote meerderheid van de gewone dorpspriesters kwam uit de derde stand.

Dat gewone burgers in de adelstand werden verheven was allerminst een regelmatig gebeuren, zoals Riggsby suggereert. Hoe later de Middeleeuwen hoe zeldzamer dat verschijnsel. En dat je jezelf naar de adelstand ‘op kon werken’ is onzin. Het waren de hogere standen die erover beslisten en ze verhieven iemand alleen in de adel als die zich zo voorbeeldig had gedragen, dat zijn benoeming als een verrijking van de hogere stand werd ervaren. Wijding tot geestelijke ging gemakkelijker. Als iemand voldoende intelligentie en opleiding had werd hij al snel gewijd, want de behoefte aan geestelijken zowel voor de geestelijke verzorging van het volk als voor de scholen was groot.

Waar Riggsby zichtbaar geen rekening mee houdt is dat de Middeleeuwen een hele lange periode vormen waarin zich grote veranderingen hebben voltrokken. Als regel laat men de Middeleeuwen in AD 476 beginnen, met de val van Rome en eindigen in 1453, met de val van Byzantium. Ook wel in 1492, met de ontdekking van Amerika en de voltooiing van de Reconquista in Spanje.

De Renaissance, zoals de eeuw na de Middeleeuwen wordt genoemd, maar die lokaal eigenlijk al tijdens de Middeleeuwen begon, was een periode van grote veranderingen. De burgerlijke stand kreeg, mede door de komst van veel geleerden uit het oude Byzantium, een snelle vergroting van kennis en rijkdom. De invloed van adel en geestelijkheid nam af en de burgerlijke samenleving zoals we die nu kennen kreeg tijdens de Renaissance vorm. Vanuit Spanje en Portugal en later ook vanuit Engeland en Nederland vonden expedities plaats naar Amerika en Oost-Azië en werden grote nieuwe koloniale rijken gesticht. Binnen korte tijd was de wereld ingrijpend veranderd en werd aan de Middeleeuwen terug gedacht als een tijd van armoede en stagnatie.


  1. De derde stand is alles wat niet van adel is en geen geestelijke wijdingen heeft ontvangen. In het begin van de Middeleeuwen was dat vooral de plattelandsbevolking, later werden dat ook burgers uit de steden. Naarmate die steden rijker werden, zoals vooral in Noord Italië en de Rijndelta het geval was, werd de derde stand gedifferentieerder en kwamen er ook hogere geestelijken en zelfs pausen uit het rijkere deel van de burgerlijke stand.

Dit artikel over sociale mobiliteit in de Middeleeuwen verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.

1 reactie

  1. Frans Caleeuw schreef:

    In de Middeleeuwen was er in Vlaanderen, Zeeland, Brabant en Holland een trek van de veelal berooide lagere adel naar de steden. Stadslucht maakt vrij, luidde het toen. Als poorter van een stad vervielen al die oude feodale verplichtingen en kon men zich toeleggen op de winstgevende economie.