DE WERELD NU

Pronk, een mislukking

Vreemdeling, Pastorale 1943

Toon Kasdorp bekeek het boek van Jan Pronk over ontwikkelingshulp en mondiale armoedebestrijding uit 2007 nog eens. Zijn conclusies waren niet mals.

Wie wil weten waarom al die dure ontwikkelingshulp zo weinig gedaan heeft voor de mondiale armoedebestrijding moet het boek En Zorg Ervoor Dat Ze Ons Niet Vergeten van Jan Pronk lezen, dat in 2007 is uitgekomen.

Het is duidelijk dat deze oud-minister die, zoals op zijn website te lezen valt, de Nederlandse ontwikkelingshulp gestalte heeft gegeven, niet weet wat armoede is en wat haar veroorzaakt, dus ook niet wat er moet gebeuren om de wereldarmoede te bestrijden.

In dat boek is het de mondiale middenklasse die de schuld krijgt omdat die andere prioriteiten zou hebben dan de bestrijding[1] van armoede. Het wereld economische systeem moet worden veranderd, anders gaat het niet lukken vreest hij[2]. De middenklasse heeft geen belang bij zo’n verandering en daarom zal het de wereldleiders niet lukken hun belofte waar te maken om de armoede voor 2015 te halveren. Het is intussen 2017 en inderdaad de wereldarmoede is niet gehalveerd al is er in landen als China en India in die tijd wel veel aan gedaan.

De armoede was in 2015 niet gehalveerd, maar in sommige landen was zij substantieel afgenomen en in andere zoals de Arabische landen, Zuid Afrika en Venezuela was zij toegenomen.

De wereldarmoede is omgekeerd evenredig aan de mate van industrialisatie en recht evenredig aan de bevolkingsgroei van een regio. Dan zijn er factoren als geschooldheid, de mate van organisatie en discipline (werklust) van de bevolking. Grondstoffen en geld[3] doen er weinig toe maar politieke stabiliteit is weer wel een factor. Oorlogen vernietigen de povere kansen die er in de ontwikkelingslanden zijn, zoals de burgeroorlogen in bijvoorbeeld Oeganda en Angola hebben laten zien, twee zwarte Afrikaanse landen met een eerder bewezen potentie.

Aan al die dingen is van buiten af maar weinig te doen, maar toch wel wat. Als de rijke landen in plaats van 1% van hun inkomen ter beschikking te stellen van een corrupte elite in de derde wereld de wapenleveranties naar Arabische landen en naar Afrika beneden de Sahara hadden stopgezet was er met minder geld meer resultaat geboekt. Controle op wapenleveranties is mogelijk aan de bron, de wapenfabrieken en door beheersing van de handel via een internationaal lichaam. Het zou grote leveranciers – zoals Frankrijk – hun zelfstandige wapenindustrie kosten, want die moeten het hebben van de leveranties aan die arme landen. Maar de westerse wapenindustrie als geheel zou door samenwerking best kunnen overleven.

Kunstmatige handelsbarrières tegen leveranties uit de derde wereld zouden moeten worden afgebouwd, ondanks de protesten van de getroffen groepen in de westerse wereld, ware het niet dat het juist deze groepen zijn die met behulp van mensen als Pronk anti-globalistische demonstranten weten te mobiliseren..

Westerse maatregelen om de ontwikkeling van de derde wereld te steunen helpen niet om een reden die je Pronk nooit hoort noemen: met een voortgaande bevolkingsgroei is het dweilen met de kraan open.

Pronk heeft gelijk dat het niet de ondernemers zullen zijn die een rem op de mondiale bevolkingsgroei kunnen organiseren. Het is hun taak niet en hun onderlinge concurrentie laat daarvoor geen ruimte, maar overheden zouden het moeten kunnen. Ze doen het alleen niet. Als het westen te kort schiet in de armoedebestrijding dan is het niet de middenklasse die daar de verantwoordelijkheid voor draagt maar de bestuurlijke elite. Pronk, met andere woorden.


  1. In een interview dat hij in Trouw van 12 september van dat jaar gaf aan Willem Breedveld geeft hij wel toe dat er mensen uit de middenklasse zijn die zich met de armen verwant voelen en namens hen in opstand komen, want de armen doen het meestal niet zelf. Als voorbeeld noemde hij Palestijnse en andere terroristen. Maar de middenklasse als geheel kan niet tegen haar eigen belangen in handelen, meent hij. De niet uitgesproken conclusie is dat zij dient te verdwijnen om opheffing van de armoede mogelijk te maken
  2. De wereldbevolking overschreed ook toen al ruim de 6 miljard. Dat is meer dan tien keer zoveel als vóór de industriële revolutie. Zonder mondiale economie zou de bevolking van de ontwikkelingslanden verstoken blijven van de productie die deze extra vijf en een half miljard in leven houdt. Je zou niet willen weten wat de apocalyptische gevolgen zouden zijn van een ernstige verstoring van de wereldeconomie als waar Pronk aan denkt.
  3. Niet geld, maar de mogelijkheden om het nuttig te besteden zijn belangrijk. De olie bonanza in het Midden Oosten of in Nigeria doet maar weinig voor de armoedebestrijding in die regio


Auteur: Jan Pronk
Uitgever: Mets & Schilt
Nederlandstalig 77 pagina’s
ISBN: 9789053305881
Oktober 2007
Alleen tweedehands voor €5,99 – inclusief verzendkosten

 

 

 


Deze recensie verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

2 reacties

  1. Cynicus schreef:

    Pronk is een huichelachtige sinterklaas die graag geld uitdeelde aan allerlei rotlanden en dat geld was opgebracht door de hardwerkende belastingbetaler van Nederland. Pronk is een van de vele voorbeelden van salonsocialisten die graag geld afpakt van middenklassers en uitdeelt aan allerlei rotlanden die Nederland als het land van gekke Henkie zien. Overals werd Pronk hartelijk ontvangen omdat Pronk zakken met geld meebracht. Nu doet Ploumen hetzelfde. Ook Ploumen is overal heel erg welkom.

  2. Cool Pete schreef:

    Voorbeelden van de gevolgen van Pronk’s “beleid”:
    de armoede en de diktaturen van Bashir [Sudan], Zuma [S-A], Mugabe [Zimbabwe].