Peilingen en attitudes
Het is bijna verbazingewekkend hoezeer de Nederlandse media plotseling interesse hebben gekregen voor hoe men er in andere landen van de EU over denkt: het overleven van de euro.
In veel opzichten is herkenbaar, dat de attitude van veel naties ten aanzien van het euro-experiment een weerspiegeling vormt van die van hun regering. Want onmiskenbaar dansen de media in de eurostaten naar de pijpen van hun regering, al zal dat tot op zekere hoogte onbewust gaan. Wat overigens geen excuus is, doch wel een verklaring voor de hoogst verschillende houding die de bevolkingen tegenover de euro als munteenheid zijn gaan innemen.
Zo is de Griekse bevolking nog heel lang eurogezind gebleven, terwijl het eenvoudig aantoonbaar is dat die bevolking van de munteenheid van het ‘verenigd Europa’ niets meer te verwachten heeft dan nog minstens een decade bittere armoede. Maar de Griekse regering is altijd blijven beweren dat de euro noodzakelijk was voor toekomstige welvaart, en uiteindelijk heeft de meerderheid van de bevolking de neiging dat voor waar aan te nemen. Dat de Griekse elite daarbij vooral aan haar eigen welvaart en voorspoed dacht, en niet aan die van de bevolking is daarbij slechts een detail.
Heel wat kritischer is de houding van Finland tegenover de eurostrapatsen van de ECB. Slechts 13% van de Finnen ziet iets in een Europese bankenunie, waarvan minister Dijsselbloem een paar dagen terug trots aankondigde dat die deze zomer voor circa 80 tot 90% kan worden opgetuigd. Finland zal er dus zeker buiten blijven, evenals overigens Zweden. Dat Nederland er in gerommeld wordt hebben we te danken aan het voorzitterschap van Dijsselbloem van de Eurogroep. “Invloed” heeft onmiskenbaar zijn prijs, en die mogen wij als belastingbetaler gaan betalen. Sowieso is slechts een minderheid van de Finnen te porren voor steun aan zwakke eurolanden. Toch wil een kleine meerderheid niet van de euro af.
Ondanks nu snel groeiende euroscepsis, is in Duitsland een meerderheid van de bevolking nog steeds enthousiast voor de eenheidsmunt. Dat zal zeker tot september wel zo blijven – daar zien de Duitse politici thans angstvallig op toe. Er staat een rij zwakke landen en landjes klaar die allemaal aan het Duitse euro-infuus gaan, maar tot de Bondsdagverkiezingen voorbij zijn zullen die zoveel mogelijk buiten beeld gehouden worden. Het gaat immers goed in Duitsland? Nou dan! De CDU leidt in de peilingen soeverein met 42%.
Dat de Cyprioten het liefst gisteren uit de euro zouden zijn gestapt (67%) is duidelijk, maar aangezien de EU tactvol heeft gewacht tot de verkiezingen voorbij waren, heeft men zijn kans gehad. Ironisch genoeg zijn de Grieken ondertussen tot de overtuiging aan het komen dat het tijd is weg te wezen. Ondertussen denkt 66% negatief over de EU en de Eurozone. Maar nu de regering zich lijkt te hebben gestabiliseerd, geldt ook hier, dat de kans van het volk voorbij is.
Spanje is het laatste grote actuele drama, waarover analisten thans opgewekt melden dat de Spaanse rente in 5 jaar nog nooit zo laag is geweest. Verbazingwekkend genoeg, want het Spaanse financieringstekort was in 2012 het grootste van de gehele Eurozone, met ruim 10% (waarvan ruim 3% ten laste kwam van de hulp aan de banken). De economie zal dit jaar naar verwachting krimpen – door de regering geschat op 0,5%, maar er komt een bijstelling naar beneden aan deze week.
Overigens is de schatting van de Spaanse centrale bank een krimp van 1,5% GDP, wat al een stuk realistischer lijkt. Een voortgaande recessie lijkt gegarandeerd (sinds 6 jaar nu), en de enige reden dat Rajoy c.s. niet al huilend op de stoep staan in Berlijn, heeft als reden: de Bondsdagverkiezingen, inderdaad. Dat de financiële markten daardoor worden misleid is in ieder geval hoogst vreemd, aangezien het niet moeilijk valt te berekenen, dat de groeiende staatsschuld (nu al boven de 100%) Spanje als een molensteen om de nek hangt.
Frankrijk is meer bezig met de populariteitscijfers van de president – ongekend laag – dan met een objectieve schatting van de kracht van de economie. Dat men in Parijs zich voorlopig niets wenst aan te trekken van de eisen in Brussel, en bovendien vrijwel onbeperkt geld aan kan trekken, houdt de stemming nog enigszins op een houdbaar peil. Maar Frankrijk is wél een kruitvat.
In Nederland valt goed te zien, hoe groot de invloed van de houding van onze regering op de media is. Wij zijn blij met de goedertierenheid van Brussel, dat ditmaal de hand over het stenen hart lijkt te zullen halen nu we ons maximale tekort met een paar tienden van een procent gaan missen. Dat Frankrijk er ruim 1,5% overheen zal schieten, en niet anders doet dan Brussel een briefje met dat als mededeling stuurt, tekent de verschillen tussen een groot en een middelgroot land.
Dat we desondanks meer aandacht besteden aan wat men buiten Nederland vindt, is een goed teken. Ergens binnen de Nederlandse media is iets van onrust ontstaan. Het is nog verre van goed,maar er is een minieme verbetering merkbaar. Maar er zal nog heel wat inspanning door de blogs moeten worden geleverd vooraleer er een realistisch beeld wordt geschetst van hoe diep we ons de EU hebben ingedraaid, en hoeveel moeite het zal kosten voor we er weer uit zijn.
Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.