DE WERELD NU

Nederlands vergeten oorlogen – Vlaanderen en Frankrijk

herfederalisering, Nederlands vergeten oorlogen, Vlaanderen

Het belang van Nederlands vergeten oorlogen is ook dat ze vaak aan de basis van de ontstaansgeschiedenis van Nederland liggen. De middeleeuwse opvolgingsstrijd in Vlaanderen laat dat goed zien.

Zoals we in een vorige aflevering al zagen is de oorsprong van Nederland deels te vinden in de belangrijke geografische positie, gekoppeld aan de relatieve afstand tot de machtskernen van zowel de Duitse als de Franse opvolgrijken van de Karolingen na het Verdrag van Verdun (843). Formeel behoorde het grootste deel tot wat later de Lage Landen zouden worden (in de 16e eeuw begon deze samenvoeging weer als de Bourgondische Kreits) tot het Duitse keizerrijk.

Met één belangrijke uitzondering: het graafschap Vlaanderen (formeel ook het nog zuidelijker gelegen Artois, maar dit had zich – evenals de regerende graven – sinds lang al volledig op Frankrijk gericht), dat al in de 12e eeuw een economisch powerhouse was, met een weinig stabiele regerende dynastie. Het eerste Vlaamse gravenhuis stamde uit de Karolingische periode, maar raakte in de 11e eeuw meer en meer verwikkeld in de diverse regionale dynastieke conflicten in het naburige Duitse rijk. Juist in deze periode stelde de macht van het Duitse keizerschap nog wel iets voor, maar was de macht van de Franse koningen nog zeer beperkt. Bij weinig Duitse keizers was na de 10e eeuw veel belangstelling te bespeuren voor de Lage Landen – Italië en de oostgrens waren van groter belang.

Het graafschap Vlaanderen omstreeks 1350.Dat schiep een klimaat waarin de Lage Landen zich onafhankelijk konden ontwikkelen waar de Vlaamse graaf door zijn sterke economische positie ook een rol in spelen kon. Dit  ondanks dat dat een grensoverschrijdende politiek betekende. De rol van de Vlaamse graaf in de politieke ontwikkelingen in Frankrijk bleef beperkt, hoewel de Franse koningen zich zeer bewust waren dat hun noordelijkste leenman zich zeer onafhankelijk gedroeg.

De eerste problemen voor het Vlaamse gravenhuis ontstonden juist als gevolg van een al te succesvolle politiek over de grens. In 1070 overleed graaf Boudewijn VI, en diens jonge zoon Arnulf III kwam onder voogdij van zijn moeder Richilde, die als gravin ook regeerde in het met Vlaanderen concurrerende Henegouwen. De broer van Boudewijn, Robrecht de Fries, regeerde op dat moment in het graafschap Holland als voogd voor de minderjarige Dirk V, en legde een claim op de graventitel. De impopulariteit van het regentschap van Richilde bij de Vlaamse adel (door de Henegouwse connectie) bood hem daartoe de kans.

Doordat Holland een sterk in macht en aanzien groeiend graafschap was, beschikte Robrecht ook over de middelen, en hij maakte daar gebruik van door vrijwel direct Vlaanderen binnen te vallen. Ook steden als Gent en Brugge schaarden zich aan de zijde van Robrecht. Hierop vormde zich een coalitie van regionale machten waarin ook de Franse koning Filips I deelnam, en via een omweg zelfs Willem de Veroveraar – hertog van Normandië en koning van Engeland sinds 1066 – de belangrijkste vorst van West-Europa op dat moment. Robrecht de Fries vond daardoor tegenover zich.

Arnulf III van Vlaanderen
Richilde van Henegouwen
Willem FitzOsbern  – afgezant van de vrouw van Willem de veroveraar
Filips I van Frankrijk
Eustaas II van Boulogne

Zelf kon Robrecht daar alleen zijn Vlaamse en Hollandse troepen tegenover zetten. Beide partijen troffen elkaar in de Slag bij Kassel (22 februari 1071). Willem FitzOsbern en graaf Arnulf (bijna 16 jaar oud) sneuvelden en Robrecht won blijkbaar overtuigend. Richilde en haar tweede zoon, Boudewijn II van Henegouwen vluchtten naar Henegouwen, waar zij in de jaren erna in staat bleken om het graafschap Henegouwen voor Boudewijn veilig te stellen.

Robrecht de Fries werd na de slag bevestigd als de nieuwe graaf van Vlaanderen, en wist via diverse overeenkomsten zijn positie veilig te stellen. Zijn nakomelingen zouden Vlaanderen tot 1119 regeren. En dat had een tweede oorlog om de Vlaamse opvolging tot gevolg. Graaf Boudewijn VII die in 1119 kinderloos stierf werd opgevolgd door ver familielid Karel. die regeerde tot 1127. Maar aangezien ook deze Karel I kinderloos stierf moest er in opvolging worden voorzien.

De Franse koning Lodewijk VI gebruikte op dit moment zijn recht om over de opvolging te beslissen en benoemde Willem Clito tot graaf. Er bleek echter een tweede pretendent te zijn, die eveneens afstamde van het Vlaamse gravenhuis, via Diederik II van Lotharingen. Dit was Diederik van de Elzas. Binnen Vlaanderen was veel oppositie tegen al teveel invloed vanuit het Franse koninkrijk (iets dat later ook de Duitse keizers zouden bemerken toen zij leken te domineren), en Gent, Brugge, Rijsel en Sint-Omaars, plus een aantal edelen vroegen Diederik om graaf van Vlaanderen te worden.

De Franse koning bemoeide zich actief met de strijd, maar nam weer afstand toen de Engelse koning (met afstand de machtigste leenman in Frankrijk, en een stuk machtiger dan Lodewijk VI)) Diederik steunde. Het belang van de Engelse koning in Vlaanderen was ook toen al de wol verwerkende industrie in Vlaanderen, die de lange band tussen beide gebieden bestendigde.

De oorlog zelf verliep niet gunstig voor Diederik, maar de vrij plotselinge dood an Willem Clito beëindigde het conflict. in 1132 bracht Diederik de leenhulde aan Lodewijk VI, waarmee hij ook eventuele aanspraken vanuit Henegouwen (waar de nakomelingen van Boudewijn VI en Richilde nog steeds regeerden) wist te smoren.

Via kleindochter Mathilde van Diederik zouden beide graafschappen eind 12e eeuw toch samengevoegd worden, om begin 15e eeuw via huwelijk en vererving in de Bourgondische handen van Filips de Stoute te komen.

Op dat moment leek het er veel van weg  te hebben dat het oude Lotharingse Middenrijk zich weer heroprichtte, zij het ditmaal onder Franse voogdij. Hoe anders zouden de zaken de navolgende tweehonderd jaar verlopen!


Eerdere afleveringen van deze onregelmatig verschijnende serie over Nederlands vergeten oorlogen vindt u hier.

1 reactie

  1. Gerrit Joost schreef:

    Weer interessant. Met dank. – Wat me opvalt (vroeger op school viel me dit niet op) is dat er in de oudheid vaak vrouwen aan de touwtjes trokken, zoals in dit verhaal Vlaamse Gravin Richilde. Jacoba van Beieren was dus niet de eerste Gravin.