DE WERELD NU

Over de EU – Jérôme Heldring en Guy Verhofstadt

Corona & EU, snelle EU-steun, Corona fondsen, EU begroting, Corona fiasco, Over de EU

Over de EU zijn veel positieve dingen te zeggen. Helaas vergeet men maar al te vaak de negatieve aspecten mee te wegen, die er ook een onderdeel van zijn.

De relatie tussen Europa en de Verenigde Staten was een onderwerp dat de oude Jérôme Heldring nauw aan het hart lag. Hij maakte zich in de laatste jaren van zijn leven behoorlijk zorgen over de ontwikkelingen binnen het Atlantisch bondgenootschap. Hij schreef daar in goed Nederlands over en meestal ook wel sine ira et studio, maar zijn bezorgdheid was niettemin duidelijk.

Hij had weinig bewondering voor het gemak waarmee door politici als Nelie Kroes, de Belg Verhofstadt of de Duitser Cohn Bendit over Europa werd gesproken als over een entiteit die met een soevereine staat kon worden vergeleken of als een natie met een eigen nationaal bewustzijn.

Ook zou Heldring nooit met scheldwoorden als populist een substantieel deel van het electoraat buiten de grenzen van de democratie plaatsen, zoals Mevrouw Kroes dat deed.
Als volgens het verdrag van Lissabon de buitenlandse politiek voor een deel een zaak van Brussel is geworden, betekent dit nog niet dat Catherine Ashton op een legitieme manier de opvattingen van een Europese bevolking vertegenwoordigt. Zo denkt men er in Brussel over, maar niet in de rest van de wereld en ook niet in de lidstaten.

In de Belgisch Brusselse kringen, waar men onvoorwaardelijk achter de opvattingen van Guy Verhofstadt staat, wordt aangenomen dat de Europese federale staat, waar Monnet op gedoeld zou hebben, er nu daadwerkelijk komen gaat.

De twee vragen die Heldring zich naar aanleiding daarvan stelde waren of het wel aangaat dat dit als het ware achter de rug van de Europese bevolking om gebeurt en of het allemaal wel zo vast staat, die eenwording. Ik denk dat beide vragen terecht werden gesteld en in ontkennende zin moeten worden beantwoord.

Europa is niet monolithisch en, wat in dit verband belangrijker is, Amerika is dat ook niet. Beide delen van het westen hebben een verantwoordelijkheid voor de wereldvrede en de handhaving van een gemeenschappelijke kijk op de wereld en kunnen daarbij niet buiten elkaar. Hun opvattingen leggen meer gewicht in de schaal naarmate daarin meer ruimte wordt gegeven aan de diversiteit die altijd het kenmerk is geweest van de westerse beschaving. Wie van Europa een unitaire staat probeert te maken zaagt aan de tak waarop wij met zijn allen zitten.

Lees tegen deze achtergrond nu eens het manifest dat Guy Verhofstadt en Daniel Cohn-Bendit, respectievelijk leider van de Liberalen en van de Groenen in het Europese parlement, over Europa schreven. Dat geeft hun opvattingen goed weer en dan kunt U zelf constateren dat, wat Mevrouw Kroes daarover later in Buitenhof te vertellen had, geen hout sneed.

Verhofstadt wil wel degelijk een Verenigde Staten van Europa en hij zegt daadwerkelijk dat er niet meer verschillen zijn tussen de Europese naties dan tussen de staten van de VS. Dat laatste is zo manifest onwaar dat men zich af kan vragen hoe vaak Verhofstadt in de VS is geweest. Er bestaat in de VS een grote diversiteit in opvattingen, maar die is niet gebonden aan specifieke staten. In Oregon bijvoorbeeld, waar ik een tijdlang jaarlijks kwam, kunt U zowel de meest progressieve als de meest conservatieve Amerikanen aantreffen en dat geldt voor de hele West- en de Oostkust.

Het manifest was een pleidooi om snel door te grijpen met de oprichting van een federaal Europa en het afschaffen van de natiestaten. De federale unie moest bevochten worden op de tegenstribbelende lidstaten. Cohn Bendit en Verhofstadt vonden een Europese staatsvorming een noodzakelijke voorwaarde voor het oplossen van de bestaande economische crisis. Onder die oplossing verstaan ze onder meer de redding van de euro: ‘een staat kan wel zonder munt maar een munt niet zonder staat’.

Daarnaast is er het oplossen van de grote werkloosheid die in de Unie bestaat als gevolg van een gebrek aan concurrentiekracht. Die zou weer samenhangen met de vergrijzing, met een verslaving aan olie, met de overreacties van de financiële markten en een verkeerde manier om belangrijke economische beslissingen te nemen, te weten in marathonvergaderingen.

De twee vinden het een gotspe dat de EU nu overal de schuld van krijgt. De schuld ligt volgens hen bij de laffe, gemakzuchtige en kortzichtige regeringsleiders en staatshoofden. Als dat niet snel verandert ‘dreigt een geschiedenis van 2000 jaar te worden weggevaagd’.

Als U meent dat deze citaten berusten op een verkeerde vertaling van mijn kant dan moet U zich maar voor 15 euro de Nederlandse versie van het manifest aanschaffen. Het staat er echt allemaal in. Wat moeten we daar nu mee en met een mevrouw Kroes die dat soort opvattingen in haar thuisland kwam propageren?

In de eerste plaats bevestigt het een al langer bestaand vermoeden dat men in het Europese parlement en de commissie niet meer met beide benen op de grond staat. We hebben het hier over de leiders van twee belangrijke fracties in dat parlement. Wat ze in hun pamflet zeggen is onsamenhangend en ten dele ook aantoonbaar onjuist.

‘Als een munt onder vuur ligt, zoals de euro de laatste tien jaar, dan moeten er snel krachtige maatregelen kunnen worden genomen en daarvoor is een slagvaardige regering nodig’. Dat is geen pleidooi voor een krachtiger regering in Brussel. Dat zou het paard achter de wagen spannen zijn. Dat is een pleidooi voor het uit de euro treden van de landen voor wie de munt kennelijk te hard is, of andersom – voor landen die de euro een ongemotiveerd concurrentie voordeel geeft – om uit te stappen en zo de anderen meer lucht te geven.

In de Noordelijke landen bestond ook in de crisisjaren, geen werkloosheid van betekenis en in het noorden heeft iedereen een overschot op zijn betalingsbalans. Dat is mede dankzij de neerwaartse druk op de euro die van de crisis in de zuidelijke landen uitgaat.

Maar juist die verschillen tussen Noord en Zuid wijzen erop dat het een heel verkeerd idee was om twee zo verschillende economische regio’s van een zelfde munt te voorzien. De pogingen in Giekenland en Spanje om de crisis op te lossen zijn krampachtig en leiden niet tot een economisch herstel. Bezuinigingen op lonen en andere inkomens en het snijden in productieve uitgaven van de overheid leveren veel meer economische afbraak en publieke onrust op dan een devaluatie zou hebben gedaan.

Natuurlijk is het moeilijk als zuidelijke landen uit de euro stappen, het geeft handen vol problemen, niet alleen voor die landen zelf maar ook voor ons. Maar de ramp is nog veel groter als we de eurozone in zijn bestaande vorm handhaven. Daar komt het kort samengevat op neer.

Het zijn de zuidelijke landen die de problemen hebben en met hen de Unie als geheel. Als de noordelijke landen uit de euro zouden stappen, zou dat waarschijnlijk de beste oplossing zijn. De euro zou dan in waarde dalen en de zuidelijke landen zouden weer adem kunnen halen. De noordelijke landen zouden om het faillissement van de zuidelijke te voorkomen een deel van hun schulden over moeten nemen, maar het ziet er toch al naar uit dat dit onvermijdelijk is.

Dat we nu geen geschikt gremium hebben in Europa om dit soort belangrijke economische besluiten te nemen is zeker waar. Maar de vlucht naar voren die de twee Europarlementariërs voorstaan gaat niet werken.

De vergrijzing is in het noorden van Europa zeker zo sterk als in het zuiden, dus daar kan de eurocrisis niet aan liggen. Wat ze onder een verslaving aan olie verstaan is niet helemaal duidelijk. Is dit een pleidooi van het manifest voor een overschakelen op kernenergie? Kernenergie gebaseerd op thorium misschien in plaats van uranium, zodat we geen kernbomproblemen meer hebben en de afvalproblemen beheersbaarder worden?

De markten reageren tegenwoordig sneller dan vroeger maar vooral ook gelijkvormiger, omdat de marktpartijen allemaal met dezelfde soort programma’s werken. Dat heeft een soortgelijk effect als wanneer hun aantal zou worden beperkt. Dat is inderdaad niet gunstig, maar er valt weinig aan te doen. Afschaffen kan nu eenmaal niet en aanpassen is dus geboden.

Wat wordt er bedoeld met het wegvagen van twee duizend jaar geschiedenis? Hebben V en C het daar over de ruim 2500 jaar geschiedenis van Europa die begint met stadstaten in Griekenland en met Rome? Of over het moderne begrip Europa dat begint met Karel de Grote, ruim dertienhonderd jaar later? En wat heet wegvagen? Denkt men echt dat Europa te vereenzelvigen is met de Parijse voorstad Bruxelles??

Uiteindelijk hebben de heren op één punt gelijk: de besluitvorming binnen de Europese samenwerking deugt niet en de organisatie van de Unie moet nodig veranderd. Dat de bevolking van de Noordelijke landen zal toestaan dat hun staten worden opgeheven en vervangen door een Brusselse overheid met zo’n slechte track record als die van Verhofstadt en Cohn-Bendit, lijkt me erg onwaarschijnlijk.

Er is dus maar een goede oplossing: het afschaffen van de Commissie en het Europese parlement en de vervanging van die instituten door probleemgerichte organisaties als de ECB en het noodfonds en nog een tiental andere. Die organisaties moeten verstrekkende bevoegdheden krijgen onder controle van de lidstaten.

Ze moeten ook liefst niet in Brussel worden gevestigd om de idee van een federaal Europa eens en voor altijd uit de hoofden van de euroambtenaren en de europolitici weg te krijgen. Het is wonderlijk dat er nog zoveel mensen zijn die zich krampachtig vastbijten in een euro-model dat zijn onbruikbaarheid intussen wel heeft bewezen.


Dit artikel over de EU  verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.