DE WERELD NU

De moderne maatschappij – verschillen met moslims

Moslims

Kenmerkend voor de verschillen met moslims is een televisie interview waarin een Britse moslim zei dat hij aanslagen op burgers noodzakelijk bleef vinden, zolang Engeland haar internationale politiek niet aanpaste. De man leek te menen wat hij zei en hij zag er niet uit of hij dom was of geestelijk gestoord.

Aanslagen op onschuldige burgers zijn wat ons betreft een ongeoorloofd strijdmiddel, ongeacht de internationale politiek van het land waar we te gast zijn. Maar in het land waar deze moslim vandaan komt ligt dat kennelijk anders. Zijn mening wordt niet door alle moslims gedeeld, maar mensen als hij worden wel door een meerderheid van andere moslims geduld. Ze gaan er niet de straat voor op, zoals ze dat wel deden voor een stel onschuldige plaatjes in een Deense krant.

Wie meent dat alle moslims een mening moeten aanhangen voor men van een islamitische opvatting kan spreken, moet over culturele verschillen zwijgen. Die kunnen er dan nooit zijn. Ook is de tekst van soera 2:256 geen redelijke tegenwerping: “in de godsdienst is geen dwang’. Die tekst stamt uit de vroege Mekka-tijd en die christelijke houding tegenover andersdenkenden werd in de Medina-periode van Mohammed losgelaten, toen de volgelingen van Mohammed niet langer een vervolgde groep vormden. Dat ‘in de godsdienst is geen dwang’ vindt in geen enkel land toepassing dat zich tot de Dar al Islam rekent.

Waar de moslims zijn, daar is geweld. We worden daar door de kranten niet altijd goed over voorgelicht, vinden onze islamitische landgenoten en bovendien, er zijn veel niet-moslims die ook geweld gebruiken. Dat is allemaal waar. Dat neemt niet weg dat er in en rond moslimgemeenschappen meer sprake is van geweld dan in andere gemeenschappen en dat is geen toeval.

Er is een belangrijk verschil tussen de Dar al Islam en de wereld van humanisten en wat dat betreft ook tussen de islam en de Oost Aziatische beschavingen van de Chinezen, Japanners en Hindoes.  Het is een verschil dat om een analyse vraagt.  Ik heb hier een aantal met elkaar verbonden stellingen, waarvoor ik geen verklaring heb. Ik zal uitleggen waarom.

  1. Een mensenleven heeft in de islam niet als zodanig waarde, maar alleen in zijn maatschappelijke functie, dus een mens als lid van zijn familie, als medestrijder, als kostverdiener etc. Het leven van een vijand heeft een negatieve waarde.
  2. Niet alle mensen zijn gelijk en niet alle mensen zijn elkaars broeders. Er zijn allerlei verschillen tussen mensen, waarvan een van de belangrijkste is of iemand wel of niet hoort tot de Oemma. Wie buiten de Oemma verkeert heeft in principe geen hogere waarde dan een dier, (5:60), al nemen mensen die zich wel onderwerpen aan God maar die niet in diens profeet geloven, een soort tussenpositie in.
  3. De gemeenschap is altijd belangrijker dan het individu. Het belang van het individu is gelegen in zijn functie voor de gemeenschap. Zijn leven heeft voor hem zelf waarde in zoverre het hem voorbereidt op een hiernamaals. Daar zal worden afgerekend, niet hier.
  4. Niet het land dat iemand onderdak en levensonderhoud verschaft heeft recht op loyaliteit, maar de geloofsgemeenschap waar men toe hoort en de familie waar men uit stamt.

Wie het zo op een rijtje zet kijkt er wat vreemd tegen aan. Bij ons heeft het mensenleven de allerhoogste prioriteit, onze hele samenleving is er op ingesteld. Als mensen om het leven komen bij een aanslag op Koninginnedag dan zijn het hun levens waarom wordt gerouwd. De familie waarop de aanslag werd gepleegd beschouwde  zich niet als doelwit, maar als toeschouwer. Net als de televisiekijkers en de andere mensen die erbij waren in Apeldoorn indertijd. De verloren levens, daar gaat het om en niet om de maatschappelijke positie van de slachtoffers.

De gelijkheid van de mensen is de grondslag van de mensenrechten, de gegarandeerde vrijheden en het discriminatieverbod. De gelijkheid van de mensen heeft de grondslag gevormd  voor de afschaffing van de slavernij, de dekolonisatie en voor zoiets banaals als de stemverhouding in de Verenigde Naties. Dat onze samenleving openstaat voor buitenlanders en dat moslims hier vrijelijk hun godsdienst kunnen belijden is een gevolg van dit gelijkheidsbeginsel, dus waarom omarmen zij het dan niet?

Dat doen zij niet omdat het aanvaarden van onze normen en waarden in strijd komt met hun tradities en met hun godsdienst.

Onze humanistische ethiek is nog helemaal niet zo oud[1]. Niet zo heel lang geleden[2], dacht men in grote delen van Europa over veel morele zaken net zo als nu in de Dar el Islam. Niet alleen in de Middeleeuwen maar nog  lang daarna.

Toen Tariq Ramadan zei dat de islam in het verleden veel heeft toegevoegd aan de westerse cultuur, dan bedoelde hij niet alleen dat veel vertalingen van de oude Grieken via de islam tot ons gekomen zijn of dat we Griekse wiskunde en astronomie  en Indische getallensystemen via de Arabieren hebben geleerd. Hij bedoelde ook zeker dat de middeleeuwse christelijke beschaving allerlei trekken van de islam heeft overgenomen en zonder islam in de vorm die zij in de Hoge Middeleeuwen kreeg ondenkbaar zou zijn geweest. De kruistochten waren een christelijke vorm van jihad. De verachting voor ongelovigen en ketters die uit de Divina Comedia spreekt, is niet aan het evangelie ontleend, maar vindt wel een parallel in de middeleeuwse islam. De middeleeuwse  christelijke gemeenschap van West Europa was een soort spiegelbeeld van de oemma en vertoont veel van dezelfde trekken, inclusief de afkeer voor alles wat anders is.

Ook bij ons waren de loyaliteiten in de Middeleeuwen niet gericht op politieke eenheden, maar op de familie, de lokale gemeenschap en daarboven de geloofsgemeenschap. Het individualisme dat het westen nu zo kenmerkt bestond in de Middeleeuwen helemaal niet. Wie de bouwers waren van de grote kathedralen weten we meestal niet en al helemaal niet wie de kunstenaars waren die ze zo prachtig met beelden en ramen hebben versierd. De samenleving was verdeeld in standen die nauwelijks contact met elkaar hadden. Van gelijkheid tussen de standen of van de standgenoten onderling was geen sprake.

Het is opmerkelijk dat moderne goed opgeleide mensen van de cultuur van hun eigen West Europa in de Middeleeuwen veel minder begrijpen dan van de cultuur van Griekenland en Westelijk Klein Azië van vijf en twintig honderd jaar geleden. We zijn vreemden in eigen land als het om de Middeleeuwen gaat, maar de filosofen van Thales[3] tot Aristoteles lezen we nog alsof ze gisteren voor het eerst waren gepubliceerd.

Dat zelfde onbegrip dat wij voor onze eigen Middeleeuwen hebben geldt voor de islam. Moslims staan te ver van ons af, we delen hun waarden niet. Als het de bedoeling is dat we met hen een samenleving gaan vormen, of we die nu multicultureel wensen te noemen of niet, dan is het nodig dat we gemeenschappelijke waarden kunnen vinden die we delen kunnen. Het doelbewust opblazen van willekeurige burgers past daar niet in. Het gebruik van geweld om je gelijk te halen past er niet in. Als middel om conflicten op te lossen bestaat hier het recht.  Geweld hoort alleen thuis in handen van de overheid, die het als laatste redmiddel gebruikt tegen asocialen of buitenlandse vijanden.

Omdat we het daar niet met moslims over eens kunnen worden kunnen we beter geen samenleving met ze delen. Zo dachten de katholieke koningen van Spanje erover en op dat punt hadden ze gelijk.


  1. In zekere zin was zij dat ook weer wel. Het ‘alle Menschen werden Brüder’ komt wel uit de Romantiek, maar is toch te herleiden tot de leer van Jezus van Nazareth. Zij past daar in elk geval beter in dan de opvattingen van Innocentius III, die opdracht gaf tot de uitroeiing van de Katharen.
  2. Voor de overgang tussen de christelijke beschaving van de Middeleeuwen en de verlichte beschaving die haar vervangen heeft, zie The radical Enlightenment van Jonathan I. Israël.
  3. Van Thales zelf  is erg weinig bewaard gebleven, maar andere Griekse filosofen die wij bewonderen hadden hem hoog en verwezen naar zijn werk

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

Meer van Toon Kasdorp op Veren of Lood vindt u hier.

4 reacties

  1. Grapjas schreef:

    De kruistochten waren bedoeld om de door de muzelman veroverde gristelijke gebieden terug te veroveren. Een kleine handvol tochten tegenover vele duizenden islamitische veroveringspogingen jegens Europa etc.

  2. BegrensEuropa! schreef:

    Kasdorp benadrukt het belang van het gelijkheidsbeginsel. Dat wordt in de islam niet erkend. Het loslaten ervan gedurende een deel van de westerse middeleeuwen was mogelijk door de invloed van de islam. Het herstel van het gelijkheidsbeginsel kreeg geleidelijk vorm vanaf de 10e eeuw en leidde tot de afschaffing van de slavernij in het westen vanaf het einde van de 18e eeuw, zowel onder invloed van het christendom als van de verlichting, die zonder het christendom nooit had kunnen ontstaan. Willen we meer of minder gelijkheidsbeginsel? Meer, meer, meer. De vraag is hoe die wens verenigd kan worden met de islam (en de SJW’s, die het gelijkheidsbeginsel laten ontsporen). Moeizaam, zeer moeizaam, om niet te zeggen ….. (vul zelf in)

  3. Eddie schreef:

    Grapjas; dat alles is m.i. slechts een kwestie van perceptie.

  4. BegrensEuropa! schreef:

    Eddie 26 oktober 2019 om 13:13 Ik zou de kwalificatie ‘slechts’ weglaten. Het is inderdaad een kwestie van perceptie. Een en ander laat zich vrij makkelijk percipieren. Dan blijkt het kruistochten narratief van de islam niet veel meer te zijn dan een slecht verhulde tu quoque. De geschiedenis van de islam is één langdurige kruistocht, ofwel jihad, ofwel poging om een wereldwijd kalifaat te stichten, soms met min of meer langdurige gevechtspauzes, maar altijd gerechtvaardigd vanuit de bekende bronnen (koran e.d.). Vandaar het eeuwige ge-allahu-akbar.