DE WERELD NU

Mart Smeets en de sores van de wielersport

Mart Smeets

Wie indertijd het interview met Mart Smeets gezien heeft over de dopingzaak Lance Armstrong moet behoorlijk in verwarring zijn geraakt. Wat wilde hij nu eigenlijk zeggen?

Dat Armstrong doping gebruikt heeft, daar kun je moeilijk om heen. Tien van zijn vorige ploeggenoten hebben tegen hem getuigd. Weliswaar in ruil voor strafvermindering maar toch. Er is geen reden om aan te nemen dat ze alle tien hebben gelogen.

Misschien dat Smeets, zonder het met zoveel woorden te zeggen, wilde suggereren: maar ze deden het toch allemaal! Dat is natuurlijk ook een feit. Niet alleen Hincapie en al die andere oud-ploeggenoten van hem, maar het hele peloton pakte doping. Ook al die mensen die de zeven keer dat hij won op de tweede plaats eindigden en op de derde en de vierde.

Wie het wielrennen een beetje volgt weet dat er verschillende keren door medische deskundigen is verklaard dat het godsonmogelijk is om de tour zonder doping uit te rijden met de gemiddelde snelheid die in de tijd van Armstrong werd behaald. Bovendien dat een poging daartoe erg ongezond zou zijn geweest. Je kunt dat nu ook goed zien, want de meest effectieve dopingmiddelen kunnen nu worden opgespoord. Toen de doping ontdekt en bestreden kon worden daalde de gemiddelde snelheid in het peloton opmerkelijk.

Misschien was Smeets zo over zijn toeren omdat hij met Armstrong bevriend was en vond dat het een heksenjacht was om die ene man er zo ostentatief uit te pikken. De stelling dat de strijd niet eerlijk zou zijn geweest toen hij zijn titels won is in elk geval onzin. Daarvoor had men aan moeten tonen dat hij anders en beter gedrogeerd was dan de rest, terwijl de rest toch tenminste zo goed fietsen kon als hij.

Nee, er is geen twijfel over dan hij de beste was in zijn tijd, net als Contador later. Die twee en al die andere niet-Franse toprenners uit het verleden zijn opgeofferd aan het commerciële belang van de wielersport. Men wilde overeind kunnen houden dat dopinggebruik een uitzondering was en dat het, waar het voor kwam, streng werd aangepakt.

Het wereldje was bang dat het publiek zich van de sport zou afkeren als openlijk werd erkend wat er gebeurde. Dat is natuurlijk ook precies wat Mart Smeets niet deed, dat openlijk erkennen en waarom hij zo merkwaardig overkwam in het interview. Hij hield overeind dat er pas wat aan de hand was als officieel door aanklager en aangeklaagde werd toegegeven en liefst door een officiële rechter was uitgesproken dat de wielersport niet deugde.

Hij wilde kennelijk zeggen dat het gedrag van Armstrong alleen verklaarbaar was omdat hij de sport wilde beschermen en dat het onfatsoenlijk was van de officials om daarop speculerend, hem in plaats van de sport in het beklaagdenbankje te zetten. Hij deed dat wat ongelukkig en houterig, vond ik, maar zo is hij nu eenmaal.


Dit artikel over Mart Smeets verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier.

1 reactie

  1. Jaan schreef:

    Doping is van alle tijden. Helaas werkt het wel. Hulde aan Toon Kasdorp door te erkennen dat de dopingwinnaars in wezen toch de beste renners waren. Je kunt zelfs met doping van een knol geen renpaard maken, maar het beste renpaard zal van de andere gedrogeerde renpaarden winnen. Allemaal namen ze destijds doping, Armstrong, Hinault, Boogert, Merckx waarschijnlijk. Voor de tijd van de epo in de tijd van Van Looy deden ze onder andere aan pikuren. Dan spoten ze een spuit in hun arm in de finale. Van pikuren krijg je een vette lever zei men in België. Tat klopte wel, als je de renners aankeek hadden sommigen een geel gezicht. Zelfs bij een gewone wedstrijd in Nederland verkleedden de renners zich eens bij een bakker en een journalist stond erbij. Hij bleef maar bij de renners en uiteindelijk nam er een een spuit. Hij verklaarde suikerziekte te hebben. daarna namen ze bijna allemaal een spuit. Bijna iedereen had suikerziekte. Het is niet alleen bij wielrennen. Atletiek is net zo erg. De kampioenen bij de langeafstandslopers doen aan extreem gewichtsverlies door injecties en twintig koppen koffie voor de wedstrijd. Sprinters doen aan spieropbouw en gebruiken hormonen voor de explosieve kracht.