DE WERELD NU

6 mei – de Griekse fragmentatiebom gaat af

Vandaag neemt Griekenland afstand van de technocratische interimregering van premier Papademos. De premier wil terug naar zijn academische omgeving, en er zijn weinig Grieken die zijn vertrek lijken te betreuren. Maar ondanks dat de regeringspartijen PASOK en ND hun formele verantwoordelijkheid voor de uitvoering voor het akkoord met de EU verscholen achter het fenomeen van een technocratische interimregering, zullen de Grieken hen vandaag fors afstraffen.

Grootste vraag is, welke partij de grootste wordt, en hoe groot precies. Dat laatste is van essentieel belang in verband met de vorming van een stabiele coalitie. Het ziet er voorlopig immers naar uit, dat de partijen, die het akkoord met de EU afwijzen, een overweldigende meerderheid zullen behalen. Zij het dan verdeeld over ten minste zes min of meer extremistische partijen (zie ook artikel gisteren) verdeeld over het gehele politieke spectrum.

Formeel is de gang van zaken simpel. Na de verkiezingen krijgt de leider van de grootste partij drie dagen de kans een nieuwe regering te vormen. Indien hij faalt, komt de leider van de op één na grootste partij aan de beurt, eveneens voor drie dagen. Ook de leider van de op twee na grootste partij krijgt theoretisch nog de kans, waarna de president bepaalt hoe verder te handelen. Eén van de mogelijke opties die hij heeft is een maand later opnieuw verkiezingen te laten houden.

Met dit laatste scenario wordt serieus rekening gehouden, speciaal als de te verwachten grootste partij, ND, vandaag een onder de omstandigheden behoorlijk resultaat behaalt. Leider Samaras is er veel aan gelegen een regering te kunnen vormen die ten minste vier jaar zitten zal, want wat gebeuren moet is niet mals. Een regering die na twee jaar valt, midden in een proces van extreem pijnlijke hervormingen, zal bij de daarop volgende verkiezingen de vergetelheid in worden gestemd.

Na de verkiezingen dient de nieuwe regering het akkoord dat onder Papademos is gesloten met de EU, onverkort door het parlement te loodsen. Het gaat hierbij om een pakket van 11,5 miljard euro, maar dat is slechts een begin. Zwaardere maatregelen worden voorbereid. Men heeft even gewacht met dit het oude parlement voor te leggen, om de coalitie een kans te geven bij de verkiezingen niet totaal aan mootjes te worden gehakt.

Ondertussen kijken de vertegenwoordigers van ECB, EU en IMF (de Troika) die in Griekenland aanwezig zijn, met kromme tenen naar de koers die de politieke partijen lijken te kiezen. (Op zich is overigens verbazingwekkend hoezeer hen verbaast wat zich nu ontspint.) De voor hen meest positieve geluiden (ND) gaan niet verder dan een voorstel de voorwaarden van het bail out-akkoord open te breken, iets dat voor de EU compleet onbespreekbaar is. Naar verwachting zal de EU volstaan met bevriezen van verdere uitbetaling van de bail-out-pecunia, om zo de Griekse regering tot capitulatie te dwingen.

Anderzijds zou een al te nadrukkelijke bemoeienis waarnaar de regering zich schikte uit kunnen draaien op een complete volksopstand. Griekenland heeft op het gebied van ongeregeldheden een onplezierige reputatie, en de woede van de Grieken is het kookpunt eigenlijk al voorbij. Slechts het vooruitzicht van de verkiezingen heeft tot nog toe voorkomen dat de hogedrukpan ontplofte.

De aanwezigheid van de EU-troika is een belangrije steen des aanstoots, waaromtrent nu al vele complottheorieën de ronde doen. Een van uit EU-oogpunt voortvarende start van een nieuwe regering (als die er komt) is niet de enige lont in het kruitvat – ook de aanwezigheid van een half regiment Duitse belastingdeskundigen die doende zijn de Griekse belastingdienst te hervomen wordt gezien als een complete overname van de Griekse staat, en niet eens geheel ten onrechte. Als het aan de EU ligt zal de gemiddelde Griek over vijf jaar zijn land niet meer terug herkennen.

De EU kijkt vandaag met angst in het hart naar wat de Grieken zullen doen. Regeringen die de belastingen verdubbelen worden zelden herkozen, en het is dat waar de EU haar kaarten op gezet heeft. Voeg daarbij dat het gros van de pijnlijke maatregelen direct na de verkiezingen zullen worden ingevoerd, iets waarvan de Grieken formeel nauwelijks van op de hoogte zijn – maar wat de bevolking terdege beseft – en je hebt een idee wat je kunt verwachten. Zodat zelfs een puur nazistische partij vandaag het parlement zal gaan betreden. Dat afgelopen vrijdag het grootste dagblad van Griekenland fijntjes uit de doeken deed wat men van een nieuwe regering kan verwachten, maakt de kans op een daadwerkelijke regering die de EU-wensen kan uitvoeren beslist niet groter.

En zoals steeds met de Griekse kredietcrisis, de tijd dringt. 15 mei dient Griekenland 430 miljoe euro voldoen aan een groep investeerders die hun stukken weigerden om te ruilen tijdens de bail-out begin maart. Doordat die stukken waren uitgegeven onder Brits recht, konden ze daar ook niet toe gdwongen worden. Dat geld kan alleen betaald worden als de Troika over de brug komt. Eén van de belangrijkste crediteuren binnen deze groep is het beleggingsfonds waarin de Noorse regering haar olie-inkomsten belegd heeft. Niet betalen is geen optie – de Noren slaan op tilt als dat gebeurt.

De uitslag vanavond zal een aanwijzing zijn hoe groot de chaos in Griekenland wordt de komende tijd. Nieuwe verkiezingen over een week of zes zijn grondwettelijk dan wel mogelijk, maar kunnen door de overgrote meerderheid van de Grieken slechts worden gezien als een nieuwe poging van hun elite om de mening van het volk te negeren. Met andere woorden, het zou de zaak alleen maar erger maken.

De dag dat de drachma heringevoerd wordt, al meer dan een jaar voorspeld door economen die weten waarover ze praten, komt zo snel naderbij. Helaas, helaas kost dat ons land ten minste 11,5 miljard euro dankzij de garanties waarover Jan-Kees de Jager vorig jaar nog zo vrolijk kwinkeleerde, dat we daar winst op zouden maken. Eurofiel Europa beleeft een slecht weekend, met slechtere tijden in het vooruitzicht. Iets dergelijks geldt voor een nieuwe technocratische regering.

Het referendum waarover ex-premier Papandreou in november sprak is er dan weliswaar officieel niet gekomen, wat vandaag staat te gebeuren komt op hetzelfde neer. Met bijgeleverd, een weggevaagde EUgezinde elite, en een parlement dat de geleverde uitspraak gedurende haar gehele zittingsduur zal blijven uitstralen. Opnieuw is dat een bewijs, hoe weinig benul men binnen de EU-organisatie heeft van de werking van een democratie. Quod erat demonstrandum.

 

 

Eerder verschenen op Dagelijkse Standaard.