DE WERELD NU

De kwestie Donner – seniliteit of schriftgeleerdigheid?

Over de aanleiding voor dit stuk schreef Hannibal vorige week vrijdag al. De reden dat Frans Groenendijk erop terugkomt is dat die tekst hem nog te vriendelijk was voor Donner.

Hannibal gebruikte in zijn stuk zelfs de term hoogverraad. De reacties eronder waren bekant nog scherper. Daarin werd nadrukkelijk verwezen naar de leeftijd van Donner (vandaar de term ‘seniliteit’ in mijn titel). Een van de meest intrigerende reacties bevatte de woorden: “eerlijkheid, daar kun je die slangachtige regenten niet op betrappen“, ze gebruiken “wise-cracks om iedereen te manipuleren“. De aanleiding voor dit stuk en dat van Hannibal was het jaarverslag 2016 van de Raad van State en dan meer in het bijzonder de ‘beschouwing’ daarin met de wonderlijke titel: De Raad in de staat. (de link brengt u naar de pagina waar vandaan u het pdf-bestand kunt downloaden). Wanneer je die beschouwing zorgvuldig en met gepast respect leest, tref je inderdaad verontrustend onzinnige uitspraken die leugenachtig aandoen.

Dat verhaal over die oneerlijkheid verandert echter wanneer je andere teksten van Donner mee in overweging neemt. Dat heb ik op een speciale manier gedaan. Voordat ik daar verslag van doe, eerst nog een paar opmerkingen over die beschouwing van Donner. Over de actuele “kwestie Donner”, dus.

Frontale aanval
De Memorie van Toelichting bij de referendumwet begint met een citaat van de Amerikaanse president (1901–1909) Theodore Roosevelt: «Ik geloof in referenda, niet om het representatieve stelsel te vernietigen, maar juist om haar te corrigeren wanneer ze niet meer representatief is.» In die beschouwing van Donner van het jaarverslag opent hij nu een aanval op dat hele idee van referenda als zodanig:

Bij een raadplegend referendum wordt de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming overgedragen aan een daartoe niet bevoegd orgaan: de opgekomen kiezers [mijn vet]. Dat is helemaal het geval indien de betrokken volksvertegenwoordigers op voorhand verklaren gebonden te zijn aan de uitkomst daarvan. Het is begrijpelijk dat er vrees is voor beschadiging van het vertrouwen in de democratie als men een referendum organiseert en zich niet aan de geldige uitkomst daarvan houdt, maar dat bewijst slechts dat het instrument niet goed past in ons staatsrechtelijke systeem. De Grondwet legt de verantwoordelijkheid ondubbelzinnig bij de wetgevende organen. Het betekent dat óf de Grondwet óf de Wet raadplegend referendum moet worden gewijzigd.

Het inzetten van deze aanval is een fikse koerswijziging ten opzichte van eerdere adviezen van de Raad van State. In 1999 gaf de Raad van State nog dit advies over het “(raadgevend) correctief referendum”. Die bevatte onder andere deze passage:

De Raad stelt vast dat de «intrekkingsvariant» op geen enkele wijze indruist tegen letter of geest van de Grondwet. Deze variant vormt de basis van het wetsvoorstel inzake een Tijdelijke referendumwet dat om advies aan de Raad van State wordt voorgelegd. Daarbij wordt de Raad gevolgd waar hij meent dat alleen de wetgever zelf moet beslissen of een wet in werking treedt in weerwil van de afwijzing ervan bij referendum.

Sterker nog, deze zogenaamde ‘intrekkingsvariant’ met betrekking tot de omgang met het raadgevend correctief referendum was uit de koker van de Raad van State zelf gekomen! Die intrekkingsvariant gaat dus over wat de regering moet doen nadat een referendum gehouden is. In een eerder RvS-advies had Donner al laten doorschemeren dat hij referenda maar niets vindt. Het ging toen, in 2014, over het inbouwen van een opkomstdrempel:

… het gevaar bij het opnemen van een drempel (…) dat het advies een dwingender karakter krijgt op het moment dat deze drempel gehaald wordt.

Tja. Dat was op zich geen onzinnige inschatting van hem. Maar intussen zitten we dus in een situatie dat er daadwerkelijk een referendum gehouden is en vervolgens de regering het gedeelte van de wet dat gaat over wat zij moet doen na een uitspraak van de bevolking, genegeerd heeft.

Met zijn uitstel en inlegvel-toneelstukje lapte Mark Rutte zowel geest als letter van de referendumwet aan zijn laars. De Raad heeft zich nota bene nog wel negatief uitgesproken over dat inlegvelletje. Maar wat doet Donner nu? Hij geeft zelfs niet op subtiele wijze aan dat juist de minister president het wantrouwen tegen de gevestigde politiek sterk heeft aangewakkerd door te doen alsof hij een wel eventjes een soort tussenvorm kon bedenken tussen de twee mogelijkheden die de wet hem bood. In plaats daarvan gebruikt Donner deze wanprestatie als voorzet voor zijn eigen vorm van juridisch-politiek activisme (Bijna even verontrustend als de manier waarop de president van de Hoge Raad, Feteris, dat eerder deed).

Volksdemocratie en statelijkheid
Van alles haalt hij uit de kast. Op bladzijde 20 pleit hij, letterlijk, voor “juridische herbewapening“. Hij is namelijk bang dat ..

Uiteindelijk zullen rechtsverhoudingen dan gaan wijken voor krachtsverhoudingen. Net als burgers in hun meningsvrijheid worden beperkt door het respect voor de eer en goede naam van anderen, moeten gezagsdragers en politici de constitutionele orde en verhoudingen eerbiedigen waaraan zijzelf hun gezag ontlenen.

Mijn vet weer. In het inleidende bijzinnetje – waarom heeft hij dat trouwens toegevoegd? – heeft Donner het blijkbaar over laster. Hij refereert daarmee waarschijnlijk aan artikel 261 van de strafwet. Het woord respect komt daar niet in voor. Indien hij impliciet verwijst naar de artikelen in de strafwet over discriminatie: ook daar komt het woordje respect niet in voor. Gelukkig maar: respect is een term die helemaal niet thuishoort in het recht, zeker niet sinds het moment dat dit vooral een maffiaterm is geworden.

Tja: rechtsverhoudingen die wijken voor krachtsverhoudingen. Rechtsverhoudingen zijn – min of meer gestolde – uitdrukkingen van krachtsverhoudingen. Een beetje rare uitspraak dus. Een rare uitspraak voor een jurist en een heel rare voor een jurist op een positie zoals de zijne. Tenzij die jurist denkt dat het recht leidend kan zijn. Het schort aan realiteitszin. Dat blijkt ook uit deze passage:

De Nederlandse rechtsorde zal zich moeten wapenen tegen het afglijden in andere landen naar meer autoritaire vormen van democratie en de aantasting van de beginselen van de rechtsstaat. De Nederlandse rechtsorde is op vele wijzen verweven met die van andere Europese landen, op basis van het uitgangspunt dat deze een gelijkwaardig niveau van democratie en rechtsstaat biedt. Het zal echter onmogelijk zijn om de wereld steeds geheel aan die veronderstelling te laten voldoen.

De laatste regel gaat in de richting van zelfparodie en/of seniliteit. En wat te denken van Donners herdefinitie van het begrip Volksdemocratie? Iedereen die ouder is dan 50 of heeft opgelet tijdens de geschiedenisles op school, weet dat die term staat voor de manier waarop de communisten het begrip ‘democratie’ perverteerden en belachelijk maakten. Het bouwde voort op het concept van de ‘dictatuur van het proletariaat’, lees: de dictatuur van De Partij. Volksdemocratie was in de tweede helft van de vorige eeuw onderdeel van de officiële naam van een groot aantal landen in Oost-Europa.

Omdat demos ongeveer staat voor volk, maar dan in het Grieks, was en is de term sowieso idioot. Donner voert geen heldere nieuwe definitie in – hij schrijft niet als een jurist – maar gebruikt losjes, maar tegelijkertijd moeilijke woorden gebruikend, een eigen betekenis. Hij komt aan het eind van de passage hierover met deze absurde bewering:

In een systeem van meer directe democratie zijn politiek en debat sterker gericht op het winnen van verkiezingen en dus op eigen profilering, het behagen van deelbelangen en het aanscherpen van tegenstellingen.

Maar gaat het wel om seniliteit of gebrek aan realiteitszin? Laat deze passage van bladzijde 15 eens bezinken:

De groeiende tegenstelling tussen democratie en rechtsstaat in een aantal lidstaten schept een bijkomend probleem voor de Europese Unie. Die gaat uit van lidstaten die democratische rechtsstaten zijn en van Europese verplichtingen die zonder meer als recht worden toegepast. De Europese Unie kent geen politie die verplichtingen doet naleven. Zij berust op het concept dat Unierecht onbevooroordeeld en onafhankelijk door de nationale rechter wordt toegepast en een rechterlijke uitspraak door de nationale overheid wordt uitgevoerd.

Uit de hele context valt op te maken dat hij de vetgemaakte regel hier als een probleem opvoert. En in de zin ervoor en die erna staat zijn antwoord. In gewoon Nederlands: de ‘nationale’ rechters vormen de schakel die garandeert dat Brussel de baas is over Den Haag.

Met dat in het achterhoofd valt ineens op dat in de titel van zijn beschouwing ‘raad’ wel maar ‘staat’ niet met hoofdletter is, terwijl het hier toch echt om het jaarverslag van de “Raad van State” gaat. Met twee hoofdletters. Het “State” in de naam “Raad van State” verwijst gewoon niet meer naar de Staat der Nederlanden, maar naar iets als ‘statelijkheid’. Lees het hele verhaal, huiver even en wordt dan politiek actief/actiever om het partijkartel te overwinnen.

Eerlijkheid
Tot de meest wijze woorden die ik tot nu toe las over godsdienst en fundamentalisme, horen beslist deze van Sam Harris: “De fundamentalisten hebben daadwerkelijk de boeken gelezen en ze hebben gelijk in wat ze erover zeggen.

De les die ik eruit trok was dat het van groot belang is om af en toe heel aandachtig te luisteren naar wat fundamentalisten zelf vertellen. Bij voorkeur naar boodschappen die ze verkondigen op het moment dat ze zichzelf min of meer onbespied wanen. Dat levert heel wat informatie op wanneer het om mohammedaanse ‘schriftgeleerden’ gaat. Zie daarover, wanneer u dat nog niet gedaan heeft, bijvoorbeeld mijn eerste bijdrage hier op VoL: Voetballen mag wèl van Allah – of: de kinderhand van F. Halsema. [1]

Maar het geldt dus niet alleen voor mohammedáánse fundamentalisten. Na een heel korte zoekactie stuitte ik op een optreden van Donner, waar hij zich mogelijk ook onbespied waande: onder zijn gehoor bevond zich vast geen enkele atheïst, hooguit een enkele katholiek. De betreffende video is van een optreden op 18 oktober 2012. Donner nam het eerste exemplaar in ontvangst van “De Christelijke dogmatiek“, een boek van “twee theologen die de christelijke geloofstraditie levend willen houden
Ik bekeek de video eerst zonder geluid. Daarna mèt.

Wanneer je zonder geluid kijkt vallen andere dingen op. Hier bijvoorbeeld dat Donner de indruk maakt veel ouder te zijn dan 63. De schaduw toont dat hij voortdurend in licht gebogen houding staat. En hij straalt volop bescheidenheid uit. Van een valse soort. Zijn lichaamstaal is van iemand die niet zo machtig is: “Ik ben maar een oude man”. Het is duidelijk dat hij een paar mensen in het bijzonder toespreekt. Wanneer hij in de richting van die mensen kijkt, trekt hij een soort guitig, ietwat ondeugend gezicht. Zo te zien is er geen sprake van interactie met het publiek. Van alle bewegingen van zijn bovenlichaam vertoont ruim 90% hetzelfde patroon. Gedurende ongeveer een halve seconde tilt hij zijn hoofd wat op en lijkt hij even te kijken naar rechts – waar de speciaal aangesprokenen zich bevinden – of naar links. In het eerste deel kijkt hij voor elke twee keer dat hij naar rechts kijkt, een keer naar links. Later wordt de verhouding drie staat tot een. Alleen helemaal in het begin kijkt hij af en toe iets langer. Geen enkele keer maakt hij echter de indruk iets waar te nemen van hoe er gereageerd wordt.

Staatsgodsdienst
Heel bescheiden vertelt hij dat hij geen deskundige is en niet begrijpt waarom hem gevraagd is iets te vertellen. Is het zelfspot als hij op 5:40 zegt: “Calvijn gebruikte de term institutie in plaats van dogmatiek. Daaruit blijkt dat hij jurist was: je noemt het anders en doet alsof daarmee het probleem weg is“?

Alsof hij de valsheid van zijn bescheidenheid goed onder de aandacht wil brengen komt hij vervolgens met ‘wat associaties’ bij de keuze van de datum voor de boekpresentatie. In dit kader verwijst hij ook grappend naar de overwinning van Constantijn op 28 oktober, in de beroemde slag bij de Milvische brug (in 312 A.D.) Zo beroemd dat de slag ook voorkomt in historische romans.

Volgens Donner was dit “het meest bepalend moment voor de plaats van het Christelijk geloof in Europa en in de wereld“. Dat is nogal wat: Constantijn was bij uitstek de man die kerk en staat aaneensmeedde!

De crux van zijn verhaal komt op 19:25. Tot dan toe en ook erna weer, is alles op te vatten als lichte scherts. Alsof hij de boodschap wil uitspreken: neem mij toch niet al te serieus. Ik ben echt geen staatsman; wil het ook niet zijn.

Ik zou de politici niet de kost willen geven, voor wie vrijheid van godsdienst niets anders is dan een variant van de vrijheid van meningsuiting en van vereniging. Dat godsdienst van een héél andere orde is, omdat men goden meer gehoorzaam moet zijn dan mensen, wordt niet meer erkend.

Zíjn nadruk met ‘heel’, zíjn meervoud, mijn kleine letter voor ‘goden’. En hij trekt de Calimero-kaart: “Godsdienst mag [van onze tegenstanders], maar achter de voordeur.” .. zoals in het verleden: “Toen was het het gereformeerd geloof dat het enige was dat zichtbaar mocht zijn, nu is dat het verlichtingsgeloof“. Vervolgens heeft hij het over christendom dat “1700 jaar geleden tot wasdom kwam”. Met andere woorden: hij verwijst opnieuw, nostalgisch lijkt het wel, naar de Constantijnse staatsgodsdienst. In een moeite door zet hij zich (ongeveer op 21:10) bijna expliciet af tegen de grote Thomas van Aquino door af te geven op rationaliteit in het algemeen.

Aan het slot van zijn verhaal zet hij de wens tot behoud van christelijke waarden op een lijn met de CDA-campagne-leus “Europa, best belangrijk” .. “als je weet dat er zonder Europa maar bitter weinig toekomst is“.

Mensen van kennis, halfgoden
Gooi ik nou christelijke fundamentalisten op een hoop met mohammedaanse? Van het type Yusuf Qaradawi uit de noot? Tot op zekere hoogte wel.

Ik ken christelijke fundamentalisten die ondanks mijn ongeneeslijke atheïsme toch voor mijn zieleheil bidden. Dat stel ik op prijs. Echt. Niet omdat ik denk daardoor meer kans maak om toegelaten te worden tot de hemel, maar omdat ze het goed met mij menen. Absolúút onvergelijkbaar met mohammedaanse fundamentalisten die zich verkneukelen over de vernederingen en pijn die ik zal lijden in de hel. Niet omdat ik daar bang van word: ik weet niet eens of ik daar dan geconfronteerd zou worden met mohammedaanse, christelijke of ongelovige duiveltjes en welke moeilijker uit te schakelen zouden zijn.
Maar in dat bijna terloopse “omdat men goden meer gehoorzaam moet zijn dan mensen” daarin zit een – mijns inziens veel te weinig benoemde – overeenkomst tussen ‘schriftgeleerdigen’ van christelijke of mohammedaanse nominatie. Met name met dat ‘men’ in plaats van ‘ik’. Wie zelf zijn eigen God, Godinnen of Goden gehoorzaam wil zijn heeft mijn zegen.

Wij – Donner cs en ik – krijgen echter problemen wanneer zij het voor een dogma houden dat er mensen zijn die dichter bij een of andere goddelijkheid staan dan anderen. Die Zijn, Haar of Hun bedoelingen en plannen kunnen en moeten ondersteunen en hun interpretaties willen laten gelden over anderen. Die mensen zijn in hun eigen opvattingen iets tussen god en mens in: ze achten zichzelf halfgoden. Onder mohammedanen heeft die groep zichzelf een naam gegeven: mensen van kennis. Anderen spreken wel van de oelema. Donner komt niet met zo’n naam. Alleen met dit: “Wij zijn geroepen om in de wereld te getuigen, om handen en voeten te geven aan Het Heil“.

En om af te sluiten nog een opmerking bij een beroemde uitspraak van Donner uit 2006: “Als tweederde van alle Nederlanders morgen de sharia zou willen invoeren, dan moet die mogelijkheid toch bestaan?“. Een bewering die uitdrukt dat voor hem destijds, in die context een definitie van democratie als ‘meeste stemmen gelden’ hem het beste uitkwam. Een grotere tegenstelling met die zin over het onbevoegde kiezersvolk is nauwelijks denkbaar. Die oudere, populistische kreet lijkt in overeenstemming met de opmerking van de Europese voorman van het CDA: Wim van der Camp.
Bij de homoseksuele Van der Camp denk ik nog aan de mogelijkheid dat het ging en gaat om – schier misdadige – naïviteit. Over Donner ben ik negatiever.


  1. Bijna even pijnlijke voorbeelden komen van de beruchte Yusuf Qaradawi van de Moslim Broederschap, en van diens voormalige (?) fan Ahmed Marcouch.

7 reacties

  1. Martina schreef:

    Religies werden en worden (helaas) nog steeds volop gebruikt om volkeren te mennen.
    Of ze nu vrede of wraak preken, ze hebben met hun voetvolk niets goeds voor.

  2. Thomas schreef:

    Lees het artikel van prof. Twan Tak over zijn opvattingen hoe het er bij de Raad van state aan toe gaat.

    http://www.celsusboeken.nl/wp-content/uploads/2011/12/Interview-Twan-Tak.pdf

    Prof. Tak zeg hier op pagina 3: Bestuursrechters zien de overheid als een eerbiedwaardige instantie: niet zelden als de vertegenwoordiger van de Almachtige op deze aardkloot.

    Donner is als vice-voorzitter van de hoogste bestuursrechtbank in Nederland een ware vertegenwoordiger van de uitspraak van prof. Tak want Donner beweert:

    “omdat men goden meer gehoorzaam moet zijn dan mensen”

    De overheid functioneert volgens Donner als een God aan wie men gehoorzaamheid verplicht is.

  3. carthago schreef:

    Donner, de meest arrogante regent van nederigland. Dat viel wel af te lezen aan zijn hooghartige en lacherige struisvogel snavel toen hij , als enige wetskenner in zijn onderontwikkelde rijk,het plebs wel even haarfijn kon uitleggen dat een sharia kalifaat altijd tot de mogelijkheden in een democratie kunnen zijn, en waarvan de tegengesteldheid in zijn diarree uitspraak hem waarschijnlijk tot op heden nog niet eens duidelijk zijn geworden, vanwege het ontbreken van wat je daarvoor nodig hebt: verstand van democratische beginselen,een ontbrekende factor bij alleen regenten.

  4. Cool Pete schreef:

    Donner is een theocraat, een sharia-fan, anti-democraat en anti-zelfbeschikkingsrecht /
    anti vrijheid-propagandist. Donner is een loop-jongen voor Trix. Donner is een Judas.

  5. Cool Pete schreef:

    Donner geeft af op de democratisch gekozen president van de USA – het land dat Europa
    tweemaal van de dictatuur en de ondergang gered heeft; dat na WO I en WO II : vrede, welvaart, democratie, vrijheid en vooruitgang in Europa gebracht heeft.

    Donner geeft NIET af op de Turkse islamo-fascistische dictator Erdogan.
    Hij zal het vast erg goed met hem kunnen vinden.
    De islamo-fascist Erdogan, die het – dankzij de Donner-achtigen – binnenkort in dat
    “EU”-konstrukt het voor het zeggen heeft: en dat betekent: de terreur van het mohammedanisme. Zie: Pakistan, Turkije, Saudi-Arabia, Lybie, e.a.

  6. wim schreef:

    Los van de teneur van het betoog, wreekt zich hier toch het gebrek aan kennis van de Statenvertaling. Dat zorgt voor een passage waarin de auteur de plank danig mis slaat. Donner citeert uit de Bijbel in de Statenvertaling en heeft het niet over “goden” , maar over “Gode” (Hand. 5:29) een naamvalsvorm van God. Dus helemaal geen meervoudsvorm. Donner heeft het hier dus exclusief over de God van de Bijbel. Dus ook geen kleine letter.

  7. Cool Pete schreef:

    @wim: Welke Bijbel-vertaling, welke naamvalsvorm, God of Allah, o.i.d.,
    dat maakt Piet Hein niet uit …..als je je maar laat knechten door wat, volgens de smaak,
    de wensen en de opvattingen van Piet Hein, “het [ bevoegd ] Gezag” zou moeten zijn….