DE WERELD NU

Het RKD verkwanselt onze geschiedenis

RKD, Geschiedenis

Nicolette Geveke kwam relatief recent in aanraking met het RKD, Van dit Nederlands instituut voor de Kunstgeschiedenis werd ze niet bepaald gelukkig.

Minister van Staat Herman Tjeenk Willink publiceerde in 2018 het boek: “Groter denken, kleiner doen”. De kernboodschap: de wijze waarop de overheid nu functioneert holt de democratische rechtsorde uit. In De Groene van november jl beschrijft de oud vicevoorzitter van de Raad van State de nefaste consequenties van de afbraak van het openbaar bestuur.

Tjeenk Willink

Als de Corona-crisis (beter: crises) één ding duidelijk maakt is het wel dat ook de private sector, als het erop aankomt, sterk afhankelijk is van een goed functionerende overheid. De afgelopen decennia werd het omgekeerde gesuggereerd. De private sector was het ijkpunt voor succes, ook individueel. De overheid moest terugtreden. Kleiner was beter, want goedkoper. De nadruk lag op hetgeen de (centrale) overheid niet meer zou kunnen doen, zelden op wat een overheid in een democratische rechtsorde in ieder geval moet doen.
Publieke taken werden met brede parlementaire steun geheel of gedeeltelijk afgestoten, de inhoudelijke deskundigheid vloeide uit de departementen weg, het collectieve geheugen erodeerde.

ZBO
Er zijn honderden ZBO’s (Zelfstandige Bestuurs Organen) met een grote juridische variatie. Sommigen werden ingesteld omdat de EU dat had verordonneerd zoals bus en trein, de post, energieleveranciers en telecombedrijven Er zijn legio voorbeelden van mislukte rijksdiensten: het CBR dat er maar niet in slaagt bij te blijven met rijexamens en de uitgifte van de rijbewijzen, het CBS dat soms cijfers verzamelt die ze zelf leuk vinden, maar waar verder niemand iets mee kan, het RIVM dat rommelt met de plaatsing van stikstofmeters, het KNMI dat rommelt met historische gegevens over het weer, de Staatsloterij die veel minder prijzengeld bleek uit te keren dan ze beweerden, allerlei jarenlange ICT-problemen zoals bij de politie en het UWV en soms wordt expres de wet overtreden en de volksgezondheid in gevaar gebracht zoals door Rijkswaterstaat in samenspraak met nota bene ex-minister H. Zijlstra van de VVD.  Maar het gaat niet alleen fout en soms erg fout bij essentiële zaken voor ons allen, maar ook bij de onbekendere Rijksdiensten, zoals het vroegere RKD.

Het RKD
Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie – Nederlands Instituut voor kunstgeschiedenis in Den Haag is een kennis- en documentatiecentrum voor Nederlandse kunst. Sinds 1995 is het RKD een zelfstandige stichting met zo’n 100 personeelsleden, de collecties die het RKD beheert, zijn echter rijkseigendom gebleven (Wie verzint zo’n splitsing?). De uitgebreide beelddocumentatie, bibliotheek en archivalia maken het tot een van de belangrijkste kunsthistorische kenniscentra ter wereld en men was de vorige eeuw een voorbeeld voor veel andere landen. Dat is tegenwoordig wel wat minder. Zomaar een voorbeeld:

De trots van stad en land
Vroeger waren er twee soorten schilderijen: enerzijds de kunst(nijverheid): plaatjes met bijvoorbeeld landschappen of dode vissen om thuis aan de muur te hangen ter versiering, met vaak een tegeltjeswijsheid zoals de natuur is Gods derde Bijbelboek, en de mens is sterfelijk; en anderzijds maakte men ‘kiekjes’ ter herinnering en documentatie. Dat zijn bijvoorbeeld de familieportretten of een groepsportret van het gezin inclusief alle gestorven kinderen die als engeltjes rondfladderen.

De trots van de stad
Onze stadhuizen, en ook statenzalen, vergaderzalen van de waterschappen, gildehuizen en dergelijke hingen vroeger vol met schilderijen die de trots van een stad of organisatie toonden: zoals de Nachtwacht bij de schutterij, en in de stadhuizen portretten van goede burgemeesters, van beroemde inwoners, van belangrijke mensen die de stad met een bezoek hadden vereerd, van grote kerkgebouwen, stoere stadsmuren, fraaie stadspoorten, en belangrijke industrieën zoals de bleekvelden bij Haarlem. Ook calamiteiten zoals een stadsbrand of een ontploffend kruitschip werden op verzoek van overheden door schilders als herinnering vastgelegd, evenals scenes uit succesvolle militaire veldtochten of een doorstane belegering.

Onze Vrijheidsoorlog
Zo werden er in de jaren na 1621 toen het 12-jarig bestand ten einde was en de veldtochten weer begonnen, een aantal schilderijen gemaakt met als thema ‘de trots van de Republiek’. Ons land was vanaf het begin van de 80-jarige oorlog in 1566 in etappes onafhankelijk aan het worden zoals de Unie van Utrecht, het Plakkaat van Verlatinghe, de onder leiding van de Nassaus behaalde militaire overwinningen, en last but not least het sluiten van het 12-jarig bestand in 1609 hetgeen impliciet een volkenrechtelijke erkenning van de Republiek betekende, hetgeen zou worden bezegeld met de Vrede van Münster in 1648.

Onze vrijheidsstrijders
We zien op dit soort schilderijen uit de jaren na 1621 naar mijn visie onze belangrijkste vrijheidsstrijders: Willem van Oranje, de leider van de Opstand tegen de Spanjaarden, die overigens al in 1584 was vermoord, diens opvolgers – zijn zonen Maurits (vos-paard) en na 1625 Frederik Hendrik (schimmel-paard), hun neef de Friese stadhouder Willem Lodewijk, die in 1620 overleed, bijgenaamd ‘us heit’ die samen met Maurits zorgde voor innovatieve hervorming van het leger, de zogenaamde ‘militaire revolutie’, wat voor veel landen een voorbeeld was en is, en diens jongere broer Ernst Casimir die hem opvolgde als Noordelijk stadhouder en succesvol legeraanvoerder. Helemaal links de Winterkoning Frederik van de Paltz, kleinzoon van Willem van Oranje; diens vader Frederik IV had zijn sporen verdiend met het optuigen van de Protestantse Unie, hetgeen ook op zoon Frederik V afstraalde. Hij vestigde zich in 1621 in Den Haag met zijn vrouw een heuse Britse koningsdochter, hetgeen betekende dat de Oranje-Nassaus tot de hoogste kringen behoorden en dus internationaal volledig waren geaccepteerd.

Op de achtergrond zien we het Stadhouderlijk kwartier/ Binnenhof waar onze graven van Holland 400 jaar de scepter zwaaiden totdat Philips II persona non grata werd. Ook zien we de door de heersende protestanten van de katholieken afgepakte hofkapel.

Research bij het RKD
Omdat ik wil(de) weten wie de andere geportretteerden voorstellen, wendde ik met tot het RKD. Maar wie zo’n schilderij opzoekt bij het RKD rijzen de haren te berge.

Niet alleen staat de tekst vol feitelijke onjuistheden over de familierelatie van Willem van Oranje en diens zonen en neef. Men heeft gewoon de hele scene niet gesnapt. Bovendien lijkt me de toeschrijving aan de schilders (er zijn diverse ‘kopieën’ van dit belangrijke historisch document ) ook niet correct, maar dat doet er niet echt toe want het gaat hier juist om de inhoud en niet om de kunst).

Wartaal
Deze historische wartaal staat onder andere op de fiche van het RKD:

“stadsgezicht, topografie, vijver, bomenlaan, groepsportret, optocht, vorst, zwaan, paardenwed, ruiter, bont paard, schimmel (paard), levade, croupade, drenken (dieren), rijpaard, schimmel (paard), draf (van paarden), niet voortbewegend (van paarden). Afgebeelde plaats. Buitenhof (Den Haag) Hofvijver (Den Haag).

Horse in Art comment: From left to right we see the king and queen of Bohemia, prince William of Orange, his three sons Maurits, Frederik and Willem Lodewijk. Father William died in 1584 and Frederik was born in the year Maurits died. William performs a levade, the nobleman on the piebald horse does the passage, behind him another levade and on the right a croupade (Saumur style). This painting was formerly attributed to Hendrik Ambrosius Pacx, who made a more or less similar painting on a smaller size that is in the Rijksmuseum, Amsterdam., zie voor identificatie van de voorgestelden N. Sluijter-Seiffert in: Tableau 6 (1983-1984), p. 52″

RKD

De tekst is kennelijk geschreven door een paarden penny-grietje/stagiaire zonder enig benul van geschiedenis. En kennelijk is er bij het RKD decennia lang geen superieur voorhanden om een en ander te controleren en te corrigeren.

Na mijn eerste contact met het RKD in maart jl. is de tekst enigszins veranderd zoals u kunt zien: onder andere ‘architectuur’ werd Binnenhof. Omdat het in maart voor mij niet mogelijk was om het tijdschrift Tableau in te zien, werd mij door het RKD toegezegd het betreffende artikel te mailen. Dat was erg vriendelijk en na wat rappels zat het zeven maanden later al in de mail.

Dat artikel in Tableau viel wat tegen. Maar wat kan men ook verwachten van een zogenaamd salon-tafel tijdschrift. De auteur was toentertijd nochtans gehuwd met dé professor 17e-eeuwse schilderkunst van de van het Rijk losgemaakte RU. Leiden.

Verticaal of Horizontaal
Aan die subfaculteit kunstgeschiedenis van die Leidse universiteit was in de tachtiger jaren een richtingenstrijd tussen verticalisten en horizontalisten. Kort door de bocht: enerzijds meenden sommigen dat kunst een verticale kolom is in de tijd, en dat kunstenaars steeds bezig zijn hun voorgangers te emuleren; anderzijds waren er de horizontalisten die meenden dat kunst vooral de resultante is van het hier en nu en dat er een belangrijke relatie is met wat er op dat moment in de contemporaine maatschappij speelt, c.q. wat in het recente verleden indruk had gemaakt bijvoorbeeld qua filosofie, literatuur, (geo)politiek, klimaat, natuurrampen. etc.

Helaas hebben de verticalisten aan het langste eind getrokken, zodat het kunsthistorisch onderwijs zich steeds meer verengde tot het vergelijken van plaatjes, zodat de kunsthistorische vakliteratuur van de laatste decennia vol staat met artikelen van lui die een visueel citaat hebben ontdekt, bv een arm die net zo gedraaid is als op een ander schilderij of op een emblema, dat is een papieren plaatje met een motto en een levensles. Het zal u niet verwonderen dat op de Nederlandse Wikipedia de uitleg over emblemata wat oppervlakkiger is dan in andere talen.

Leiden
Wie in de negentiger jaren in Leiden kunstgeschiedenis studeerde en genoeg had van die oppervlakkigheid en wilde switchen naar de subfaculteit geschiedenis die in het zelfde pand huisde, werd dan ook feestelijk uitgelachen:

“Ja, u kunt switchen, maar wij bij geschiedenis erkennen geen enkel tentamen van kunstgeschiedenis, dat is ver beneden ons niveau”.

Kerstmis
Er is echter een hoopvolle kentering: aan de UvA is men bezig het wiel opnieuw uit te vinden en men stelt zich opnieuw de vraag “waarom?”, zoals te zien is in het Utrechtse Catherijneconvent in de tentoonstelling “Body Language” waar u onder andere een middeleeuws schilderij kunt zien waarop Maria melk spuit naar Bernard van Clairvaux, na diens vraag in 1146:Monstra te esse matrem’: ”Maria, bewijs maar dat u echt moeder bent”.


Nicolette Geveke is correspondent EU/Brussel voor Veren of Lood.

5 reacties

  1. Cool Pete schreef:

    Broodnodig artikel.

    We hebben overheids-organen, die zich niet aan hun taak houden,
    en tegen de wil van de mensen in gaat.

  2. Bennie schreef:

    Alle instelling zijn door ondermijnende marxisten geïnfiltreerd.
    Maak ze publiek en nagel ze aan de schandpaal!!.

  3. Gerrit Joost schreef:

    Ze worden kennelijk niet afgerekend op hun prestatie. Wie controleert? Wie is verantwoordelijk? Sommigen komen boven drijven door gebrek aan ballast. En het niveau van een ezel verandert niet.

  4. Youp schreef:

    Het duurde even voordat ik het begreep. Eerst een quote van de socialist Tjeenk-Willink die zich beklaagd over de afbraak van overheidsdiensten ten faveure van marktpartijen. Vervolgens een voorbeeld van die afbraak aan de hand van de beschrijving bij een schilderij in een overheidsclubhuis.

    De conclusie, volgens dit artikel, moet dan zijn dat het proces van privatisering moet worden omgekeerd zodat er meer geld naar dit en andere overheidsclubhuizen kan omdat ze anders niet in staat zijn een deugdelijke beschrijving bij een schilderij te hangen.

    Persoonlijk lijkt het mij een betoog voor verregaande overheidsincompetentie. De keuze gaat immers tussen onbetaalbaar duur en lage kwaliteit. Een beschrijving bij een schilderij lijkt mij geen fulltime job. Daarvoor kun je gerust een clubje historici en/of kunsthistorici inhuren die een bijbehorende tekst presenteren. Dat hoeft allemaal niet zo duur te zijn. In zijn geheel privatiseren die handel. Er zal wel ergens een excentrieke miljardair zijn die zich hierover wil ontfermen. Iemand die wel weet hoe je een deugdelijke kwaliteit voor een redelijke prijs kunt leveren.

  5. N.G. schreef:

    @ Youp
    Ik pleit helemaal niet voor meer geld, en ook niet voor minder geld, doch voor meer kwaliteit. ZBO’s ontberen verder vaak affiniteit met de gewone burger en hebben vaak niet in de gaten dat hun taak een dienende is. Verder blijken ze vaak hun vak niet te verstaan en is in zo’n ZBO het institutioneel geheugen verdwijnende/ verdwenen.