DE WERELD NU

Nederlandse media – het linksliberale consortium

Amsterdam, Nederlandse Media

Alle Nederlandse media zijn in de grond links liberaal, constateerde Toon Kasdorp met een zeker fatalisme, en gaf een reeks voorbeelden.

In Nederland hebben we drie soorten kranten, de provinciale kranten, de grote landelijke dagbladen en de Telegraaf, de huis-aan-huisbladen en de treinbladen tel ik niet mee.

De provinciale dagbladen nemen het internationale en nationale nieuws over van de grote persbureaus, nemen deel aan een syndicaat voor commentaar op dat nieuws en voor de vaste rubrieken en concentreren zich zelf op lokaal en regionaal nieuws. Politiek zijn ze zo veel mogelijk neutraal.

De grote landelijke dagbladen hebben hun eigen correspondenten, journalisten en redacteuren voor hun rubrieken en ze zijn allemaal links liberaal. Ze hebben allemaal het zelfde format, NRC, Trouw, Algemeen Dagblad, Parool of de Volkskrant, of hoe ze ook allemaal heten, het maakt in wezen weinig of geen verschil. Ze lijken op elkaar wat betreft nieuwsselectie, commentaar en het soort rubrieken dat ze hebben, iets wat misschien pas opvalt als je ze met buitenlandse kranten vergelijkt. In Engeland lijken de Times, de Independent, The Guardian en de andere kwaliteitskranten ook wel op elkaar, maar bestaan er daarnaast ook nog andere soorten kranten.

In Nederland is het alleen de Telegraaf, die in haar eentje de derde categorie vormt en als landelijk dagblad anders is dan de rest.

Bij de televisie zijn de publieke omroepen te vergelijken met landelijke dagbladen en de commerciële omroepen met de Telegraaf. De Telegraaf brengt wat haar lezers interesseert of waar haar publiek achterstaat, de overige bladen brengen waar zij menen dat de lezers zouden moeten achter staan en wat hun zou behoren te interesseren.

De Telegraaf heeft een doelgroep waar ik niet toe hoor. De overige kranten hebben nog een vage ideologische of godsdienstige achtergrond, een overblijfsel uit het verleden, maar verder geen doelgroep in de commerciële betekenis van dat woord. Zij worden daarom ook gesubsidieerd. Wat ze schrijven interesseert me meestal wel, maar als het gaat over onderwerpen waar ik wat van weet betrap ik ze er regelmatig op dat ze slordig omspringen met hun feiten en partijdig zijn in hun commentaar.

Dat vinden ze zelf niet. De grote media in Nederland hebben een gevoel aan de zijde van de manifeste waarheid te staan, een gevoel dat niet gebaseerd is op dossierkennis en analytisch vermogen, maar op het hebben van de juiste overtuiging. De grote Nederlandse media zijn politiek correct.

Onze kranten en omroepen staan voor democratie en mensenrechten, ze steunen Amnestie International, Greenpeace en het Dierenbevrijdingsfront. De journalisten zijn in meerderheid aanhangers van de PvdA, Groen Links, de SP en D66, minder van het CDA en maar zelden van de VVD.

Neoconservatieve journalisten kunnen werken voor de Telegraaf en HP de Tijd, maar merkwaardig genoeg niet voor de commerciële omroepen. Die zoeken hun commercieel georiënteerde aanhang niet op door het aanbieden van alternatieve politieke overtuigingen maar met porno en geweld in hun films en televisiespelen. Commerciële omroepen hangen de heersende politieke mening aan, ongeacht de inhoud. Afwijkende politieke of sociale opvattingen zijn bij RTL of Veronica ongewenst, al is politiek er geen belangrijk issue.

Jan Mulder en Barend en Van Dorp waren prototypes van politiek-sociaal gekleurde correctheid, maar ze mengden hun interviews met sport en onderbraken ze met pop. De VPRO is nog steeds de enige omroep die sociaal en politiek iets anders gekleurd is dan de rest, maar eigenlijk zijn ze alleen maar iets moderner en voorlijker, koploper meer dan wezenlijk iets anders.

Peter R. de Vries van SBS6 is misschien een uitzondering, maar dat is toeval. Hij is misdaadverslaggever en wordt niet ingehuurd voor zijn politieke of sociale commentaar. Hij is er als het ware tussendoor geslipt: geen establishment. Die massale gelijkvormigheid van de Nederlandse politiek heeft iets bijzonders, die vind je in het buitenland niet..

Nederland heeft al eeuwen lang het karakter van een grote stad die bestuurd wordt door een grote gemeenteraad, samengesteld uit regenten, die wel hun onderlinge geschilletjes hebben maar in grote lijnen het overal met elkaar over eens zijn. Ons kiesstelsel, dat altijd resultaten pleegt op te leveren die samenwerking noodzakelijk maken past daar goed in.

Nederland is verdraagzaam, zoals Connie Palmen ooit zei, gelukkig maar. Het heeft met name sinds de Tweede Wereldoorlog een dwingende verdraagzaamheidsideologie gehad met de ingebouwde paradox dat die verdraagzaamheid niet betoond kan worden tegen landgenoten die niet dezelfde correcte denkbeelden proclameren als de rest. Vreemdelingen mogen dat weer wel, want hun afwijkende denkbeelden storen niet de kostbare eensgezindheid in onze delta. Wie niet links liberaal is wordt niet alleen als politiek deviant beschouwd, hij is ook ethisch niet OK, of hij is buitenlander.

De media hebben een taak als hoeder van De Nederlandse ethiek en van het bestel. De Telegraaf is een ongevaarlijke uitzondering want zolang Nederland in grote meerderheid links liberaal is en de Telegraaf hier haar geld moet verdienen is De Telegraaf niet gevaarlijk anders. Iets minder links misschien dan de rest maar zeker zo liberaal, Neerlands loyale oppositie, maar toch onderdeel van het systeem.


Dit artikel over de Nederlandse media verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier

1 reactie

  1. H. Numan schreef:

    “Nederland heeft al eeuwen lang het karakter van een grote stad die bestuurd wordt door een grote gemeenteraad”

    Dat klopt helemaal, en is niet toevallig. Ons huidige bestuursstelsel is een directe kopie van de Republiek der Verenigde Nederlanden, iets aangepast aan de modernere tijd.