DE WERELD NU

Bestuurskunde en de techniek van besturen

slecht bestuur, Nederlandse overheid, Bestuurskunde

Bestuurskunde is het vak dat ons zou moeten leren hoe we organisaties op orde kunnen houden en onze bureaucratie efficiënter maken.

Van een ingenieur die naast mij in een vliegtuig zat hoorde ik ooit dat er in Amerika een paar technische universiteiten zijn waar voor het vak bestuurskunde een praktischer en technischer aanpak wordt gekozen dan hier gebruikelijk is. Ik heb daar later, toen ik weer thuis was, naar gezocht maar op de sites van de betrokken universiteiten viel er weinig van terug te vinden. In elk geval is hier de aanpak van bestuurskunde niet technisch, ook niet in Eindhoven, Enschede of Delft.

Een bestuursapparaat of een andere organisatie voor het verrichten van specifieke taken is te zien als een machine met een paar specifieke kanten. Die hangen samen met het feit dat de belangrijkste onderdelen geen voorwerpen van metaal of plastic zijn maar mensen. Die specifieke kanten kunnen het beste afzonderlijk worden bekeken, nadat eerst de organisatie is opgezet met het oog op de te verrichten taak.

Wordt de mens, zoals vaak gebeurt, centraal geplaatst bij opzet en onderhoud van het apparaat, dan gaat de organisatie  werken ten dienste van haar employees of bestuurders en staat het al snel niet meer in dienst van de taken waarvoor zij is bedoeld. Dat wil niet zeggen dat het welzijn van de medewerkers van een organisatie niet belangrijk is. Dat is het best wel, maar een organisatie die de haar gestelde doelen niet kan bereiken heeft geen bestaansrecht en dat zal op de duur ook voor het personeel niet bevorderlijk zijn. Een goed lopende organisatie is niet alleen in het algemeen een betere plaats om in te werken maar biedt ook een meer blijvende werkgelegenheid.

Voor opzet en onderhoud van een efficiënt apparaat is, lijkt me, een ingenieursoog vereist. Ik was dus niet verbaasd toen ik hoorde dat in technische opleidingen aan dit onderwerp aandacht werd gegeven, maar ik was dat weer wel over de afwezigheid van enig zichtbaar resultaat in de overheidsapparaten van Nederland en andere westerse landen. De curricula van de afdelingen bestuurskunde van de reguliere universiteiten, zoals die van Tilburg of Leiden, bevatten in hoofdzaak vakken als sociologie, recht, economie en politicologie. Dat zijn alfa- of gammavakken, die weinig aanknopingspunten bieden voor het goed laten functioneren van organisaties.

Bij het maken van een goede machine gelden een aantal uitgangspunten:

  1. De functie moet duidelijk zijn gedefinieerd. De machine moet liefst niet meer dan één taak hebben en die taak moet met zo weinig mogelijk energie en grondstoffen worden uitgevoerd.
  2. In samenhang hiermee dienen de eenheden van taakvervulling zo hoog mogelijk van kwaliteit en zo groot mogelijk in aantal per tijdseenheid te zijn. Daaraan wordt de efficiency van een apparaat als regel gemeten
  3. De machine moet robuust zijn, dat wil zeggen relatief weinig onderhoud vragen en dat onderhoud moet plaats kunnen vinden met zo weinig mogelijk verstoring van de productie.

Vanuit deze doelstellingen zijn kwantitatieve criteria te formuleren. Toyota, de Japanse automaker staat bekend om haar succes bij het toepassen van productietechnieken. Daar zou veel te leren zijn over de manier waarop een Nederlands ziekenhuis moet worden ingericht of ons ministerie van onderwijs[1]. De faculteiten aan de Nederlandse universiteiten dragen daar zichtbaar weinig aan bij.


  1. Lang in Zoetermeer maar tegenwoordig weer in Den Haag, in de Hoftoren.

Dit artikel over Bestuurskunde verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp.

Meer van Toon Kasdorp vindt u hier