DE WERELD NU

De Europese mythe – het Europa van Wesseling

Europese mythe

De Leidse historicus Wesseling was een negentiende-eeuwse rationalist. Hij meende dat alles aan de Europese mythe een kwestie is van willen en begrijpen.

Hebben we er een idee van wat Europa is en willen we met zijn allen Europeaan worden, dan zijn we dat ook. De manier waarop dat historische proces zich zou moeten voltrekken liet hij in het midden. Hij beweerde dat de Europese nationaliteiten de laatste decennia allemaal aan betekenis hadden ingeboet terwijl de regio’s en Europa zelf aan betekenis hadden gewonnen. Maar, in zijn artikel in de NRC bijlage van drie maart 2007, liet hij na om toe te lichten waar die mening op gebaseerd was. Dat kon hij ook moeilijk want de waarheid is anders. Wanneer we de samenleving kunnen definiëren als de groep waarbuiten we niet kunnen overleven [1], dan was Nederland anno 2007 meer onze samenleving dan vijftig jaar eerder, terwijl Europa nu nauwelijks meer een samenleving is dan het vroeger was.

Voor praktisch alle eerste levensbehoeften leunen we op de Nederlandse markt of kijken we naar de Nederlandse overheid. We informeren ons via de Nederlandse televisie. We identificeren ons met Nederlandse sportclubs. We spreken de Nederlandse taal en voor zover we een andere taal spreken is dat Engels en niet Europees. Als we vreemde gebruiken overnemen zijn dat Amerikaanse en geen Europese.

Dat in Nederland de provincies en andere regio’s aan betekenis hebben verloren is iets waar iedereen het over eens blijkt te zijn. Europa bevordert de welvaart en zou daarnaast een gremium kunnen zijn waarin een aantal grensoverschrijdende problemen beter kunnen worden opgelost dan op nationaal niveau, maar is dat nu juist niet. De manier waarop de EU is georganiseerd maakt dat het nut van de organisatie achterblijft bij haar potentie. De reorganisatie die was voorgesteld in het mislukte grondwetproject maakte het niet beter.

Aan dat alles besteedde Wesseling geen aandacht. Hij leefde in de Europese mythe, die heel onze staatkundige en culturele elite in haar greep houdt. Wat Europa zou kunnen betekenen in termen van nut voor haar inwoners en van bijdrage aan de wereldbeschaving blijft buiten hun aandacht, die in hoofdzaak in beslag wordt genomen door de jaloezie op Amerika, dat het zo veel beter doet dan de Europese landen.


  1. De samenleving voor Papoea’s of Amazone-indianen is het stamverband. Voor ons is tegenwoordig de samenleving de mondiale of de nationale gemeenschap en niet iets er tussen in. De nationale gemeenschap is voor praktisch alle voorzieningen het verband waarin we georganiseerd zijn en waarbinnen de overheid fungeert. De overheid hier te definiëren als het gezag dat over het geweldmonopolie en de overheidsfinanciën beschikt.

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

5 reacties

  1. Ravian schreef:

    Het enige wat de EU elite voor ogen heeft is een grotere mestvaalt om koning op te kraaien.
    Het draait er allemaal om zo veel mogelijk geld en macht voor een zo klein mogelijk groepje te vergaren.
    Jammer dat de Eurofielen niet beseffen dat 99% van hen niet tot dat groepje gaat behoren.

  2. Cool Pete schreef:

    Goed achtergrond-artikel.

    Die globalistische elites, weten zelf niet wat ze aan het doen zijn ……………

    Dat de meerderheid van de kiezers, in alle deelnemende landen, TEGEN zijn,
    verloochenen ze.
    Op bedrog, kan alleen ellende groeien.

  3. BegrensEuropa! schreef:

    Europa is natuurlijk meer dan een mythe. Er is een gezamenlijke geschiedenis van eenheid in verscheidenheid. Maar net zo goed een gezamenlijke geschiedenis van tegenstellingen, uitbuiting en oorlog. Er valt iets te zeggen voor centrale coordinatie. Er valt ook iets te zeggen voor decentrale coordinatie. Voordeel van het laatste is dat de democratie in stand bliijft. Voordeel van het eerste is dat iedereen zich aan dezelfde regels houdt. Maar nadeel van het eerste is dat de regels bepaald worden door de machtigste landen, i.c. Duitsland en Frankrijk vertegenwoordigd door Merkel en Macron, waarbij de laatste de eerste bespeelt. En die twee hebben er al vaak blijk van gegeven allerlei diep ingrijpende beslissingen te nemen zonder ruggespraak met vertegenwoordigers van andere landen en zonder verantwoording af te leggen over de voors en tegens van een en ander. Men laat zich te veel leiden door wat haalbaar is vanuit korte-termijn belangenafwegingen in slelchts twee landen. Op die manier wordt Europa het speelveld van een machtsspel met heel veel verliezers. Federalisten zijn er ook altijd geweest. Die zien het tij ten gunste van een ‘ever closer union’ keren en proberen op allerlei manieren het gaspedaal nog eens extra in te drukken, om alvast een sterkere positie te hebben wanneer het tij werkelijk keert. Alleen al op grond daarvan zijn ongecontroleerde massamigratie, onderdrukking van islamkritiek, toenemende invloed van de ECB, eindeloze ‘onderhandelingen’ met Turkije, en wettelijk afgedwongen klimaathysterie te verklaren. Zo loopt de rationaliteit weg uit de besluitvorming.

  4. Hansfree schreef:

    @ Hannibal – Ik begrijp dat dit een oud blog is van Toon Kasdorp, en dan moet je er niet in gaan strepen, maar moet dat ‘negentiende-eeuwse’ niet twintigste-eeuwse zijn, of mis ik iets?
    Ik las ergens dat het een jaar geleden is dat Wesseling overleed, vandaar dan zeker ook de aandacht op dit moment.

  5. Hannibal schreef:

    @Hansfree
    Ja, maar dat je iets miste was ook weer niet zo eenvoudig te zien. Dat “19e-eeuwse rationalist’ is een (dis)kwalificatie van W.’s denkwijze. Eigenlijk is het rationalisme een 17e-eeuwse filosofische stroming. De belediging door Toon was subtiel verpakt, maar mogelijk te moeilijk herkenbaar. Zelf ben ik er de afgelopen jaren mee doodgegooid, dat heeft me mogelijk blind gemaakt voor de subtiliteit die niet voor iedereen duidelijk is. (Het is “van mij ook gezegd, maar meer wat betreft mijn attitude dan concreet zoals Toon hier Wesseling de oren waste.) Ik heb deze link https://nl.wikipedia.org/wiki/Rationalisme nu ook in het stuk toegevoegd, opdat men het beter herkent.

    Van sommige stukken pas ik “soms de inleiding aan, of breng linkjes aan die oorspronkelijk ontbraken. Dat doe ik vrijwel alleen om technische redenen (zoals terugzoekbaarheid, of een verheldering van de meegegeven titel.). Kleine correcties komen ook voor. Dat deed ik ook tijdens Toons leven en welzijn, en daar hebben we nooit woorden over gehad, aangezien ik er een eer in stel zijn woorden en bedoelingen zo goed mogelijk te presenteren zonder daar een extra dimensie aan te willen toevoegen. UIt de aard van de manier waarop we er mee om gaan ben ik wellicht een van de beste kenners van zijn stukken. Een van Toons zoons zei tijdens de begrafenis: “Als u soms twijfelde dat hij u al dan niet niet aardig vond, wees dan verzekerd dat als hij u niet moest, u geen reden tot twijfel meer zou hebben.” Ik vond dat een mooie karakterisering: Toon was heel zakelijk in de omgang, ook via de mail. Dat vind je ook terug in de enkele keer dat hij hier reageerde op de reacties onder zijn stukken.

    Dat we dit ongeveer een jaar na W’s dood publiceren is overigens wel toeval (in mijn herinnering was het korter geleden). Persoonlijk had ik niet veel met W’s redeneren, en ik heb nog college van hem gehad dus ik herkende ook de kritiek van Toon.