DE WERELD NU

Resultaten van sociologisch onderzoek

Onderwijssociologie, passend onderwijs, Sociologie, sociologisch onderzoek

Van veel sociologisch onderzoek voelde Toon Kasdorp zich ongelukkig. En hij legde graag uit waarom.

Volgens een sociologisch onderzoek van een paar jaar geleden was in het vreedzame Limburgse Maasdorp Kessel het leefklimaat voor kinderen meer verslechterd dan op welke andere plek in Nederland ook. De burgemeester was nogal verbaasd over deze uitslag, want zijn gemeente gold en geldt nog steeds in de wijde omtrek als een voorbeeld voor jeugdfaciliteiten. Zelf had hij van ontevredenheid van de kinderen of van hun ouders eigenlijk nooit iets gemerkt.

Die twee zaken, de uitslag van het sociologisch onderzoek en de reputatie van Kessel bij de eigen bewoners en de buurgemeenten zijn niet noodzakelijk met elkaar in strijd. Kinderen kunnen ongelukkig zijn terwijl de faciliteiten die de gemeenten hun bieden in alle opzichten oké zijn en het omgekeerde kan ook. Een gemeente kan bovendien in een enkel jaar hoog scoren op de indicatoren van sociologen, vooral als dat stijgingsindicatoren zijn, zonder dat er veel aan de hand is.

Zoals de burgemeester zelf al zei, als het aantal ongehuwde moeders in een dorp van 5000 inwoners van 1 naar twee stijgt, dan is dat een stijging van 100%. Iets soortgelijks geldt voor de geregistreerde jeugdcriminaliteit. Een dorpsveldwachter heeft bovendien meer tijd om het formulier “ter kennis van de politie gekomen” in te vullen dan de wachtcommandant in de Warmoesstraat in Amsterdam. Statistiek is een lastig vak en sociologen zijn er vaak niet zo goed in.

Mensen hebben geen instinctief gevoel voor de gegevens die statistisch worden verzameld en dat betekent dat er bij veel onderzoekers, vooral de onderzoekers uit menswetenschappen, geen lichtje gaat branden als er onzinnige conclusies uit hun gegevens rollen. Wetenschappelijke protocollen van sociologen bevatten maar sporadisch voorzorgen tegen dit soort verkeerde conclusies.

Niet representatieve steekproeven, suggestieve vragen of andere vormen van vervuiling van het onderzoek, onvoldoende rekening houden met statistische eigenaardigheden, optellen van harde en zachte cijfers en andere ongeoorloofde bewerkingen, het komt allemaal voor bij onderzoekers van bureaus als het Verwey Jonker instituut en dat is dan nog een van de betere instituten.

Niet voor niets protesteerde de oude mevrouw Verwey tegen haar vernoeming door Hans Boutellier[1]. Verstandige mensen zouden er vaker bezwaar tegen moeten maken als instituten ongevraagd hun naam gaan dragen. Gelukkig heten de meesten veel deftiger, zoals bijvoorbeeld Sociaal Cultureel Planbureau of Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Daar wordt niemands reputatie mee beschadigd. Maar hun rapporten worden er natuurlijk niet betrouwbaarder van.

Een van de mindere rapporten van de laatste organisatie, de WRR, was het verhaal dat de directeur van het IISG, Erik Jan Zürcher, heeft gemaakt ter gelegenheid van de aanvraag van Turkije van het lidmaatschap van de EU[2]. Turkije is een land dat in meerderheid islamistisch is en dus niet democratisch. Omdat hij zo terecht de islam zag als een hinderpaal voor de modernisering van zijn land heeft Moestafa Kemal Ataturk een democratische en republikeinse grondwet[3] gemaakt voor het nieuwe Turkije. Hij heeft zijn leger opdracht gegeven toe te zien op handhaving ervan. Iedere keer als de islamisten probeerden om Turkije terug te brengen op het islamitische pad greep het leger in en stelde de grondwetschenders buiten de wet.

Erik Jan Zürcher onderzocht deze gang van zaken en constateerde dat het in West Europa anders ging. In Duitsland bijvoorbeeld of in Nederland waren partijen als het CDA en de CDU gerespecteerde onderdelen van het democratische bestel en zo zou het in Turkije ook moeten zijn. Het leger moest terug in het hok en de islamisten hoorden in Turkije vrij baan te krijgen. Anders werd het niets met de toetreding van Turkije.

Erdogan en zijn volgelingen vonden dit prachtig en ze gaven Zürcher de hoogste Turkse onderscheiding die ze vinden konden. Het resultaat was dat het leger Erdogan zijn gang liet gaan en dat Turkije afgleed naar de positie van een soort Pakistan of Iran. Van een democratische en seculiere moslimstaat is geen sprake meer en Turkije’s lidmaatschap van de EU kan het op zijn buik schrijven.

Allemaal het gevolg van het rapport van Erik Jan Zürcher. Zo ziet U dat sociologie meer invloed heeft dan U ooit had kunnen denken, maar wel anders dan de sociologen zelf graag hadden gewild.


  1. Hoogleraar Veiligheid & Veerkracht aan de Faculteit Sociale wetenschappen van de Vrije Universiteit.
  2. Zürcher is later op zijn aanbeveling terug gekomen, maar dat maakt zijn eerder verhaal niet minder ongerijmd.
  3. Afgeleid van de Zwitserse grondwet.

Dit artikel over sociologisch onderzoek verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer over Job Cohen en de PvdA leest u hier en hier op Veren of Lood.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.